Bar Kukri - met nieuwe eigenaars - in trek bij
VN
De Serviërs zijn uit Kosovo
vertrokken. De vrijbuiters nemen hun plaats in. In Bar Kukri is er weer
wc-papier.
Door onze redacteur YAEL VINCKX
PRISTINA, 4 SEPT. Het vertrek van Serviërs heeft grote gaten in de
Kosovaarse economie geslagen. Wie zijn daarin gesprongen? Handelaars,
ritselaars, schurken. En twee (sinds kort afgezwaaide) Ghurka-
officieren, afkomstig uit het speciale Brits/Nepalese Ghurka-regiment
van KFOR. De twee Ghurka"s liepen vlak na de intocht van de vredesmacht
KFOR over straat in de Kosovaarse hoofdstad Pristina en werden
aangesproken door een angstige Serviër. Hij had een café in
het centrum van de Kosovaarse hoofdstad Pristina, en vreesde aanslagen
van wraakzuchtige Albanezen. Wilden de Ghurka's misschien een oogje op
zijn café houden?
De mannen wilden meer. Ze boden de Servier aan zijn café voor een
luttel bedrag te huren om de bar vervolgens zelf te exploiteren. De
Serviër bedacht zich geen ogenblik en zei 'ja'. In een razend
tempo werden de zaken afgehandeld. Het cafe kreeg een nieuwe naam: 'Bar
Kukri - under new management (Kukri is de naam van de machete die alle
ghurka's langszij dragen en dat volgens de traditie nadat het eenmaal
is getrokken alleen in de schede terugmag als 'het bloed heeft
geproefd'). Vrachtwagens met drank uit buurland Macedonië reden
binnen, obers timmerden haastig enkele houten banken in elkaar,
geluidboxen werden aangesloten, en de bar kon weer open.
De kosten zijn laag; omzetbelasting wordt niet betaald. Dat geldt ook
voor de invoerheffing op de drank uit Macedonie. De klandizie is groot;
Kukri ligt vlak bij de hoofdkwartieren van de Verenigde Naties, de VN-
vluchtelingenorganisatie UNHCR en de Organisatie voor Veiligheid en
Samenwerking in Europa. Het café is vooral populair onder
Westerse hulpverleners en militiaren. De obers spreken Engels en de
klanten mogen hun eigen cd's meenemen, gekocht aan de overkant in het
winkelcentrum voor slechts zeven Duitse marken. Ook illegaal.
Maar hoe moeten twee officieren een café leiden? Daarvoor hebben
ze een oude vriend aangetrokken. Een Zuid-Afrikaan, voormalig
inlichtingenofficier, die met de afschaffing van de apartheid, zijn
werk was kwijtgeraakt. Sinds die tijd zit hij in de 'dienstverlening'.
In Afrika deed hij survivaltrainingen en safari-tochten. Nu is hij
bedrijfsleider van dit café in Kosovo.
De Zuid-Afrikaan heeft Kukri onder handen genomen. Hij heeft voor
toiletpapier op de wc's gezorgd en een televisie geÏnstalleerd met
daarop BBC World en CNN. Hij laat ook Kosovaarse popbandjes optreden en
wil binnenkort het terras overdekken. Een andere troef zijn de
Servische en Albanese obers; een gevarieerd personeelsbestand ligt
immers goed bij de Westerse hulpverleners die nog altijd dromen van een
multi-etnisch Kosovo. Toch lopen de zaken niet helemaal vlekkeloos. Zo
heeft het Kosovo Bevrijdingsleger (UÇK) zijn oog op het altijd
volle café laten vallen. Hij heeft ze weggejaagd, zegt de Zuid-
Afrikaan en laat zijn spierballen zien. Maar het is de vraag hoe lang
het bevrijdingsleger zich laat afschrikken. Daarnaast hebben andere
ritselaars zijn café ontdekt. Zelf kreeg hij laatst wapens
aangeboden en lang zal het niet duren, vreest hij, voor de eerste
Russische prostituees in bar Kukri verschijnen.
Het tempert het optimisme van de voormalig Ghurka-officieren niet. Het
pand naast Kukri, waarvan de Servische eigenaar overhaast is
vertrokken, hebben ze inmiddels ook geconfisqueerd. Binnenkort hopen ze
er een broodjeszaak te openen.