'Geloof me, de daders vinden we niet'
De handhaving van de openbare
orde in Kosovo is moeilijk. Het aantal misdrijven is groot en de daders
zijn moeilijk op te pakken.
Door onze redacteur YAËL VINCKX
PRISTINA, 4 AUG. In Kosovo staat de wereld op zijn kop. Jelena
bijvoorbeeld. Ze kijkt bijna smekend naar de twee Britse KFOR-militairen
als ze vraagt: "Kan een van jullie hier vannacht blijven om ons te
beschermen?" Om hen te paaien schenkt ze de twee soldaten snel nog een
glas bubbelwijn in. Maar niet lang geleden vervloekte Jelena de NAVO -
wegens de bombardementen op háár stad, Pristina, en de
aanvallen op háár volk, de Serviërs. Nu is de
situatie veranderd. Iedere avond verzamelt zich een groepje Servische
vrouwen in het huis van Jelena's buurvrouw. Daar brengen ze, in
gezamenlijke angst, de nacht door. Vooral Jelena's buurvrouw, een 28-
jarige verpleegster, heeft het zwaar. Albanese mannen en vrouwen hebben
al drie keer geprobeerd haar te verjagen. Bij de laatste poging,
vanochtend, trapten ze de deur in. Maar het slaap-aanbod wijzen de twee
soldaten beslist van de hand. De leden van The 1st Royal Irish A-
company, verantwoordelijk voor de veiligheid in deze buitenwijk van
Pristina, moeten verder patrouilleren. "We zijn met te weinig om ook
nog eens soldaten op een vaste plek neer te zetten", meent een van hen.
De handhaving van de openbare orde in 'bevrijd' Kosovo is geen sinecure.
NAVO-woordvoerder Jamie Shea gaf het afgelopen weekeinde toe tegenover
de BBC: "Er dreigt een machtsvacuüm te ontstaan." Sinds KFOR
Kosovo binnentrok is er iedere dag een moord gepleegd, aldus Shea.
Bevelhebber Sir Michael Jackson van de KFOR verklaarde dat sommige
Albanese Kosovaren zich "net zo gedragen als degenen die net vertrokken
zijn", de Serviërs.
Die conclusie is wellicht overtrokken, maar sommigen hanteren zeer
onfrisse methoden. Zo pakt de Irish A-Company vanmiddag een Albanees
op, verdacht van diverse aanslagen op Serviërs. Hij zou een
populaire methode hanteren, zegt een soldaat: iemand belt aan bij een
Servische familie, wacht op het geluid van voetstappen en schiet dan
dwars door de deur. Drie andere Albanezen - ze zitten op hun
knieën op straat met hun handen in de nek - probeerden weg te
duiken bij het zien van de Britse soldaten.
Het zijn geen incidenten. Tussen 12 juni en 26 juli hebben er 198
moorden, 573 branden en 840 plunderingen in Kosovo plaatsgevonden. Dit
betreft alleen de door KFOR geregistreerde gevallen. Het dieptepunt was
de moord op veertien Serviërs in Gracko, in de Britse sector. Hun
lijken werden anderhalve week geleden gevonden. De internationale druk
op KFOR om de daders te vinden is groot, maar een Britse MP in Pristina
zegt: "We hebben heel Gracko ondervraagd en geloof me, we zullen de
daders niet vinden." Verschillende woordvoerders wijzen op de oorzaken
van de problemen. Al eerder heeft KFOR laten weten niet bij elke
Serviër een soldaat te kunnen neerzetten. Ook verloopt de
terugkeer van Kosovaarse vluchtelingen sneller dan verwacht;
daarentegen laat de komst van een VN-politiemacht lang op zich wachten.
Sinds afgelopen weekeinde zijn de eerste VN-agenten in de straten van
Pristina te zien, afkomstig uit onder meer Pakistan en Duitsland.
Inmiddels telt Kosovo meer dan 350 VN-agenten, aldus een woordvoerder
van de Verenigde Naties. Hun trage komst zou onder meer te wijten zijn
aan moeizame werving in de welvarender VN-lidstaten. De minder
welvarende landen leveren wel agenten, maar dat gaat soms mis. Nepal
bijvoorbeeld stelde honderdtachtig agenten beschikbaar die geen Engels
spreken en niet met wapens kunnen omgaan. De Verenigde Naties stellen
juist deze voorwaarden, in tegenstelling tot Bosnië, waar VN-
agenten monitoren en geen wapens dragen. De honderdtachtig Nepalese
agenten worden hoogstwaarschijnlijk teruggestuurd.
In een cafeetje tegenover de ingang van het VN-hoofdkwartier in Pristina
strijkt een groepje Britse MP's neer voor 'a coffee and a coke'. Ze zijn
volgens eigen zeggen bekaf. Want de militaire politiemannen handhaven
niet alleen de veiligheid, ze onderzoeken ook de misdaad in Pristina.
Sinds de opening van Kosovo heeft KFOR bijna tweehonderd moorden
geregistreerd. "And guess what", zegt een van de MP's, "bijna niemand
heeft iets gezien." Hij maakte het onlangs zelf mee. KFOR kreeg een
melding van een 'incident', enkele honderden meters van de Britse basis
verwijderd. De MP - die niet met zijn naam in de krant wil - ging er
met een collega op af. In een café lag een neergeschoten
Albanees. Eigen schuld, zeiden de omstanders, gedurende de
bombardementen zou hij met de Servische geheime dienst hebben
samengewerkt. Nee, van de schietpartij hadden de omstanders niets
gezien. De MP: "Een man krijgt in een overvol cafe om zes uur 's avonds
vier kogels in zijn borst en er zijn geen ooggetuigen. Iedereen houdt
zijn mond stijf dicht. Hoe krijgen wij de daders dan te pakken?"
Inmiddels zijn enkele honderden verdachten wel opgesloten in
verschillende KFOR-detentiecentra. Over de verlenging van hun
voorlopige hechtenis buigt zich een rondreizend gezelschap van rechters
(Servische, Albanese, Turkse en Roma). In de Amerikaanse sector valt de
beslissing na 48 uur, in de andere sectoren na 72 uur. De meesten
worden vrijgelaten. Recht is er nog niet gesproken. Pikant detail; de
daders zullen straks worden veroordeeld volgens Joegoslavisch recht. de
problemen worden vergroot door het ontbreken van lokale politie-agenten.
De Albanese Kosovaren zijn na 1989 massaal uit overheidsdienst
ontslagen. De Servische Kosovaren die hun functies overnamen zijn
inmiddels het land ontvlucht. De VN zetten daarom, in samenwerking met
de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE), een
politieschool op. De belangstelling is enorm; voor het hoofdkwartier
van de VN-politiemacht staan werkloze Kosovaren iedere dag in een lange
rij, hun sollicitatieformulier in de hand. Afgelopen maandag sloot de
termijn, en hadden al meer dan tienduizend Kosovaren zich aangemeld. De
VN heeft 'slechts' drieduizend mensen nodig - en heeft met nadruk ook
Serviërs en vrouwen opgeroepen te solliciteren. Een baan voor
Jelena? Ze snuift verontwaardigd. Wat een stomme vraag! Ze durft niet
eens terug te gaan naar naar de universiteit van Pristina, die sinds
afgelopen maandag geopend is. "Denk je soms dat ik in elkaar geslagen
wil worden?"