Macedonië wacht economische ramp
Voor de oorlog in Kosovo was
Macedonië economisch al kwetsbaar. Nu het land wordt omringd door
oorlog en overspoeld met vluchtelingen wordt het een economisch
rampgebied.
Door onze redacteur
HARM VAN DEN BERG
SKOPJE, 3 MEI. Ook de Franse premier Jospin kreeg het zaterdag tijdens
zijn bezoek aan de Macedonische hoofdstad Skopje te horen: 200miljoen
dollar, anders gaat het hier binnen de kortste keren fout. Dat bedrag is
alleen al nodig om het begrotingstekort voor dit jaar te dekken,
daarnaast moeten flink wat andere maatregelen worden getroffen. De
Macedonische regering verwacht dat Europa en de Verenigde Staten tot
deze financiële steun zullen besluiten op de komende vergadering
van donorlanden in Parijs, woensdag. ,,We hebben de afgelopen weken de
ene bespreking na de andere gehad om deze donorconferentie voor te
bereiden. Ik ga er van uit dat we iedereen hebben overtuigd dat 200
miljoen het minimum is', zegt Dragoljub Arsovski, directeur-generaal
voor de begroting op het ministerie van Financiën. Daadwerkelijk
hebben echter alleen Nederland (5 miljoen dollar) en Taiwan (2 miljoen)
extra steun verleend. Verder hebben internationale organisaties een
noodlening verschaft (de Wereldbank 40 miljoen) of een stand-by krediet
geregeld. De oorlog in Kosovo heeft de droom van een groot deel van de
twee miljoen inwoners van de jonge en kleine republiek aan flarden
gescheurd. Dit jaar zou voor het eerst in acht jaar iets van een mooie
toekomst zichtbaar worden, lage inflatie en een stijging van het bruto
nationaal product met 3,5 procent. Inmiddels sturen steeds meer
ondernemingen de werknemers voor weken of maanden met onbetaald verlof,
beschikken de banken niet over kapitaal, moet de overheid meer
reservisten voor politie en leger oproepen, zonder het geld er voor te
hebben, stijgen de prijzen niet zoals voorspeld met drie maar met acht
procent en zijn de toch al lage salarissen in de publieke sector voor
drie jaar bevroren. Daarnaast hebben de boeren hun oogst niet kunnen
afzetten, en loopt de werkloosheid razendsnel op. Een
werkloosheidsuitkering bestaat niet, veel gezinnen dreigen onder het
bestaansminimum van 250 mark per maand te zakken.
Daar komt dan bij dat de bevolking binnen een maand met 10 procent
gestegen door de komst van bijna 200.000 vluchtelingen uit Kosovo. Nog
is er weinig te merken van onrust en onbehagen over de situatie, maar
volgens financieel deskundigen zal het niet lang meer duren, omdat het
zonder snelle internationale steun allemaal nog erger gaat worden.
Onderbroken door aankondigingen van nieuwe e-mailtjes en korte
telefoontjes, legt Arsovski in zijn werkkamer op het ministerie uit wat
zijn land is overkomen. ,,We beleven nu de vierde schok in ons korte
leven', zegt hij. Hij somt op: de Golf-oorlog, waarbij de bouwbedrijven
hier zo'n 280 miljoen dollar verloren, daarna het uiteenvallen van
Joegoslavië en de Soviet Unie, waarbij alle handelscontacten voor
korte of langere tijd wegvielen. Macedonië moest nieuwe
afzetgebieden en nieuwe partners zoeken. ,,Dat heeft wel drie jaar
geduurd en intussen liepen de verliezen steeds maar op', aldus Arsovski.
Het handelsembargo tegen Joegoslavië en de blokkade door
Griekenland (kwaad omdat de republiek de naam Macedonië gebruikte)
vormden de derde schok, die in drie jaar volgens een berekening van
Financiën een verlies van 4.5 miljard dollar veroorzaakte.
In de afgelopen jaren is Macedonië geholpen door de internationale
gemeenschap, onder meer met leningen, waardoor de schuld inmiddels ruim
800 miljoen dollar bedraagt. ,,Dat kunnen we nooit terugbetalen, het
beste is om er een streep door te halen', zegt Arsovski. De oorlog in
Kosovo heeftbestaande handelsbanden afgesneden. Het ministerie van
Financiën heeft berekend dat het verlies anderhalf miljard dollar
zal bedragen, als deze oorlog tot het eind van dit jaar doorgaat. Nu al
is het negatieve verschil op de handelsbalans 591 miljoen dollar,
Macedonië importeert steeds meer, kan steeds minder uitvoeren. De
weg van zuid naar noord, naar Europa, is afgesneden. En ook al is de
blokkade door Griekenland weer opgeheven, het handelsverkeer is niet
echt op gang gekomen. De exportwegen naar zee, via Griekenland,
betekenen een omweg, waardoor de producten duurder worden en de
Europese concurrenten hun voorsprong behouden. Een ander probleem is
het verlies van de afzetmarkt in Joegoslavië zelf (de export
bedroeg 500 miljoen dollar per jaar). Macedonië telt veel
toeleveringsbedrijven die eindproducten leverden voor industrieën
in Joegoslavië, bijvoorbeeld voor de productie van auto's. Dat is
gestopt. Volgens Arsovski heeft zijn regering de moed niet laten
zinken, er wordt serieus gewerkt aan een andere verbinding met Europa
vanuit het aan alle kanten ingesloten land, een weg- en spoorverbinding
van west (Albanië) naar oost (Bulgarije). Maar hiervoor zal eerst
fors moeten worden geïnvesteerd, de wegen in deze landen zijn
bijzonder slecht.
De Kamer van Koophandel in Skopje heeft onlangs een inventarisatie
gemaakt van de actuele situatie bij 246 grote en middelgrote bedrijven.
De directe verliezen over de afgelopen twee maanden bedroegen 372
miljoen mark (de koers van de Macedonische denar is gekoppeld aan de
mark). De productie was in deze bedrijven gedaald met 20 procent, soms
met 60. Onderverdeeld had de transportsector 200 miljoen mark verlies,
de metaalindustrie 72 miljoen, de chemische industrie 60 miljoen, de
landbouw 200 miljoen. Zonder hulp zullen deze bedrijven hun werknemers
naar huis moeten sturen. Gelet op de lage inkomens is te verwachten dat
binnen afzienbare tijd grote groepen onder het bestaansminimum zakken.
Zo verdient een onderwijzer 300 mark per maand, een medewerker bij een
bank 476, een arts 500 mark. Het gemiddelde inkomen is 305 mark. De
slechter wordende financiële situatie kan de komende tijd spanning
veroorzaken tussen de diverse bevolkingsgroepen, in het bijzonder tussen
de Macedoniërs en de Albanezen. Naar schatting van de overheid is
70 procent van de vluchtelingen (125.000 personen) ondergebracht bij
particulieren. ,,Die zorgen dan voor hen, maar wij gaan er van uit dat
elke vluchteling de overheid tenminste 6 dollar per dag kost, hoe dan
ook', zegt Arsovski. Met de vluchtelingen in de UNHCR-kampen komen deze
kosten dan op 1,1 miljoen gulden per dag. Wat de overheid onder deze
omstandigheden bijzonder steekt is dat noch de NAVO, noch de
internationale hulporganisaties goederen uit Macedonië afnemen,
alles komt van buiten. ,,We hebben vaker moeilijke tijden gehad, al
ziet het er nu wel ernstig uit', zegt Arsovski, waarna hij benadrukt dat
de regering gewoon doorgaat met hervormingen. In het openbaar bestuur,
het rechtssysteem, de gezondheids- en sociale zorg (pesioenfondsen).
Rudi Lazarevski, een van de partners in het adviesbureau Price
Waterhouse Coopers, kijkt daar van op. ,,Met hervormingen,
herstructureringen is niemand hier nog bezig', zegt hij. Zijn werk als
adviseur van de regering bij de privatisering van het
staatstelefoonbedrijf is opgeschort. Op de vraag hoe hij de huidige
financieel-economische situatie beoordeelt, schiet Lazarevski spontaan
in de lach: ,,Het is een ramp, alles staat compleet op zijn kop.' Weer
ernstig voegt hij er aan toe: ,,Mensen krijgen hun loon nog uitbetaald,
maar hoe zal het over twee, drie maanden zijn? Niemand die het weet.'
Hij verwacht dat lang niet alle Kosovaren naar hun land terugkeren als
er een internationale regeling is getroffen. ,,Een belangrijk
percentage zal hier voorlopig blijven, ik schat zeker een jaar', meent
Lazarevski. Dat kan volgens hem alleen maar goed gaan als de
economische teruggang op zeer korte termijn wordt gestopt. ,,Er zijn
tot nu toe veel beloften gedaan, maar daar is nog maar heel weinig van
gerealiseerd. Het zal heus wel komen, maar komt het ook op tijd?'
Betalen voor hulp
De Macedonische autoriteiten sturen de VN-hulporganisatie UNHCR een
rekening voor het gebruik van het vliegveld van de hoofdstad Skopje bij
het dagelijkse transport van vluchtelingen. De directie van het
(staats)luchthavenbedrijf heeft de rekening opgemaakt: meer dan 600.000
mark. , ,Het gaat om 25.000 passagiers tot vandaag en daar rekenen we 20
mark per persoon voor, zoals we anders ook doen', zegt Iljaz Sabriu,
adjunct-directeur van Airport Services, een staatsbedrijf. Hij
specificeert ook de andere kosten voor voeding en extra personeel, ruim
100.000 mark. Hij kondigt aan dat ook de NAVO, die nu het vliegveld
onder beheer heeft, een rekening kan verwachten. Sabriu erkent dat deze
actie in de eerste plaats is ingegeven door onvrede over het optreden
van de internationale organisaties, maar tegelijk kan op deze wijze
iets goedgemaakt worden van het grote verlies dat het
luchthavenbedrijf leidt door de oorlog in Kosovo. Voordien was het
aantal civiele vluchten 30 tot 40 per dag. Nu is het aantal gemiddeld
120 per dag, maar de betrokken organisaties betalen er niet voor. De
inkomsten zijn als gevolg hiervan gedaald met 1,2 miljoen mark. Niemand
weet of de 550 man personeel volgende maand het salaris krijgen
uitbetaald.
Aan de andere kant is Sabriu, oud-minister van Welzijn en lid van een
van de partijen van de Albanese minderheid, het totaal niet eens met
het transport van vluchtelingen naar andere Europese landen. ,,De
Albanezen uit Kosovo moeten hier in de regio blijven, wat er nu gebeurt
is helemaal de lijn van