UÇK wint machtsstrijd met Rugova
In de interne machtsstrijd onder
de Kosovo-Albanezen staat het UÇK op winst en de pacifist Rugova
op verlies. Of de internationale gemeenschap daar blij mee moet zijn, is
sterk de vraag.
Door onze redacteur PETER MICHIELSEN
ROTTERDAM, 2 JULI. Het Kosovo Bevrijdingsleger UÇK heeft handig
gebruik gemaakt van de intocht van de vredesmacht KFOR in Kosovo: het
trok in het kielzog van KFOR Kosovo binnen en nestelde zich razendsnel
in de door de Serviërs ontruimde gemeentehuizen, politiebureau's,
kazernes en rechtbanken. Het slaagde er bovendien in zich direct aan te
dienen als de enige Kosovaarse gesprekspartner van KFOR.
De LDK, de Democratische Liga van Kosovo van de pacifist Ibrahim Rugova,
had het nakijken. Dat geldt eigenlijk al sinds april, toen UÇK-
leider Hashim Thaçi in Tirana een regering in ballingschap vormde
als concurrent van de regering in ballingschap die de LDK van Rugova en
zijn premier, Bujar Bukoshi, al sinds 1992 in stand houden. De regering
van Thaçi, inmiddels als de enige echte regering van Kosovo
erkend door Albanië en Macedonië, nodigde (en nodigt) de LDK
uit tot toetreding, maar dat aanbod is afgewezen. Bukoshi wil niet als
vice-premier in een kabinet gaan zitten waarin alle sleutelposten door
UÇK'ers worden bezet. Hoe ver nu de animositeit tussen LDK en
UÇK gaat blijkt wel uit de manier waarop in LDK-kringen over de
UÇK'ers praten: ze worden er uitgemaakt voor "polpottisten", naar
wijlen massamoordenaar Pol Pot, leider van de Rode Khmer.
Ibrahim Rugova, de man die bijna tien jaar lang de leider en
woordvoerder van de Kosovo-Albanezen is geweest, lijkt een man van het
verleden. Hij heeft sinds 1997, toen het UÇK actief werd,
voortdurend aan geloofwaardigheid verloren: met zijn guerrilla tegen de
Serviërs overtuigde het UÇK heel wat Kosovaren dat het
vreedzame verzet van Rugova en zijn LDK hun niets heeft opgeleverd en
zelfs jarenlang de Serviërs in de kaart heeft gespeeld. Na het
uitbreken van de NAVO-oorlog tegen Joegoslavië in maart slonk
Rugova's geloofwaardigheid nog verder. Eerst verscheen hij glimlachend
met Milosevic op de Servische televisie terwijl zijn volk massaal uit
Kosovo werd verdreven; later, na zijn vertrek uit Kosovo, vertoonde hij
zich slechts één keer, tien minuten lang, aan zijn
verdreven en beroofde volksgenoten, in een kamp in Macedonië. Na de
intocht van KFOR heeft hij zich nog steeds niet in Kosovo laten zien.
Hij zit ver weg in Rome en weigert met het UÇK te praten, een
weigering die in Kosovo algemeen wordt gezien als een redelijk slagende
poging tot politieke zelfmoord. Zijn LDK deelt intussen volop in de
malaise.
Het UÇK heeft daarentegen een heldenstatus bij de Kosovaren. De
UÇK-strijders hebben, anders dan de LDK'ers, hun leven op het
spel gezet voor de bevrijding van Kosovo. Hun daden vormen de stof
waaruit latere generaties hun mooiste mythen en legenden zullen weven.
Het is dus even het UÇK dat de dienst uitmaakt. Maar wat is het
UÇK eigenlijk nog nu de soldaten de uniformen uittrekken en de
wapens inleveren? Is een leger zonder wapens en zonder uniformen nog een
leger, een factor waarmee rekening moet worden gehouden?
Het akkoord met KFOR, waarin het UÇK beloofde zich te ontwapenen,
was een ramp voor het Bevrijdingsleger en UÇK-chef Thaçi
tekende het ook pas onder zware Amerikaanse druk. Eerder al was het door
de VN-Veiligheidsraad goedgekeurde vredesakkoord - op grond waarvan de
Serviërs Kosovo ontruimden en KFOR binnentrok - een ramp voor het
UÇK. De twee akkoorden immers verplichten het UÇK de
wapens in te leveren en genoegen te nemen met een autonoom Kosovo, dat
deel blijft uitmaken van Servië. De onafhankelijkheid waarvoor het
UÇK ten strijde trok komt er niet, althans: niet volgens dit
vredesakkoord. Sterker: in het vredesakkoord wordt niet meer, zoals in
'Rambouillet', verwezen naar een eventueel referendum over de
onafhankelijkheid in een later stadium. "Het vredesakkoord gaat er
duidelijk van uit dat als Milosevic in Belgrado wordt vervangen door een
liberale en democratische leiding, de Kosovo-Albanezen hun eis van
zelfbeschikking zullen opgeven en als goede Joegoslavische burgers
verder zullen leven", zo oordeelt de gezaghebbende denktank
International Crisis Group in een analyse.
Maar daarvan willen noch het UÇK, noch de Kosovaren nog iets
weten: de animo voor onafhankelijkheid is alleen maar toegenomen. Voor
de meeste Kosovaren is het ondenkbaar ooit nog onder Servisch gezag -
het gezag van etnische zuiveraars - te moeten leven. De
identiteitspapieren die de VN, de NAVO en de OVSE aan terugkerende
vluchtelingen wilden uitreiken zijn massaal geweigerd omdat de Kosovaren
op die documenten als staatsburgers van Joegoslavië te boek staan:
ze gingen liever zonder papieren naar huis dan als burgers van
Servië.
Voorlopig echter ziet het UÇK zich gedwongen met KFOR samen te
werken: het heeft geen keus. Intussen tracht het de eigen ontwapening
zoveel mogelijk te frustreren door de lichte wapens onder het bed of in
de schuur te verstoppen. Daarnaast tracht het een voet tussen de deur te
krijgen waar het de vorming van een civiel bestuur en een eigen politie
betreft. De internationale gemeenschap zal Kosovo nog jaren besturen,
maar kan dat alleen in samenwerking met de Kosovaren zelf. Om daarbij
een leidende rol te spelen heeft het UÇK zich gehaast de
gemeentehuizen en politieburelen van Kosovo te bezetten
vóór de LDK-mannen van Rugova arriveerden. Als die LDK-
mannen nog een rol willen spelen in het Kosovo van de toekomst, kan dat
in de nieuwe situatie alleen nog onder de leiding van het UÇK. De
volgende etappe wordt de transformatie van het UÇK in een
politieke partij die wel eens de grootste zou kunnen worden.
Of de internationale gemeenschap daar blij mee moet zijn is de vraag. De
UÇK-leiders hebben de ideologie van de marxistische groepjes
waaruit ze zijn voortgekomen, afgezworen, maar ze staan niet bekend als
voorbeeldige democraten. The New York Times kwam onlangs met
onthullingen over de koelbloedige executie van en moord op kritische
UÇK-commandanten op last van Hashim Thaçi en twee van zijn
adjudanten. Zelfs als de onthullingen op overdrijving zouden berusten,
iedereen die hem kent omschrijft Thaçi, alias De Slang, als een
meedogenloze man die geen kritiek duldt en die alom bekend staat om zijn
ruige manier van intimideren.