Tito, Nehru en Nasser draaien zich om in hun graf
Ieder voor zich en alleen de VN voor ons allen
In de sinds 'Bosnië' sukkelende Beweging van niet-gebonden landen
variëren de reacties op de NAVO-aanvallen van stilzwijgende steun
tot luidruchtige afkeuring. Opportunisme viert hoogtij.
Door onze redacteuren
CAROLIEN ROELANTS en DIRK VLASBLOM
ROTTERDAM, 2 APRIL. Maarschalk Josip Tito draait zich om in zijn graf:
van zijn schepping Joegoslavië rest eigenlijk alleen het
krijgszuchtige Servië en de NAVO beschiet Belgrado. Maar ook
Tito's kompanen Nehru en Nasser, die met hem aan de wieg stonden van de
Beweging van niet-gebonden landen, voornamelijk ex-koloniën die
geen partij wilden kiezen tussen Oost en West, is de eeuwige rust niet
gegund. India stemt in met de Russische veroordeling van Allied
Force en Egypte geeft Milosevic de schuld van de oorlog. Het
uiteenvallen van Joegoslavië stortte de Beweging van niet-gebonden
landen in een crisis. Dit losse verbond van - hoofdzakelijk -
ontwikkelingslanden was door het einde van de Koude Oorlog zijn
bestaansrecht eigenlijk al kwijtgeraakt. Toen Servische milities in
1992, met steun van Belgrado, bloedig begonnen huis te houden onder de
moslims van Bosnië-Herzegovina, tekende zich een scheuring af.
Moslimlanden dreigden in 1992 de top van niet-gebonden landen in
Jakarta te boycotten als de rompstaat Joegoslavië als deelnemer
werd toegelaten. De toenmalige voorzitter, Indonesië, wist de
verdeelde beweging bijeen te houden met een programma voor versterking
en democratisering van de Verenigde Naties. De VN gelden in Derde-
Wereldlanden immers als het enige platform waar zij een vuist kunnen
maken. De jongste crisis rond Kosovo, de apotheose van
Joegoslaviës ontbinding, zaait opnieuw verwarring in de niet-
Westerse wereld. De meeste Afrikaanse leiders hebben tot dusverre het
stilzwijgen bewaard over de NAVO-aanvallen en de gewelddadige
zuiveringen door Servië in Kosovo. Een voor de hand liggende
verklaring voor die stilte zijn de Afrikaanse zorgen over de oorlogen
op het eigen continent: Sierra Leone, de Hoorn van Afrika, de beide
Congo's en Angola. Over humanitaire catastrofes kan Afrika een woordje
meepraten: alleen al in het opnieuw door burgeroorlog geteisterde Angola
zijn 1,8 miljoen mensen van huis en haard verdreven. Daar komt bij dat
de crisis om Kosovo de Afrikanen voor lastige dilemma's plaatst. In
Afrika bestaat vanouds sympathie voor Joegoslavië. Belgrado had
van meet af aan stelling genomen tegen het apartheidsbewind in Zuid-
Afrika en heeft zowel bevrijdingsbewegingen in zuidelijk Afrika als de
Frontlijnstaten van weleer altijd gesteund. De Organisatie van
Afrikaanse Eenheid (OAE) kiest niet graag partij voor
afscheidingsbewegingen, want daarmee zou ze op het eigen continent een
doos van Pandora openen. En Afrika mag dan geen gunstige ervaringen
hebben met vredesoperaties van de VN, het continent verwacht er meer
van dan van de NAVO. Anderzijds stoten Afrikaanse leiders de NAVO niet
graag voor het hoofd. Hun landen zijn voor economische hulp afhankelijk
van individuele lidstaten van de alliantie. Franstalig Afrika zal zich
wel tienmaal bedenken voordat het een operatie waaraan Frankrijk
deelneemt zal veroordelen. En waarom Washington bruuskeren nu de
regering-Clinton zegt op te komen voor schuldenverlichting van de
armste landen? Twee Afrikaanse staten hebben zich gedistantieerd van
Allied Force: Zuid-Afrika, sinds het aantreden van de regering-Mandela
de meest gezaghebbende stem op het continent, en Namibië, op dit
moment het enige Afrikaanse lid van de Veiligheidsraad. Beide landen
noemen de NAVO-interventie in Joegoslavië ,, een schending van het
handvest van de VN en van het internationale recht'' en onderstrepen de
primaire verantwoordelijkheid van de Veiligheidsraad bij de handhaving
van vrede en veiligheid. Het Zuid-Afrikaanse ministerie van
Buitenlandse Zaken verklaarde op 26 maart dat ,,de erosie van de VN en
het gezag van de Veiligheidsraad door de internationale gemeenschap
niet kan worden getolereerd''. Namibië vroeg Belgrado de ,,rechten
van de mens te respecteren''. In het overwegend islamitische Midden-
Oosten zou de sympathie voor de Albanese moslims in Kosovo groot moeten
zijn en zouden de NAVO-aanvallen op Servië dus allerwegen met
instemming moeten worden begroet. Maar zo eenvoudig is het niet; de
reacties worden namelijk sterk beïnvloed door de verhouding tot de
VS. Is die relatie goed, dan klinkt er lof voor Allied Force. Is die
slecht, dan varieert de reactie van stilzwijgen tot uitgesproken
afkeuring.
Neem Iran en Irak, die beide, om uiteenlopende redenen, zeer vijandig
staan tegenover de VS. Bagdad oordeelt vanuit zijn positie als doelwit
van Amerikaans-Britse aanvallen en windt er geen doekjes om: het
veroordeelt de NAVO-acties en eist onmiddellijke stopzetting. De
aanvallen ontberen immers enigerlei internationale legitimiteit, zegt
de Iraakse regering, haar eigen situatie indachtig. Iran is geen
doelwit van Amerikaanse militaire acties, maar wel van een Amerikaanse
economische boycot, en afgezien daarvan zijn de VS nog altijd de Grote
Satan. Maar in tegenstelling tot het seculier geregeerde Irak is Iran
een Islamitische Republiek en dat schept verplichtingen jegens
moslimbroeders. Bovendien probeert het land uit zijn internationale
isolement te kruipen. De Iraanse reactie is dus afwijzend, maar
subtieler dan de Iraakse. Militaire aanvallen, aldus een
regeringswoordvoerder, kunnen de crisis in de Balkan alleen maar verder
verscherpen. Maar, voegde hij eraan toe, de koppigheid van de regering
in Belgrado en de nieuwe golf vluchtelingen uit Kosovo boden de NAVO
een politiek excuus voor de aanvallen.
Een andere oude vijand van Washington, de Libische leider Gaddafi, staat
al even afwijzend tegenover de NAVO-'agressie'. Gaddafi, met het Westen
verwikkeld in de Lockerbie-confrontatie, repte vorige week zelfs van
Joegoslaviës ,,wettelijke recht om zijn vrijheid en soevereiniteit
te verdedigen''. Hij deed een beroep op de Veiligheidsraad ,,deze
illegale actie onmiddellijk te beëindigen''.
Saoedi-Arabië is natuurlijk een ander geval. Het staat vijandig
tegenover het Iraakse regime en in de Arabische wereld is het
één van de meest uitgesproken aanhangers van de
Amerikaans-Britse politiek tegenover Irak. De regering in Riad hult
zich, wat de NAVO-acties aangaat, in stilzwijgen - ze heeft het ook te
druk met de jaarlijkse bedevaart naar Mekka - en laat het commentaar
over aan de gezagsgetrouwe pers. De krant Al-Madina vindt de
luchtaanvallen van de NAVO niet ver genoeg gaan en pleit voor de inzet
van grondtroepen. Egypte neemt in het Midden-Oosten een tussenpositie
in. Aan de ene kant krijgt het miljardensteun van de VS, waarvan het
sinds wijlen president Sadat een bondgenoot is - zij het niet meer zo
goed als toen. Aan de andere kant was de Egyptenaar Abdel Gamal Nasser
een van de founding fathers van de Beweging van niet-gebonden
landen, wat distantie tot de NAVO met zich meebrengt. Kairo's reactie
op 'Kosovo' is navenant: wat er met de Kosovaren gebeurt, is
onaanvaardbaar en de Servische halsstarrigheid leidde tot de huidige
crisis, maar in beginsel moeten dergelijke kwesties worden overgelaten
aan de Veiligheidsraad.
De politieke erfgenamen van Nehru en Soekarno, twee andere peetvaders
van de Beweging der niet-gebondenen, reageren afwijzend op 'Allied
Force' en daar hebben ze zowel binnenlandse als buitenlandspolitieke
redenen voor. De Indonesische regering zegt de NAVO-bombardementen op
Joegoslavië te ,, betreuren''. Indonesië prefereert een
oplossing van het conflict door onderhandelingen. Ook vindt Jakarta dat
,,de integriteit en soevereiniteit van de Federale Republiek
Joegoslavië moet worden geëerbiedigd''. De opstelling van
Indonesië, dat de grootste moslimgemeenschap ter wereld herbergt,
wordt in verband gebracht met de wederopleving van separatisme in
verschillende delen van de archipel.
De Indiase regering gaat verder en heeft de NAVO opgeroepen ,,alle
militaire acties te beëindigen''. New Delhi vindt dat
Joegoslavië zijn ,,interne zaken'' zelf ,,vreedzaam'' moet kunnen
oplossen. Verder noemt India, dat nauwe diplomatieke en militaire
banden heeft met Rusland, de NAVO-aanvallen een ,, duidelijke schending
van het handvest van de VN''.