Clinton moet de drastische maatregelen treffen die nodig zijn om te winnen
Zonder grondtroepen verliest de NAVO de oorlog tegen Servië
Als president Clinton niet onmiddellijk plannen opstelt voor de inzet
van grondtroepen in Kosovo, zal het bondgenootschap de oorlog tegen
Servië verliezen, vreest Richard G. Lugar. Een overwinning
is van wezenlijk belang voor de veiligheid en welvaart van zowel Europa
als de VS .
We zijn de oorlog in Kosovo aan het verliezen. President Slobodan
Milosevic en zijn Servische strijdkrachten verdrijven in Kosovo de
bevolking uit hun huizen en veroorzaken een massale stroom vluchtelingen
naar landen die nauwelijks over middelen beschikken om hen op te vangen.
De Verenigde Staten en de NAVO zijn in staat aan deze situatie een
eind te maken. Maar dat vereist wel een president die leiderschap toont
en de politieke wil om de drastische maatregelen te treffen die nodig
zijn om te winnen.
De bombardementen op Servië zijn begonnen toen de Kosovaren zich na
lang aarzelen akkoord hadden verklaard de vijandelijkheden te staken en
de komende drie jaar te gaan onderhandelen over het toekomstige
politieke bestel van Kosovo. De voor de onderhandelingen met de
Serviërs benodigde stabiliteit zou gewaarborgd worden door 28.000
man NAVO-vredestroepen onder wie 4.000 Amerikanen.
Toen de Kosovaren het akkoord te elfder ure tekenden, voorzagen ze al
dat Servië dat niet zou doen en dat de NAVO gehouden zou zijn
militair in actie te komen tegen het regime in Belgrado. De regering-
Clinton heeft de geloofwaardigheid van de NAVO en de Verenigde Staten
tot inzet gemaakt van de belofte de Kosovaren te beschermen en een
politieke regeling van de kwestie-Kosovo te bevorderen.
Rijkelijk laat, namelijk op 19 maart en 23 maart, de dag voordat de
eerste NAVO- bommen vielen, heeft de president vooraanstaande
Congresleden op het Witte Huis ontboden voor beraadslagingen.
Voorafgaand aan de tweede ontmoeting liet de president weten dat hij
geen oorlogsverklaring of zelfs instemming van het Congres nodig had om
militair geweld tegen Servië te gebruiken. Ten slotte liet hij zich
ertoe brengen de Senaat per brief om een volmacht voor de luchtaanvallen
te vragen. Nog diezelfde avond besloot de Senaat dat verzoek in te
willigen met 58 tegen 41 stemmen.
Een aantal Congresleden bracht tijdens deze beraadslagingen een
fundamentele vraag ter tafel. Ze vroegen de president: ,,Wat gaat u doen
als de bombardementen geen staking van de wreedheden of terugtrekking
van de Servische strijdkrachten uit Kosovo tot gevolg
hebben? Hoe moet het verder wanneer u Amerikaanse luchtstrijdkrachten
inzet en president Milosevic u, de NAVO en de wereld trotseert?''
Niet alleen had Clinton hierop geen ander antwoord dan escalatie van de
bombardementen, maar bovendien sloot hij in zijn toespraak tot het
Amerikaanse volk het sturen van grondtroepen uit. Dagelijks wordt in verklaringen van het Witte Huis gesteld dat inzet van
grondtroepen niet wordt overwogen.
Het akkoord dat de Kosovaren op aandringen van de VS in Rambouillet
hebben ondertekend, was van twijfelachtige kwaliteit. Maar ze hebben het
ondertekend in het vertrouwen dat de NAVO en de Verenigde Staten
borg zouden staan voor de vrede en veiligheid die nodig was om verder te
onderhandelen over hun toekomst. Clinton heeft telkenmale gewaagd van
onze plicht om een eind te maken aan de genocide en de etnische
zuiveringen in een deel van Europa dat letterlijk in de schaduw van het
NAVO- bondgenootschap ligt. Maar door de inzet van grondtroepen uit te
sluiten geeft de regering een halsstarrig Servië alle gelegenheid
etnische Albanezen uit Kosovo te verdrijven en etnische zuiveringen uit
te voeren. En zo zijn wij, ondanks alle moedige bombardementsvluchten
van Amerikaanse en andere NAVO- piloten, bezig de oorlog te verliezen,
althans gemeten naar de belangrijkste maatstaf: verwezenlijking van de
belangrijkste doelstellingen.
Secretaris-generaal Javier Solana van de NAVO heeft de machteloosheid
van onze strategie ongewild onderstreept toen hij over
de Servische agressie zei: ,,We beschikken wellicht niet over de
middelen er een eind aan te maken, maar we hebben ons tenminste bereid
getoond het te proberen.''
President Clinton had president Milosevic moeten opbellen met de
mededeling dat wij een eind zouden maken aan zijn bewind over
Servië als hij Kosovo zou aanvallen. Dat was in mijn overtuiging de
enige aanpak waarbij we een redelijke kans hadden
gehad een oorlog te voorkomen. Misschien heeft Clinton Milosevic wel
gebeld en heeft deze hem niet geloofd.
Nu moet president Clinton opnieuw telefoneren. De NAVO moet de
belangrijkste regeringsgebouwen in Belgrado tot doelwit maken. Ieder
identificeerbaar militair doelwit moet worden getroffen, meermalen, net
zolang tot we zeker zijn van ondubbelzinnig succes.
Er moet een onmiddellijk en duidelijk zichtbaar begin worden gemaakt met
plannen voor de inzet van NAVO -grondtroepen in aantallen die volstaan
om het Servische offensief te verzwakken, Kosovo te stabiliseren en zo
nodig overgebleven elementen van de Servische strijdkrachten te
verdrijven.
President Milosevic moet worden aangeklaagd als oorlogsmisdadiger van
de eerste categorie; oorlogsmisdadigers in Bosnië moeten in
verhoogd tempo worden gearresteerd zodat er in dat land eindelijk
stabiliteit ontstaat en duidelijk wordt dat verdere etnische zuiveringen
niet zullen worden getolereerd.
De Westerse bondgenoten moeten met alle beschikbare technische middelen een stortvloed van nieuwsberichten over
Joegoslavië doen uitstromen. We dienen zowel de Serviërs als
de Kosovaren ervan verzekeren dat we hen zullen helpen een raamwerk voor
democratisch bestuur op te zetten met de garantie van verkiezingen en
autonomie.
We moeten duidelijk maken dat we met gulle hand economische hulp zullen
verstrekken aan zowel het bevrijde Servië als aan Kosovo, waaronder
prompte beëindiging van de economische sancties en krachtige
inspanningen om de ex-Joegoslavische staten te integreren in de Europese
economie.
Ik zou de regering-Clinton, die ondanks dit late tijdstip nog steeds
bezig is opinies te peilen en haar politieke wonden te likken wegens
haar gebrek aan politieke steun voor wat ik hierboven heb voorgesteld,
de volgende belangrijke, voor de hand liggende conclusie willen
aanreiken: president Clinton kan, als onze opperbevelhebber, nog altijd
een overwinning bereiken, ook al is alles wat hij heeft bepleit
gebaseerd op een flagrant onvolledige visie over de slotfase van deze
campagne en op een dubieuze strategie gericht op toch al sterk
beperkte doeleinden. Zijn besluiten hebben reacties van de Serviërs
uitgelokt die hebben geleid tot wreedheden, etnische zuivering, genocide
en vluchtelingenleed op enorme schaal.
Mijn advies is openhartig omdat hij onze president is. En als gekozen
ambtsdrager van de Amerikaanse overheid ben ik hem en de Amerikanen
die wij beiden dienen een zo krachtige en tijdige steun verschuldigd als
mogelijk is. De Verenigde Staten en de NAVO móeten deze oorlog
winnen. Het leven van honderdduizenden onschuldige mensen in Kosovo,
die zijn gewicht voor onze diplomatieke druk, staat of valt nu met ons
succes.
Wij moeten deze oorlog winnen omdat een stabiel en vreedzaam Europa,
waar de veiligheid wordt gegarandeerd door een effectieve,
geloofwaardige NAVO , van wezenlijk belang is voor de veiligheid en
welvaart van de Verenigde Staten.
Richard G. Lugar is Republikeins Senator in Washington en lid van de
Senaatscommissie voor Buitenlandse Zaken. The Washington Post Company