Frankrijks 'reactionairen van links' roeren zich
Franse zorgen over Balkan nemen toe
De Franse regering heeft het moeilijk met de Kosovo-crisis. Niet alleen
de 'reactionairen van links' hebben kritiek, ook de communisten in de
regering zelf beginnen zich te verzetten.
Door onze correspondent MARC CHAVANNES
PARIJS, 1 APRIL. 'Reactionairen van links' noemt het weekblad Le
Nouvel Observateur ze vandaag. Franse intellectuelen, wier
handelsmerk is dat ze links zijn, nemen steeds meer behoudende
standpunten in. Tegen het verlies van Frankrijks identiteit, tegen
globalisering en amerikanisering, en vandaag tegen de Kosovo-operatie
van de NAVO. Linkse mensen tegen de linkse regering-Jospin.
Voorop Le Monde van vandaag pakt een van deze nieuwe republikeinen het verschijnsel frontaal aan. Régis Debray, eertijds
Castro-croonie en later wereldadviseur van president Mitterrand, krijgt
kolommen ruimte om Europa te verwijten een continent van slaapkoppen te
zijn. Zonder een eigen visie te ontwikkelen laten zij zich meeslepen aan
de leiband van Amerika's obsessies. En passant krijgen de Verenigde
Staten de eer de etnische zuivering te hebben uitgevonden, in de
telegenieke vermomming van de 'quest for the West'.
Ook Lionel Jospin en zijn ministers doen volgens Debary mee aan de
imagovervalsing die het zinloze optreden in Joegoslavië moet
rechtvaardigen. Debray gaat tegenwoordig door voor mediakenner. Met veel
simplificaties, waar zijn anti-idolen uit Hollywood en CNN-land voor
zouden terugdeinzen, sabelt hij de NAVO-acties neer: ,,Force
Déterminée, Force imbécile?''
Zolang het verzet zich afspeelt op de opiniepagina's, is er weinig aan
de hand. Maar sinds gisteren hebben de meeregerende communisten hun
gebrom omgezet in officieel geformuleerde bezwaren. Geen sprake van uit
de regering stappen, maar wel de anti-Amerikaanse toon opvoeren en
vooraan lopen bij demonstraties, waarbij Franse Serviërs het
hoogste woord voeren. L'Humanité (sinds kort geen
partijblad meer) klaagde gisteren dat de vredesmissie in Belgrado van
Ruslands premier Primakov te weinig aandacht had gekregen in Frankrijk.
Toen de mislukking al bekend was. Het klonk alsof de jaren vijftig
terug waren.
Dominique Voynet, leider van de Groenen en minister
van Milieu, heeft zich gisteren in de ministerraad zachtjes aangesloten
bij het koor der zorgelijken. De linkse republikein Jean-Pierre
Chevènement deed het wat luider. Hij heeft ook een reputatie hoog
te houden: Chevènement stapte al tijdens de Golfoorlog uit de
regering - zijn onvermoeibaar ijveren voor Saddam Hussein heeft hij nog
niet herhaald voor Milosevic.
Voor premier Jospin kan de situatie riskant worden. Hij wijst steeds
op de kern van de zaak: de gruwelen bedreven in Kosovo zijn het
onderwerp, niet de NAVO. Maar in eigen land moet hij de hoon trotseren
van de rechtse partijen. Die zagen zich tot nu toe gedwongen zwijgend
mee te lopen in het cortège van nationale
verontwaardiging, achter 'hun' president Chirac en dus de regering-
Jospin. Nu de communisten oppositie voeren binnen het regeringskamp,
hebben zij vrij schieten. ,,Het is ondenkbaar dat dit land, terwijl het
in oorlog is, wordt bestuurd door een regering die verdeeld is over de
oorlog zelf!'', scoorde RPR-leider Séguin.
De reactionairen van links zijn nog niet zo talrijk, maar ze hebben veel
stem. Ze horen ook lang niet allemaal tot de protestbraderie die de
Europese lijst van de communistische partij sieren. Het zijn wel
mensen die aandacht vragen en krijgen in de media, met meningen, boeken
en bewegingen. De socioloog Pierre Bourdieu, de Napoleon-biograaf Max
Gallo (eens woordvoerder van het mitterrandisme), de filosoof Alain
Finkielkraut (laatste boek Ingratitude, over de ondankbaarheid
van het heden voor het verleden), de schrijver Michel Houellebecq
(controversieel en bekend om zijn anti-mei-'68-roman Les particules
élémentaires) en in zekere zin ook Elisabeth
Badinter (de feministe die zich verzet tegen bevoordeling van vrouwen in
het kiesstelsel).
Niet dat al deze mensen zich over Kosovo hebben uitgesproken.
Finkielkraut was gisteren zelfs met acht andere intellectuelen de gast
van president Chirac om Balkan-zorgen uit te wisselen en uiteindelijk de
luchtacties te steunen. Wat deze mensen bindt is, in de woorden van
Jacques Julliard van de Nouvel Observateur ,,dat zij links zijn
of waren, en dat zij het gevoel hebben dat verandering niet
noodzakelijkerwijs vooruitgang is, en vaak decadentie inluidt.'' Lionel
Jospin en Jacques Chirac vertegenwoordigen in die visie ongeveer even
sterk het verderfelijke liberalisme en mondialisme.