'Aanval op Servische tv was oorlogsmisdaad'
Amnesty: NAVO schond oorlogsrecht
Door een onzer redacteuren
ROTTERDAM, 7 JUNI. De NAVO heeft
tijdens de Kosovo-oorlog van maart tot juni vorig jaar het
internationale oorlogsrecht gebroken; het bombardement op het
hoofdkwartier van de Servische radio- en tv was een oorlogsmisdaad. Dat
zegt de mensenrechtenorganisatie Amnesty International in een vandaag
verschenen rapport.
De NAVO wijst de conclusies van Amnesty als "slecht gefundeerd" en "
ongegrond" af. Er zijn "een paar fouten" gemaakt, maar de NAVO hield
zich " nauwkeurig aan het internationale recht, inclusief het
oorlogsrecht". Het rapport verschijnt enkele dagen nadat het VN-
tribunaal voor oorlogsmidaden in Den Haag besloot de NAVO niet te
vervolgen wegens oorlogsmisdaden tijdens de luchtoorlog. Volgens het
tribunaal heeft de NAVO "fouten" gemaakt, maar zijn niet bewust burgers
of niet-toegestane militaire doelen onder vuur genomen.
Amnesty komt tot andere conclusies: de NAVO heeft tijdens de
bombardementen niet altijd voldaan aan de in het oorlogsrecht opgenomen
verplichtingen bij het selecteren van doelen en het kiezen van
aanvalsmethoden en -middelen. Door die schendingen van het oorlogsrecht
zijn doden gevallen onder de burgerbevolking. Noch de NAVO, noch de
lidstaten hebben "een passend onderzoek" ingesteld naar deze incidenten
en met één uitzondering, het bombardement op de Chinese
ambassade in Belgrado, zijn er geen maatregelen genomen tegen
verantwoordelijke personen.
In het rapport worden diverse aanvallen van de NAVO opgesomd waarbij
sprake zou zijn van schendingen van het oorlogsrecht. Op 12 april vorig
jaar vielen twaalf doden toen een NAVO-toestel nabij Grdelica tot twee
keer toe een trein raakte toen een spoorbrug werd gebombardeerd.
Volgens Amnesty nam de NAVO niet genoeg voorzorgsmaatregelen om er
zeker van te zijn dat bij het vernietigen van de spoorbrug geen burgers
in de buurt waren. Zelfs als de betrokken piloot bij het afwerpen van
de eerste bom de trein op de brug niet tijdig heeft gezien, aldus
Amnesty, moet hij zich bij het afwerpen van de tweede bom hebben
gerealiseerd dat de trein zich op de brug bevond.
Andere gehekelde aanvallen van de NAVO golden op 14 april een
vluchtelingenkonvooi (70 doden), de brug van Luzane op 1 mei, de brug
bij Varvarin op 30 mei en een bombardement op Nis, waarbij
clusterbommen werden gebruikt. Amnesty veroordeelt in het rapport ook
de aanval op de Servische staatsradio en -televisie (RTS) op 23 april,
waarbij zestien doden vielen. Volgens de NAVO was het gebouw een
legitiem militair doel gezien het propagandistische gehalte van de
uitzendingen. Amnesty erkent dat het verstoren van regeringspropaganda
helpt om de moraal van de bevolking en de strijdkrachten te
ondermijnen. Maar de organisatie vindt dat het rechtvaardigen van een
aanval op een burgerfaciliteit op die gronden een onaanvaardbare
interpretatie is van wat het oorlogsrecht over zo'n aanval zegt.
Volgens het oorlogsrecht was de zender geen militair doel, aldus
Amnesty. " De bewuste aanval op het RTS-hoofdkwartier schond het verbod
op het aanvallen van burgerdoelen (..) en is als zodanig een
oorlogsmisdaad." Amnesty beroept zich mede op de vrijspraak van een
nazi-propagandachef tijdens de Neurenbergse processen tegen Duitse
oorlogsmisdadigers in 1946. De man had volgens de rechters
antisemitische propaganda bedreven en vals nieuws verspreid, maar geen
oorlogsmisdaden gepleegd omdat hij niet tot wreedheden aanzette, maar
de steun van de bevolking voor Hitler en de Duitse oorlogsinspanning
wilde mobiliseren.