Naïeve kritiek
EEN JAAR NA zijn aanvang blijkt
de luchtoorlog tegen Joe goslavië hier en daar tegen het licht te
zijn gehouden. De secretaris-generaal van de NAVO toonde zich deze week
in een notitie tevreden over de operatie. Niet alles liep naar wens,
maar het doel werd bereikt. Zijn zorgen gelden vooral de toestand van nu
in Kosovo. De betrokken staten komen hun financiële en personele
beloften niet na waardoor de wederopbouw in gevaar komt, waarschuwde de
hoogste ambtenaar van het Atlantische bondgenootschap.
Daarentegen heeft de Nederlandse regering zich niet aan het bijbelwoord
'doe wel en zie niet om' willen houden. In haar gisteren openbaar
gemaakte evaluatie uit zij kritiek op drie grote NAVO-partners en op de
woordvoering van de NAVO. Die woordvoering "contrasteerde sterk met de
so bere en zakelijke aanpak waarvoor in Nederland was gekozen", klinkt
het wel erg Hollandse commentaar.
Sinds op 30 maart van het vorig jaar in vereniging het besluit was
genomen met de bombardementscampagne niet over te gaan tot fase 3, maar
een fase 2 plus in te lassen, gingen de VS, het Verenigd Koninkrijk en
Frankrijk met de da gelijkse besluitvorming aan de haal, is het verwijt,
Nederland in het ongewisse achterlatend. Voor het inlassen van een fase
2 plus gold als argument dat in de operationeel al voorbereide fase 3 de
dagelijkse besluitvorming (welke doelen worden door welk eskader met
welke intensiteit bestookt) puur een zaak van het militaire commando zou
zijn geworden. Dat wilde de NAVO-raad, het politieke hoofd van de
organisatie, voorkomen. Ook Nederland, want de regering steunde de
gekozen aanpak. Maar in de plaats van het militaire commando traden nu
de regeringen met de grootste militaire inbreng - met als gevolg dat Den
Haag toch het nakijken had.
DE VADERLANDSE kritiek komt wat naïef over. De NAVO-generaals
van hun kant hadden zich kort na afloop van de luchtoorlog al beklaagd
over de verregaande bemoeienis van de politieke leiding met de
verschillende fasen en ten slotte, in fase 2 plus, met de dagelijkse
gang van zaken. Zij waren de mening toegedaan dat hierdoor de
luchtoorlog langer had geduurd dan nodig was en dat daardoor ook het
lijden van de bevolking was verlengd. De evaluatie van het kabinet gaat
niet in op die kritiek van de militairen. Waarmee de eigen kritiek op de
belangrijkste bondgenoten niet aan geloofwaardigheid wint. Oorlogvoeren
doet men nu eenmaal beter niet onder leiding van een commissie.
Misschien was het commentaar van de premier op de evaluatie nog het
nuchterst. Hij stelde vast dat kleine landen per definitie weinig in de
melk te brokken hebben. Dat zullen de betrokken ministers ten overvloede
ontdekken als zij hun jongste bevindingen met de vertegenwoordigers van
de gekritiseerde partners zouden willen delen.