Europese lidstaten NAVO trekken elk eigen lessen
Door onze correspondenten
ROTTERDAM, 23 MAART. Elke NAVO-
partner trekt zijn eigen lessen uit de Kosovo-oorlog. Een rondgang door
Europa.
Verenigd Koninkrijk
Voordat hij in de zomer van 1999 secretaris-generaal van de NAVO werd,
gaf de Britse minister van Defensie George Robertson zijn departement
opdracht voor een diepgravende studie naar de 'lessen van Kosovo'.
Volgens een woordvoerder van zijn ministerie is dat werk bijna klaar.
Robertson heeft intussen een 'persoonlijk verslag' gepubliceerd. Daarin
noemt hij Kosovo "een harde test", maar ook "een succes". Premier Blair
heeft gezegd dat Kosovo de noodzaak aantoont van een versterkte
Europese defensie-identiteit om toekomstige crises in NAVO-verband te
kunnen aanpakken, ook als de Amerikanen niet rechtstreeks zijn
betrokken. Volgens ex-minister Robertson betekent dat in de praktijk
dat lidstaten hun bijdrage aan de NAVO " kwalitatief en kwantitatief
moeten verhogen". Prioriteit heeft volgens hem de aanschaf van 'slimme'
bommen, beveiligde verbindingsapparatuur en meer zware
transportvliegtuigen.
Premier Blair rechtvaardigde de NAVO-operatie met het argument dat
"genocide nooit een zuiver binnenlandse kwestie kan zijn". Zijn
minister van Buitenlandse Zaken, Robin Cook, heeft die zogeheten
'doctrine van de humanitaire interventie' in januari omgezet in
aanbevelingen voor de Verenigde Naties. De internationale gemeenschap
mag als "laatste redmiddel" ingrijpen in een soevereine staat als dat
land verantwoordelijk is voor een " overweldigende humanitaire
catastrofe". Maar alleen als geweld proportioneel en collectief is,
én kans van slagen heeft. Die laatste voorwaarde sluit NAVO-
ingrijpen in Tsjetsjenië uit.
Frankrijk
Voor Frankrijk was de Kosovo-oorlog in zekere zin a blessing in
disguise. Ondanks een heftig binnenlands debat over het militaire
ingrijpen, ziet het land tevreden terug op de crisis. Aanvankelijk
gekant tegen militair ingrijpen, hebben de Fransen 'Rambouillet'
georganiseerd, dat weliswaar niets aan het Servische beleid ten aanzien
van Kosovo heeft kunnen veranderen, maar onderstreepte dat Frankrijk
een eigen rol speelt in de diplomatie. De Kosovo-crisis heeft
Frankrijk - lid van de politieke structuur van de NAVO maar militair
met een status aparte - bovendien op organische wijze teruggebracht in
de Atlantische gelederen. De samenwerking met de NAVO en met name de
Verenigde Staten is zo hecht geworden, dat Frankrijks lidmaatschap-op-
afstand alleen nog maar een papieren realiteit is.
Een gunstig gevolg was ook dat het door Frankrijk gewenste "Europese
leger" de facto min of meer tot stand is gekomen. Europese
legereenheden treden op de Balkan sinds de Kosovo-oorlog ook zonder de
hulp van de VS op. Frankrijk verzet zich wel fel tegen het Amerikaans-
Britse standpunt dat de NAVO in actie mag komen zonder toestemming van
de VN.
Duitsland
Voor Duitsland was de Kosovo-crisis een emotioneel moment. Voor het
eerst sinds de Tweede Wereldoorlog nam het land deel aan een militaire
operatie. Bij monde van bondskanselier Schröder heeft Duitsland
zich fel verzet tegen inzet van grondtroepen. De Duitse generaal Klaus
Naumann, indertijd hoofd van het militair comité van de NAVO,
stelt dat die houding Milosevic heeft gesterkt in zijn verzet. Minister
van Defensie Scharping wees die kritiek onlangs van de hand: het zou
onverstandig zijn met iets te dreigen dat je niet kan waarmaken.
Duitsland is vooral tevreden over de rol die het speelde in het
diplomatieke circuit rond de oorlog. Duitsland was de brug tussen Oost
en West en bracht de Verenigde Staten en Rusland bijeen inzake Kosovo.
In de eerste maand van de oorlog reisden Duitse politici en diplomaten
koortsachtig naar Rusland in een poging Moskou's standpunt te matigen.
Duitsland kwam als eerste met een vredesplan, dat binnen de NAVO van
tafel werd geveegd, maar wel de basis vormde voor een plan dat begin
mei in Keulen door de G-7 plus Rusland werd geaccepteerd.
Overeenstemming tussen de VS en Rusland werd eind mei bereikt in het
Duitse gastenverblijf Petersberg.
Italië
Voor Italië is de balans van de Kosovo-oorlog gunstig. Voordien
bestond er binnen de NAVO informeel overleg tussen de vier
grootmachten: de zogeheten 'Quad' van de VS, Engeland, Duitsland en
Frankrijk. Tijdens de crisis mocht Italië aanschuiven: de Quad
werd de Quint. Dat leidde tot afgunst onder Nederlandse NAVO-
diplomaten, maar Italië stelde dat de luchtoperatie afhankelijk
was van Italiaanse vliegvelden en logistieke ondersteuning. Italiaanse
beleidsmakers zijn vooral tevreden omdat ze de wereld rijpheid en
verantwoordelijkheidsgevoel hebben getoond. D'Alema wist onder grote
druk zijn centrum-linkse coalitie bijeen te houden. "We maakten een
eind aan de zeurcultuur van voortdurend klagen over onze Italiaanse
identiteit en onze geringe invloed op het wereldgebeuren", zei de
Italiaanse minister van Buitenlandse Zaken Dini. Italië is trots
op zijn matigende rol binnen de NAVO en zijn positie in de voorhoede
van de humanitaire hulpverlening.
Turkije
"Geef alles wat je kunt missen, zelfs een paar sokken." De emotionele
oproep van de krant Sabah tijdens de Kosovo-crisis van vorig jaar
bewees hoe diep de kwestie de Turkse publieke opinie beroerde. Kosovo
maakte ooit deel uit van het Ottomaanse Rijk en daarom raakte het
lijden van de mede-moslims een tere snaar. Daarbij kwam nog dat naar
Turks inzicht veel Arabische landen, waar de bevolking toch ook moslim
is, zich geen zier gelegen liet liggen aan het lijden van de Kosovaren.
"Terwijl de christelijke krachten hun kinderen het vuur insturen om de
moslim-minderheid te beschermen, doet de Arabische wereld niets",
schreef een Turkse krant woedend.
Een jaar na Kosovo is die houding van de 'christenen' in Turkije het
meest blijven hangen. Turkije, en dan met name de elite, bemint
'Europa' maar vermoedt dat die liefde niet wederzijds is omdat Turkije
een moslim-land is. Nadat in 1997 met name de Europese christen-
democraten stelden dat Turkije cultureel niet tot Europa behoorde,
bereikte dat gevoel van de afgewezen minnaar een hoogtepunt. De crisis
in Kosovo bracht Turkije weer nader tot Europa.
Griekenland
De eerste verjaardag van het NAVO-ingrijpen in Joegoslavië gaat in
Griekenland betrekkelijk onopgemerkt voorbij. Anti-NAVO betogingen
trokken vorige week weinig publiek. Maar de socialistische regering
Simitis zit nog steeds met het probleem hoe zij haar handtekening onder
het ingrijpen van vorig jaar kon verenigen met het feit dat 98 procent
van de bevolking daartegen was. De regering zal Kosovo niet snel als
een succes bestempelen. Zij ontwijkt zo veel mogelijk het woord NAVO,
maar prijst zich gelukkig dat een grote Griekse militaire macht in
Kosovo nuttig werk verricht voor de VN.