Westen: terreur werkt sneller dan
democratie
Maar de situatie blijft explosief
Robert van de Roer
BRUSSEL/NEW YORK, 23 MAART. Als
een reclameslogan rolde de Kosovo-spreuk vorig jaar zomer uit de
tekstverwerker van een naaste medewerker van Kofi Annan, chef van de
Verenigde Naties: "Het was een NAVO-oorlog, nu is het een VN-vrede."
Daargelaten wiens oorlog of vrede het is - elke definitieve uitspraak
over veiligheid op de Balkan is voorbarig zolang Slobodan Milosevic in
Belgrado regeert. Ruim tien jaar nu zorgt de Joegoslavische leider voor
onrust in de regio, met als laatste climax de etnische zuivering van
Kosovo vorig jaar. En al bijna tien jaar weet de internationale
gemeenschap geen raad met hem. Alle mogelijke fora hebben hun tanden op
hem stukgebeten: de vijftien landen van de Europese Unie, de vijf,
later zes landen van de Contactgroep, de acht landen van de G8, de
zestien, later negentien landen van de NAVO en de vijftien landen in de
VN-Veiligheidsraad. Het Westen heeft economische, juridische,
diplomatieke, politieke en militaire middelen tegen zijn regime
ingezet, maar een structurele oplossing heeft het niet gebracht. De
NAVO-luchtcampagne slaagde er vorig jaar pas na elf weken in de
Joegoslavische zuiveringen een halt toe te roepen. Maar toen waren al
naar schatting 10.000 Kosovo-Albanezen vermoord, 900.000 vluchtelingen
de Servische provincie uitgejaagd en duizenden huizen geplunderd of in
brand gestoken. Stabiliteit in Kosovo en omstreken heeft het Westerse
optreden niet gebracht, de militaire machine van Milosevic is niet
wezenlijk verzwakt, en diens eigen positie ogenschijnlijk evenmin.
Terreur werkt sneller dan democratie in Europa, is een van de
conclusies - niet alleen van de NAVO-luchtcampagne, maar van de totale
tienjarige ervaring van het Westen met Milosevic. Ook de NAVO-operatie
is niet meer dan één hoofdstuk in een al langer
voortslepend epos. Bezegelen doet het Westen niet, hoogstens afremmen.
En wanneer het epos afgelopen is, weet niemand.
Grote en kleine 'lessen van Kosovo' zijn er in vele soorten en maten.
Ja, de NAVO heeft zich verkeken op het uithoudingsvermogen van
Milosevic. Ja, de Europeanen liggen militair mijlenver achter bij de
Amerikanen. Ja, Kosovo was strategisch niet belangrijk genoeg voor het
Westen om grondtroepen in te zetten. Ja, het was strategisch onhandig
dat de NAVO wekenlang verkondigde die grondtroepen niet te zullen
sturen, waardoor Milosevic wist dat hij op de grond vrij spel had. Ja,
Rusland is onmisbaar voor diplomatieke onderhandelingen met Milosevic.
En ga zo maar door.
De NAVO koos voor bombardementen als maximaal inzetbaar wapen en had
veel te rooskleurig gepland. Milosevic zwichtte pas na elf weken, en
niet na een paar dagen, zoals gehoopt. Het bondgenootschap bleek in
zijn eerste oorlog niet de veel gepropageerde 'snelle' en 'flexibele'
alliantie, maar een trage kolos, aangestuurd door negentien soms
verdeelde democratieën. Milosevic' planning was beter: de etnische
zuiveringen bleken al maanden eerder beraamd. De NAVO kwam met de
schrik vrij toen Milosevic plotseling inbond. Want de inmiddels
onvermijdelijk dreigende grondoorlog leek de toch al broze eenheid
binnen de NAVO definitief te zullen breken.
Als we niets hadden gedaan, was de situatie nog veel erger geweest, zei
NAVO-chef Robertson deze week. We hebben gewonnen met onze strategie,
beweerde hij, maar beaamde ook: "Niemand kan tevreden zijn met de
huidige situatie." Het Westen was vorig jaar niet in staat of bereid
alle middelen in te zetten om de etnische zuiveringen te keren
en acuut de multi-etnische samenleving in Kosovo te redden,
bijvoorbeeld met grondtroepen. Nu probeert datzelfde Westen die multi-
etnische samenleving alsnog te redden, of beter: te bouwen.
Hoofdaannemer is de VN-missie UNMIK, die Kosovo moet optuigen als multi-
etnische samenleving; onderaannemer is de door de NAVO geleide
vredesmacht KFOR, die de vrede moet bewaken en het politieke doel van
UNMIK moet uitvoeren. De vraag is: is het doel nog wel haalbaar?
Nu inmiddels omgekeerde zuiveringen zijn uitgevoerd, honderden
Serviërs zijn vermoord en zo'n 240.000 niet-Albanezen Kosovo zijn
ontvlucht, onder wie naar schatting zeker 100.000 Serviërs,
bestaat de bevolking voor meer dan negentig procent uit Kosovo-
Albanezen en voor vijf procent uit Serviërs. Haat en
wraakgevoelens zitten dieper dan ooit. VN- en NAVO-diplomaten vrezen dat
het Westen nog twintig tot vijftig jaar in Kosovo zal moeten toezien op
de orde. Neem de door Belgrado gevoede spanningen in de etnisch
verdeelde stad Mitrovica, de provocaties van Albanese rebellen in de
grensstreek van Servië, de mobilisatie van Servische
veiligheidstroepen in diezelfde regio en Milosevic' voortdurend
dreigende invasie van zusterrepubliek Montenegro, en de conclusie is
dat de situatie explosief blijft.
De VN-Veiligheidsraad heeft in resolutie 1244 bepaald dat Kosovo
'substantiële autonomie' krijgt binnen de grenzen van
Joegoslavië. Een vage constructie die geen rekening houdt met de
etnische spanningen en belangrijke vragen openlaat, zoals de rechten
van minderheden. De totale onafhankelijkheid die de Kosovo-Albanezen
willen, is onbespreekbaar voor Rusland en China, twee permanente leden
met vetorecht. Ook Westerse regeringen zijn bang voor het precedent van
grenswijziging, beducht als ze zijn voor een 'Groot-Albanië'. Zo
schuift de raad de keuze over de exacte status van Kosovo en zijn
relatie met Belgrado voor zich uit. UNMIK-chef Kouchner riep de
Veiligheidsraad onlangs op uit te leggen wat hij bedoelt met
'substantiële autonomie'. Hij vroeg zich af of Kosovo binnen
Joegoslavië kan blijven nu Belgrado vorig jaar geprobeerd heeft
negentig procent van de burgers het land uit te gooien. "De VN zijn
duidelijk aan zet", zegt een hoge NAVO-diplomaat. Complicerende factor
voor het Westen is het Kosovaarse leiderschap. Westerse diplomaten
klagen binnenskamers dat sommige Kosovaarse leiders, zoals ex-
rebellenleider Thaçi, geen solide architecten zijn bij de bouw
van hun staat en zich onvoldoende inspannen voor de indamming van haat
en geweldsacties, zoals in de grensstreek met Servië. "We moeten
uitkijken dat de slachtoffers van gisteren niet de moordenaars van
morgen worden", zegt een Westerse diplomaat.
Westerse diplomaten taxeren eveneens dat Milosevic op zijn beurt zich er
nog niet bij heeft neergelegd dat hij zijn heilige Kosovo definitief
kwijt is. Volgens hen probeert hij her en der onrust te stoken, in de
hoop dat de NAVO - verdeeld of moegestreden - het toneel verlaat, en
hij Kosovo weer kan heroveren. VN- en NAVO-diplomaten kijken nu al
bezorgd uit naar de lokale verkiezingen in de herfst: voor de
registratie van Servische kiezers is de medewerking van Belgrado nodig.
"En die krijgen we natuurlijk niet", zegt een NAVO-diplomaat.
De spanningen, de haat en het staatkundige vacuüm zijn niet de
enige handicaps voor het Westen. De VN-missie kampt voortdurend met
tekort aan geld en personeel voor de opbouw, en vooral politiemensen.
Europese regeringen maken hun financiële beloftes niet waar,
waardoor Kouchner regelmatig als 'bedelaar' naar Brussel moet reizen.
Buitenlandse investeerders worden evenmin aangetrokken door de
ontbrekende stabiliteit. Van enige opbouw van Kosovo kan geen sprake
zijn zolang het fundament niet stevig is. De NAVO heeft moeite de vrede
te handhaven. Zij moet bovendien uitkijken niet verlamd te raken, zoals
destijds in Bosnië, door een ongeloofwaardig beleid van de VN te
moeten uitvoeren. De NAVO heeft inmiddels met circa 37.000 troepen in
Kosovo zo'n 10.000 soldaten te weinig. Veel landen hebben de afgelopen
maanden langzaam troepen teruggetrokken. Het inzetten van extra
manschappen zorgt bij de alliantie voor irritaties. De VS blijven vinden
dat Europa meer moet doen. Het Pentagon keerde zich onlangs al tegen
optreden van Amerikaanse militairen buiten hun eigen sector - tijdens
de spanningen in Mitrovica - en wilde dat eerst Europese landen meer
troepen stuurden. Het is bovendien een verkiezingsjaar in de VS: de
Amerikaanse regering kan nu geen volle lijkenzakken noch een oplaaiend
conflict gebruiken. Daarmee wordt het voorzichtige beleid van
Washington, dat vorig jaar tijdens de luchtcampagne al leidde tot het
afhouden van grondtroepen, voortgezet.
De VS willen ook geen zaken doen met "een dictator als Milosevic" en
proberen vooral tijd te kopen, in de hoop dat hij later dit jaar
verliest tijdens de presidentsverkiezingen. Maar dat is bij gebrek aan
serieuze tegenkandidaten een onzeker perspectief. Zo blijven VN en NAVO
bezig met de bestrijding van symptomen van etnische spanningen, en niet
met de oorzaak: de belangrijkste aanjager van die spanningen in
Belgrado. Een volgende confrontatie met Milosevic hoort nog steeds tot
de mogelijkheden.