Kritiek Amnesty op VN en KFOR
Door een onzer redacteuren
ROTTERDAM, 14 MAART. De rechten
van de mens in Kosovo worden "niet gerespecteerd" door het VN-bestuur
UNMIK en de vredesmacht KFOR.
Die beschuldiging uitte gisteren Amnesty
International in een rapport over Kosovo. Na de intocht van KFOR en de
vestiging van het VN-bestuur had het in Kosovo afgelopen moeten zijn met
de systematische schending van de rechten van de mens. Maar volgens het
rapport van Amnesty is dat niet het geval. In het rapport neemt Amnesty
één voorbeeld van "het falen" van UNMIK en KFOR
gedetailleerd onder de loep, omdat het incident volgens de organisatie
"illustratief is voor de bredere nalatigheid" van de internationale
gemeenschap.
Het uitgekozen incident had plaats op 13 februari in Kosovska Mitrovica,
de verdeelde stad in het noorden van Kosovo. Op die dag werden twee
KFOR-soldaten gewond bij incidenten waarbij Servische en Albanese
inwoners betrokken waren. Eén Albanees, Avni Hajredini, werd
gedood, 49 anderen werden door KFOR opgepakt.
Het Amnesty-rapport concentreert zich op de omstandigheden waaronder
Hajredini werd gedood en op het lot van de arrestanten. Over de dood van
de Albanees wordt in het rapport stilgestaan bij de diverse lezingen die
op opeenvolgende dagen door KFOR werden verstrekt. Eerst werd meegedeeld
dat Hajredini door KFOR onder vuur was genomen omdat hij vanaf een
balkon op de KFOR-soldaten had geschoten. Hij was gewond gevangen
genomen en later bezweken. Toen uit ooggetuigenverslagen en een video-
opname bleek dat die lezing niet klopte, heette het dat Hajredini niet
op het balkon had gestaan, maar op de grond - maar op KFOR had hij
wèl geschoten. Nog later werd ook die versie bijgesteld. Amnesty:
de ware toedracht is nooit serieus door KFOR of UNMIK onderzocht.
Bij de aanhouding van de 49 Kosovaren op 14 februari zijn de rechten van
de verdachten volgens Amnesty op grove schaal geschonden. Bij hun
aanhouding werden ze geïntimideerd. Ze werden vastgehouden in een
onverwarmde school, waar het overdag niet warmer werd dan nul graden. De
arrestanten werden op stoelen gezet en keken vijf dagen lang tegen een
muur aan, zonder te mogen opstaan, zonder te mogen praten en zonder te
worden gelucht. De gang naar het toilet ging gepaard met geweld en
vernedering. De reden van hun aanhouding kregen ze niet te horen, ze
werden niet geïnformeerd over hun rechten, hun familie werd niet
ingelicht over hun verblijfplaats en ze kregen geen toegang tot een
advocaat.
Amnesty tekent aan dat UNMIK als VN-instituut en KFOR als een
vredesmacht met een VN-mandaat de plicht hebben zich te houden aan de
regels van de VN voor de eerbiediging van de mensenrechten, hoe
"gecompliceerd en overstelpend" hun taak in Kosovo ook is. "Gezien de
immense verantwoordelijkheid van de VN hebben de VN de speciale
verplichting de standaard hoog te houden die ze zelf hebben geschapen."
De gang van zaken in Mitrovica toont aan dat UNMIK en KFOR daarin
"falen", en dat is, aldus Amnesty, "illustratief", omdat Mitrovica , ,de
microkosmos is van de problemen in heel Kosovo"