OM neemt stelling tegen 'sapman'
Door onze redacteuren
MARCEL HAENEN en TOM-JAN
MEEUS
ROTTERDAM, 11 SEPT. Het was een geniale coup die de
rijksrecherche in het voorjaar van 1995 pleegde. Nadat al anderhalf jaar
spookberichten rondgingen over bedenkelijke recherchetechnieken van het
Haarlemse politieduo Langendoen en Van Vondel, wist de rijksrecherche de
belangrijkste partner van het koningskoppel te verleiden over te stappen
naar de andere kant.
De "sapman" is een 53-jarige vruchtensaphandelaar uit België in
wie het Haarlemse duo miljoenen guldens investeerde voor de opzet van
een sapfabriek in Ecuador die moest gaan dienen als dekmantel voor
drugstransporten. Door de rijksrecherche liet hij zichzelf, zijn kantoor
en zijn auto voorzien van de meest verfijnde electronische apparatuur om
bewijs te verzamelen tegen zijn voormalige Haarlemse partners. Het werd
een vruchtbare samenwerking.
Via de "sapman' was de rijksrecherche in staat te registreren dat de
Haarlemse politie zakken geld aan hem gaf voor de front-store
Delta Rio in Guayaquil, Ecuador. De aanvankelijke scepsis over de
verhalen van sapman verdween. Zijn verklaringen kregen in het
onderzoeksrapport van de rijksrecherche een hoofdrol toegedicht.
De parlementaire enquêtecommissie Van Traa ontbood "sapman'
achter gesloten deuren zijn urenlange relaas te doen om vervolgens op
grond van de vergaarde informatie Langendoen en Van Vondel in een
openbaar verhoor onderuit te halen. En het Haagse openbaar ministerie
vroeg hem te dienen als belangrijkste bewijsdrager om de politiemannen
te vervolgen. De vervolging wordt overigens opgehouden omdat "sapman'
bescherming en een financiële vergoeding vraagt voor zijn verdere
medewerking.
Naar nu blijkt heeft de rijksrecherche het woord van de kroongetuige
niet altijd serieus genomen. Zijn verklaringen over de rol en
financiële steun van de Drugs Enforcement Administration
(DEA) bij de under cover-operatie in Ecuador zijn consequent als
,,niet valide of niet passende binnen de taakopdracht van het
onderzoek'' terzijde gelegd, zoals blijkt uit antwoorden op Kamervragen.
Minister Sorgdrager geeft daarin aan waarom passages uit een
"staatsgeheime' versie van het rijksrechercherapport niet zijn opgenomen
in de openbare rapportage.
Het openbaar ministerie, dat formeel leiding gaf aan het onderzoek van
de rijksrecherche, verklaarde gisteren dat "sapman' zijn vermoedens over
de DEA slechts zou baseren ,,op algemene tijdschriftartikelen over het
her en der opduiken van de Amerikanen''. Omdat er verder geen
aanwijzingen waren over de DEA zijn passages over de Amerikanen
geschrapt, aldus een woordvoerder van het OM. Hij wil geen antwoord
geven op de vraag of de rijksrecherche ook bij de DEA zelf navraag heeft
gedaan over de zaak. De Amerikaanse ambassade in Den Haag verwijst
desgevraagd voor een reactie naar de CRI die op haar beurt niets zegt.
Sapman is verbolgen over de mededelingen van het openbaar ministerie.
,,Alles wat ik heb verteld over de betalingen van miljoenen guldens van
Langendoen en Van Vondel aan mij klopte ook, hoewel dat in eerste
instantie ook door niemand werd geloofd. Waarom zou ik dan niet de
waarheid vertellen als het om de Amerikanen gaat?''
Hij zegt ,,een reeks aanwijzingen van Amerikaanse betrokkenheid'' te
hebben die zelfs niet zijn opgenomen in de "staatsgeheime' versie van
het rijksrechecherapport waaruit deze krant gisteren citeerde. Volgens
sapman heeft hij zelf uit contacten met de DEA medio 1994 in Guayaquil
opgemaakt dat de Amerikanen wisten van de Haarlemse under
cover-operatie. ,,Ik had een probleem met een ex-medewerker die over
een vals visum beschikte en nam daarover contact op met de DEA. Ik had
die mensen nooit eerder gezien of gesproken. Ze belden mij terug en
bleken mijn voornaam en de naam van mijn vrouw te kennen en wisten
precies wat ik in Ecuador deed'', aldus "sapman'. Hij zegt dat dit
voorval eveneens is opgenomen in de 120 pagina's tellende verklaring die
hij bij de rijksrecherche heeft afgelegd.
Sapman zegt dat de Amerikanen zijn werk voor de Haarlemse politie
oogluikend toestonden. Zo kon hij voortdurend zonder probleem grote
sommen geld in Miami wisselen terwijl de voorschriften in de Verenigde
Staten zijn dat voor ieder wisselbedrag boven de 5.000 dollar
gecompliceerde procedures moeten worden gevolgd. ,,Het was duidelijk dat
ik in Amerika geregistreerd stond als iemand die geen strobreed in de
weg mocht worden gelegd'', aldus sapman. Ook is het volgens sapman
voorgekomen dat de douane in Miami zijn echtgenote een vrije doortocht
gaf hoewel ze geen paspoort had.
Sapman is ervan overtuigd dat het concept dat Langendoen en Van Vondel
hanteerden voor de dekmantel in Ecuador, een rechtstreekse kopie is van
de manier waarop de DEA in Colombia werkt. ,,Daar hebben ze een stuk of
vijf van zulke bedrijven. Die dienden als voorbeeld voor onze fabriek;
dat is mij menigmaal duidelijk gemaakt''.
De verklaring dat de kleine vier miljoen gulden die de Haarlemse
politie in de fabriek stak, afkomstig was van criminele informanten, de
lezing van zowel de rijksrecherche als de commissie-Van Traa, gelooft
"sapman' niet. ,,Ik heb niet voor niets uitgeroepen dat het om geld van
de Amerikanen ging. Die informanten wonen allemaal in Nederland, die
hebben dat geld niet betaald. Waarom zouden ze? Het is mij altijd
opgevallen dat Van Vondel lange autoritten naar het buitenland had
gemaakt als hij een nieuwe portie duizendjes kwam brengen''.
De Kamerleden Hillen en Koekkoek (CDA) hebben minister Sorgdrager
(Justitie) vanochtend schriftelijk opheldering gevraagd over de mogelijke
betrokkenheid van de Amerikaanse Drugs Enforcement Administration
(DEA) bij het werk van de omstreden Haarlemse drugsrechercheurs
Langendoen en Van Vondel. Zij doen dit nadat deze krant gisteren meldde
dat in een "staatsgeheime' versie van het rapport van de rijksrecherche
over Langendoen en Van Vondel onderzoeksgegevens staan die wijzen op
Amerikaanse betrokkenheid. Deze gegevens komen niet voor in het openbaar
gemaakte rapport van de rijksrecherche. De CDA'ers willen weten waarom
deze passages in openbare rapport ontbreken. Andere fracties in de
Tweede Kamer nemen genoegen met de mededeling van het ministerie van
Justitie, dat gisteren liet weten dat de aanzijzingen over Amerikaanse
betrokkenheid zijn onderzocht maar geen bewijs opleverden. Hillen en
Koekkoek willen ook van Sorgdrager weten wanneer het toegezegde
onderzoek naar de rol van buitenlandse opsporingsdiensten in Nederland
gereed zal zijn.