U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier IRT-affaire

Nieuws

Rapport

Kamercommissie

Achtergrond

Biografie

Opinie

Begrippen

Veel adviezen Van Traa opgevolgd

Kamer verbiedt doorlevering drugs

Door een onzer redacteuren
DEN HAAG, 13 JUNI. Er komt een algemeen verbod op het opzettelijk doorlaten van verdovende middelen als opsporingsmethode. In het uiterste geval kan een uitzondering worden gemaakt door het college van procureurs-generaal, dat de minister van Justitie daarover direct moet inlichten.

De minister kan de voorgenomen doorlating met een aanwijzing alsnog verbieden. Het eventuele doorlaten van harddrugs is niet uitgesloten. De minister moet de Tweede Kamer - achteraf - periodiek rapporteren over eventuele doorlatingen.

Dat blijkt uit een motie die vanmorgen in de Tweede Kamer is ingediend en ondertekend door onder andere de fracties van PvdA, VVD, D66 en CDA. De Kamer rondde vandaag het debat af over de aanbevelingen van de parlementaire enquêtecommissie opsporingsmethoden. De Kamer neemt het overgrote deel van de aanbevelingen van de commissie-Van Traa over. ,,Ik ben zeer tevreden'', zei Van Traa vanochtend. ,,Het pakket haalt vrij ongeschonden de eindstreep.''

De doorlating van goederen die schadelijk of gevaarlijk zijn voor de veiligheid of de volksgezondheid (zoals drugs, wapens of springstoffen) is maandenlang onderwerp van discussie geweest gedurende de enquête. Deze methode, die veelvuldig is toegepast door de Haarlemse politie, moest justitie en politie meer inzicht geven in de structuur van criminele organisaties. De commissie-Van Traa stelde een verbod voor, met uitzondering van ,,de enkele proefzending van een kleine hoeveelheid softdrugs''.

Van Traa vindt de formulering van de Tweede Kamer nog ,,te ruim''. Volgens hem moet er in elk geval bijstaan dat het altijd om kleine hoeveelheden moet gaan. Volgens het Kamerlid Kalsbeek (PvdA) is dat volstrekt helder, en daarmee een ,,overbodige'' toevoeging. Zij zei dat de procedure, waarbij de minister van Justitie in alle gevallen voor de uitvoering van de doorlating zelf een verbod kan uitspreken, ,,zwaar genoeg'' is om te garanderen dat de methode slechts bij zeer hoge uitzondering wordt toegepast. ,,We moeten ervan uitgaan dat doorlaten hoegenaamd nooit meer zal voorkomen'', zei Kalsbeek. ,,De minister heeft dat in het debat ook gegarandeerd.'' Sorgdrager zei onlangs dat de doorlatingen hooguit ,,twee keer per ambtsperiode'' zouden voorkomen. Sipkes (GroenLinks) vindt dat de Kamer ,,te optimistisch'' is.

De Kamer wil verder dat in de wet wordt vastgelegd welke personen 'CID-subject' kunnen zijn bij de criminele-inlichtingendiensten van de politiekorpsen. Het gaat daarbij om registratie van verdachten en personen van wie het redelijk vermoeden bestaat dat zij ernstige misdrijven zullen plegen. De CID-registers moeten worden opgeschoond. Volgens de commissie-Van Traa stonden eind vorig jaar ruim 60.000 mensen geregistreerd.

De categorie 'grijze-veldsubjecten' in de CID-registers mag van de Kamer niet worden afgeschaft. De commissie-Van Traa had dat aanbevolen. Van deze 'grijze velders' bestaan nog geen aanwijzingen dat zij bij misdrijven betrokken zullen zijn. Vorig jaar waren er zo'n tienduizend geregistreerd. PvdA, CDA, en de kleine christelijke fracties vinden dat een verbod op het opnemen van deze personen in de registers ,,onpraktisch'' is. ,,In het veld is gebleken dat opheffing van die categorie grote beperkingen met zich meebrengt voor de opsporing'', aldus Kalsbeek in een toelichting. Volgens haar is zogenoemde ,,zachte informatie'' vaak het startpunt van verder opsporingsonderzoek door de politie.

De Kamer vindt verder dat minister Sorgdrager (Justitie) zich de komende maanden moet buigen over een definitie van opsporing. Met de opneming van die definitie in de wet moet worden voorkomen dat in de toekomst onduidelijkheid blijft bestaan over de vraag waar de opsporing van strafbare feiten door de politie begint.

Ook wil de Kamer dat deals van de opsporingsinstanties met criminelen in alle gevallen aan de rechter worden voorgelegd. De commissie-Van Traa had in zijn formulering een klein gaatje opgelaten. De Kamer vindt deze opsporingsmethode, die bijvoorbeeld inhoudt dat de officier van justitie een lagere straf eist tegen een verdachte in ruil voor informatie, dermate ingrijpend dat het voorleggen aan de rechter verplicht moet zijn. Vermoedelijk stemt de Kamer dinsdag over de vandaag ingediende moties.

De commissie-Van Traa deed in het eindrapport, dat in februari verscheen, een groot aantal aanbevelingen over onder meer infiltratie, doorlating, afluisteren en inkijkoperaties. De Kamer heeft het merendeel daarvan onderschreven. Opsporingsmethoden kunnen niet worden ingezet als er geen wettelijke basis voor is.

NRC Webpagina's
13 juni 1996

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad