|
|
'Opsporingsdiensten uit buitenland moeten opheldering geven'
Door een onzer redacteuren
De bewindsvrouw verklaarde dit gisteren in de Tweede Kamer. Ze noemde het ,,onbevredigend'' dat verbindingsofficieren van met name de Amerikaanse drugsbestrijdingsorganisatie Drugs Enforcement Administration (DEA) en het Duitse Bundeskriminalamt (BKA) tijdens de parlementaire enquête opsporingsmethoden hebben geweigerd medewerking te verlenen aan dit onderzoek. Ze beriepen zich op hun diplomatieke status die hun vrijwaart van verplichtingen die voortvloeien uit de Wet op de Parlementaire Enquête. De minister van Justitie sprak van ,,een probleem''. ,,Het is een beetje moeilijk te accepteren dat deze mensen die misschien een heleboel weten de mogelijkheid hebben geen informatie te geven. Dat zal nader worden onderzocht''. Eerder beklaagde ook Van Traa zich over de opstelling van het BKA en de DEA. Hij suggereerde dat deze diensten Nederland als ,,proeftuin'' hebben gebruikt. Bij grote drugsonderzoeken wordt door de Nederlandse politie en justitie uitvoerig samengewerkt met buitenlandse liaisons. Tijdens de enquête bleek dat er bijvoorbeeld door de DEA en het BKA regelmatig drugszendingen naar Nederland worden geregisseerd. Pas op het laatste moment wordt dan de hulp van de centrale recherche-informatiedienst (CRI) gezocht bij het eventueel in beslag nemen van ladingen en het arresteren van verdachten. Sorgdrager weigerde gisteren in te gaan op het verzoek van met name GroenLinks om een nieuw onderzoek te beginnen naar de zogeheten Bosio-zaak. Bosio is een Franse zakenman wiens bedrijf in de jaren tachtig naar eigen zeggen buiten zijn medeweten gebruikt is door de DEA voor drugstransporten. Het Kamerlid Sipkes zei dat met de wetenschap van de laatste tijd het steeds waarschijnlijker wordt dat Bosio wel degelijk de waarheid heeft gesproken, ook al hebben eerdere onderzoeken dit nooit kunnen aantonen. De minister heeft ook bevestigd dat via de haven van Antwerpen drugscontainers door de Nederlandse politie zijn aangevoerd. Volgens Sorgdrager gaat het hier niet om ,,stelselmatige doorvoer'' van containers. De ladingen zouden volgens haar ook altijd in beslag zijn genomen. Eerder verklaarde de tweede man van de Bijzonder opsporingsbrigade van de Belgische rijkswacht, W. van Mechelen, in deze krant dat bij dergelijke zendingen regelmatig enorme partijen softdrugs op de vrije markt zijn beland. Ook harddrugs zouden zo in het criminele milieu zijn verdwenen. Sorgdrager zei dat deze kwestie ook nog verder wordt onderzocht.
|
NRC Webpagina's 10 mei 1996
|
Bovenkant pagina |
|