Dossier IRT-affaire

Nieuws

Rapport

Kamercommissie

Achtergrond

Biografie

Opinie

Begrippen

Door een onzer redacteuren
DEN HAAG, 18 APRIL. Nederland is in het verleden in sommige gevallen als ,,proeftuin'' gezien door buitenlandse opsporingsautoriteiten voor acties tegen de georganiseerde drugscriminaliteit. Daarbij ging het onder meer om het Duitse Bundeskriminalamt (BKA) en de Amerikaanse Drugs Enforcement Administration (DEA).

Dit verklaarde de voorzitter van de parlementaire enquêtecommissie opsporingsmethoden, Van Traa, gisteravond tijdens het debat met de Tweede Kamer. ,,In sommige gevallen is er zeker sprake van dat Nederland als een proeftuin werd gezien'', zei Van Traa. ,,Aan het eind van de jaren tachtig is er sprake van acties die mede onder regie van het Bundeskriminalamt hier werden uitgevoerd en waarbij sprake was van gebruik van criminele gelden.''

Daarnaast zijn er volgens Van Traa verschillende andere acties geweest van het Bundeskriminalamt, ,,zoals gecharterde boten uit Aziatische landen en acties die door het IRT zijn behandeld, waarbij in ieder geval creatieve methoden gebruikt zijn en een deel doorgelaten zal zijn. Het fijne daarvan weet ik echter niet'', aldus Van Traa.

Van Traa zei in de Kamer dat hij de rol van de buitenlandse diensten en hun infiltratie-acties op Nederlandse bodem ,,graag beter had onderzocht''. Hij heeft contacten gehad met de buitenlandse diensten, maar veel leverden die niet op. ,,Met ambtenaren van de DEA heb ik twee keer een gesprek gevoerd. Dat bevond zich nog erg in de sfeer van algemene kennismaking voor een boel dichte brandkasten met weinig informatie. Daarna heeft men er helaas voor gekozen om alleen nog met ons te communiceren na schriftelijke vragen via de CRI. Dat leverde niet veel op.''