|
|
CID-ers waren verstrengeld met het criminele milieu
Door onze redacteuren MARCEL HAENEN en TOM-JAN MEEUS
De verklaringen van deze betrokkenen tonen aan hoezeer Langendoen en Van Vondel vervlochten zijn geraakt met het criminele milieu. Hun keuzes werden afhankelijk van de luimen van criminelen met wie ze coalities sloten voor drugsimporteurs. Het koningskoppel en hun informanten hielden de drugshandel wereldwijd op het oog. Een informant verklaart: ,,Ik ben via de CID Haarlem actief geweest bij de voorbereiding van een groot aantal verdovende middelen naar Nederland toe. Ik regelde deze transporten vanuit Marokko, Libanon, Pakistan, Afghanistan, India, Pakistan.'' Een andere informant maakt duidelijk dat er weinig grenzen werden gesteld. ,,Wij spraken af elkaar twee tot drie keer in de week te ontmoeten. Dat gebeurde in cafés. Zij (Langendoen en Van Vondel, red.) hebben mij niet verteld dat ik mij niet schuldig mocht maken aan strafbare feiten. Ik kreeg te horen dat alles bespreekbaar was (-).'' Het ging vaak om miljoenentransacties. In afwijking van de formele regels mochten de infiltranten hun drugswinsten behouden en volgens de rijksrecherche is dat een belanrijke reden voor de ontsporing van de Haarlemse Criminele Inlichtingendienst (CID). Kleine drugshandelaren konden zo dankzij de politie uitgroeien tot miljonair - en een weg terug was er voor hen niet meer. Een informant vertelt dat hij ,,op nadrukkelijk verzoek van Langendoen en Van Vondel'' is geïnfiltreerd in criminele organisaties die soft drugs importeren. Zijn winst was 6,5 miljoen gulden, zijn kosten bedroegen 3 miljoen. ,,Ik vond het zelf niet meer dan logisch dat ik die kosten zou betalen omdat ik mijn criminele verdiensten immers mocht behouden. Achteraf gezien vind ik dat ze mij te lang hebben laten gaan. (-) Niemand kan zich voorstellen wat het betekent in grote criminele organisaties te infiltreren. Je kan er gewoon niet meer uit.'' De informanten waren betrokken bij alle details van de drugshandel en soms werkte Haarlem samen met CID's uit andere regio's. ,,Ik heb complete tabletmachines en mengmachines opgehaald bij een firma in België. Van deze handelingen waren de CID'en in Haarlem en/of Limburg op de hoogte. Daar kreeg ik in alle gevallen (-) toestemming voor.'' Zoals bekend verliet Van Vondel eind 1993 de politie om privé-detective te worden. Uit het rapport wordt voor het eerst duidelijk dat hij dat plan al opvatte voordat eind 1993 de IRT-affaire uitbrak. Al in september 1993 maakte hij zijn plan bij collega's bekend, en een van hen verklaart tegenover de rijksrecherche dat Langendoen ,,drie, vier maanden'' later Van Vondel wilde volgen. Dat plan werd doorkruist door de IRT-affaire. Van Vondel bleef nadien in de weer met het 'saptraject' - de drugslijn die het koningskoppel vanuit Ecuador opzette zonder dat er enig onderzoeksbelang was. De fake-bedrijven die daarvoor werden opgericht stonden onder meer op naam Van Vondels echtgenote. Intussen werkte de zus van Langendoen bij de 'sapfabriek' in Guayaquil. Van Vondel 'runde' na zijn vertrek nog altijd vier informanten. ,,Van Vondel was de man die alles stuurde'', zegt een van hen over die periode. ,,Indien ik met zijn collega's contact had over containers omdat hij afwezig was, had Van Vondel 'boven over' altijd weer contact met mij. De contacten tussen Van Vondel en mij vonden ook plaats na zijn ontslag bij de politie.'' De privé-detective hield ook oog voor 'kleine' verdiensten. Een Rotterdamse CID'er legt uit hoe Van Vondel 5.000 gulden tipgeld achterover drukt door een informant een tip voor de politie door te geven die afkomstig is van Van Vondel zelf. ,,Zodra de informant dat geld zou ontvangen moest hij het aan Joost afgeven.'' Als Langendoen en Van Vondel in 1995 doorkrijgen dat de enquêtecommissie en de rijksrecherche hen steeds meer in de wielen rijden, dringen ze er bij hun informanten op aan belastende materiaal te vernietigen. ,,Ook heeft Joost mij gevraagd om tegen niemand meer over gedane zaken te spreken.'' Van Vondel maakt augustus vorig jaar aan 'sapman' - die zijn gesprekken met hem liet opnemen - duidelijk dat hij geen behoefte heeft aan openheid. ,,Ze willen mij ook als getuige horen... ze willen het naadje van de kous weten... krijgen ze nooit te weten...''
|
NRC Webpagina's 5 april 1996
|
Bovenkant pagina |
|