|
|
"Geen Italiaanse toestanden in bedrijfsleven"
Door een onzer redacteuren
De horeca-organisaties gaven vanmorgen geen reactie op de uitspraak van Van Traa dat de bedrijfstak slachtoffer is van uiteenlopende soorten van criminaliteit, van geweld tot witwassen en "protectie". Het wegtransport is het oneens met de conclusie van "Van Traa" dat ,,misdaadbestrijding bij transportondernemers niet hoog op de agenda staat". Het vervoer over weg, over zee en door de lucht is kwestbaar voor criminele activiteiten omdat zij van belang is voor de logistiek van bij voorbeeld drugshandel. Volgens de commissie-Van Traa wordt de Rotterdamse haven vooral gebruikt voor de smokkel van drugs. Marihuana en hash worden met duizenden kilo's tegelijk gesmokkeld en de cocaïne uit Colombia in tientallen of honderden kilo's per container. De Rotterdamse haven heeft ook te maken met diefstal van goederen, de werkelijke omvang daarvan is onbekend omdat bedrijven uit angst voor imagoverlies weinig aangifte doen. Wegvervoer
TLN, waar 90 procent van de Nederlandse transporteurs bij is
aangesloten,
heeft het rapport nog niet gezien maar wel de conclusies ervan vernomen.
Volgens een woordvoerster van TLN is infiltratie van de criminaliteit
binnen
het wegtransport niet te traceren. ,,Vervoerders krijgen in de meeste
gevallen
een verzegelde container en gaan ervan uit dat de inhoud overeenstemt
met
hetgeen op de vrachtbrief staat", aldus de woordvoerster.
TLN ontkent niet dat er sprake van infiltratie zou kunnen zijn. ,,Dat
is wel
mogelijk maar wij hebben er geen zicht op. Wij gaan ervan uit dat
normale
vervoersbedrijven dit niet doen. Ondernemingen die speciaal zijn
opgericht om
drugs te vervoeren beschouwen wij niet als transporteurs."
Een woordvoerder van het Koninklijk Nederlands Vervoer (KNV),
vertegenwoordiger van de grotere transportondernemingen heeft geen
aanwijzigingen dat infiltratie bij de
leden plaatsvindt. Wel wordt de organisatie geconfronteerd met veel
diefstallen. De organisatie vermoedt dat hier wel de georganiseerde
misdaad
achter zit.
Volgens de Vervoersbond FNV worden de eisen van kredietwaardigheid,
betrouwbaarheid en vakbekwaamheid, zoals beschreven in de Wet
goederenvervoer
over de weg, in de praktijk nauwelijks getoetst. Vooral de
kredietwaardigheid
is een ,,lachertje". Al heeft een onderneming faillissement op
faillissement
georganiseerd, dan nog ben je binnen de kortste keren weer
kredietwaardig
verklaard. Een gefailleerd bedrijf hoeft alleen maar een maatschappij te
vinden
die bereid is trucks te leasen.
Accountants
Het aantal van 7 dubieuze gevallen spoort met de indicaties die het
KNIVRA
zelf uit onderzoek van een aantal jaren geleden had gekregen, vertelt
Moleveld.
In 1994 hebben de accountants een meldingsplicht bij de Centrale
Recherche
Informatiedienst ingesteld voor ernstige vermoedens van fraude.
Onder die noemer kunnen ook vermoedens over betrokkenheid bij
criminele
organisaties worden gemeld. Volgens Moleveld overweegt het KNIVRA wel
opnieuw
een onderzoek in te stellen onder zijn leden naar betrokkenheid bij
misdaad. De
afgelopen jaren heeft de organisatie de kennis van de leden al
opgevijzeld door
middel van een boekje en seminars, aldus Moleveld. Hij zou graag willen
dat de
informatiestroom van accountants naar de overheid een
tweerichtingsverkeer
wordt en de politie - op vertrouwelijke basis - de beroepsorganisatie
eerder
waarschuwt als accountants ,,ingezogen" dreigen te worden in het
criminele
circuit.
Directeur J. Ten Wolde van KPMG Forensic Accounting: ,,Nu bepaalde
opsporingsmethodes worden ingesnoerd verwacht ik meer aandacht voor de
methode
van financieel rechercheren. De kennis en ervaring op dat gebied schieten
nu
tekort, zegt het rapport. Dat geldt voor het uitvoerend niveau, van
politie en
recherche, wat ik wel kan bevestigen, maar ook voor het niveau van de
officieren van justitie." KPMG werkt sinds drie jaar met een aparte
unit
financiële recherche, die inmiddels bijna 30 medewerkers omvat en
vooral
voor bedrijven fraude onderzoeken doet, maar ,,mondjesmaat" ook voor de
overheid werkt.
Ten Wolde bespeurt wel een tekort aan aandacht bij de Haagse politiek
en
daarmee ook aan de bereidheid om budgetten beschikbaar te stellen voor
fraude-onderzoeken. De private sector lijkt altijd duurder, maar of dat
in de
praktijk ook zo is, betwijfelt hij gezien de grotere effectiviteit van
onderzoeken en het op afroep beschikbaar zijn van externe adviseurs die
vervolgens na afronding van het onderzoek ook direct weer vertrekken. De
kosten
van een groot fraude-onderzoek, dat uitgevoerd wordt door externe
specialisten,
schat hij op tonnen.
Bouw
Het Algemeen Verbond Bouwbedrijf, een overkoepelende organisatie van
de
meeste Nederlandse aannemers, is verheugd over de bevindingen van de
commissie.
Wel is het AVBB het eens met de commissie dat de toetreding van nieuwe
bedrijven moet worden gereguleerd door het strikt toepassen van de
vestigingswetgeving. Over het probleem van de koppelbazen merkt het AVBB
op dat
de bedrijfsvereniging en de fiscus hierover goede en werkbare afspraken
hebben
gemaakt. Zij hopen daarmee dit verschijnsel te kunnen terugdringen.
De bedrijfsvereniging hanteert ook een streng systeem voor het innen
van de
premies voor de sociale verzekeringen, aldus het AVBB.
Notarissen
Een woordvoerder kan zich vinden in de conclusie van Van Traa dat
richtlijnen alleen onvoldoende zijn voor de bestrijding van de
criminaliteit.
Hij wijst erop dat het notariaat in samenwerking met justitie en de CRI
richtsnoeren heeft opgesteld die ,,naar alle waarschijnlijkheid" vanaf
21
februari van kracht zullen zijn. Volgens de woordvoerder riskeert de
notaris na
invoering van de richtsnoeren tuchtrechtelijke maatregelen wanneer hij
verzuimt
melding te maken van een verdachte geldstorting vanuit het buitenland op
de
rekening van een cliënt.
Afvalverwerkers
Dit geldt volgens Van den Brink in ieder geval niet voor de verwerkers
van
huishoudelijk- en bedrijfsafval, de branche waarvoor Van den Brink
spreekt. hij
constateert wel dat de branche fraudegevoelig blijft zolang de kosten
van
afvalverwerking lager zijn dan het tarief dat daarvoor gehanteerd wordt.
Volgens de commissie Van Traa lijkt de illegale handel in nucleair
materiaal
voorbij te zijn. Het ligt ook niet voor de hand om deze handel via
Nederland te
laten verlopen, want de markt ligt vooral in het Midden-Oosten,
Zuid-Amerika en
Azië. ,,Er zijn geen aanwijzigingen dat in Nederland zoiets als een
"atoommafia" of zelfs maar een serieus te nemen handel in dit materiaal
bestaat'', aldus het rapport.
|
NRC Webpagina's 2 februari 1996
|
Bovenkant pagina |
|