|
|
Politie liet 285 ton softdrugs en 100 kilo cocaïne door
Door een onzer redacteuren
Het bleek echter moeilijk een volledig beeld te krijgen, aldus het eindrapport van de commissie-Van Traa. Van de 285 ton softdrugs is in elk geval in een later stadium 175.000 kilo alsnog in beslag genomen, schrijft de commissie. Over ongeveer 10.000 kilo is geen duidelijkheid meer te krijgen. De commissie-Van Traa baseert de schattingen op cijfers van het Douane Informatiecentrum (DIC), een onderzoek van de rijksrecherche en een lijst van de officieren van justitie F. Teeven en J. Valente. Het onderzoek van de rijksrecherche naar de doorleveringen wordt overigens pas eind maart verwacht. Volgens de enquêtecommissie zijn de administraties van politie en de andere betrokken organisaties, zoals douane en FIOD, niet toereikend om de doorleveringen volledig in beeld te brengen. Er zijn ,,enige aanwijzingen'' dat er meer containers zijn doorgelaten'', aldus het rapport. Het IRT Noord-Holland/Utrecht liet in 1992 en 1993 in totaal 45.000 kilo softdrugs passeren. Onder verantwoordelijkheid van officier van justitie M. van Capelle kwam volgens de commissie 30.000 kilo op de markt. Al waren er bij het IRT plannen om ook zo'n 100 kilo harddrugs (cocaïne) te laten passeren, de commissie-Van Traa heeft geen aanwijzingen dat dat ook is gebeurd. In het zogeheten Copa-onderzoek van de Haagse politie zijn enkele honderden kilo's harddrugs op de markt gekomen. Copa is het team van de Haagse politie dat de drugslijn Colombia-Paramaribo naar Nederland onderzocht. In de zogeheten Beverzaak in Rotterdam werd in totaal 44.000 kilo softdrugs doorgelaten. Daarvan is volgens de enquêtecommissie aantoonbaar 26.000 kilo alsnog in beslag genomen. 18.000 kilo kwam op de markt terecht door ,,ofwel de onmogelijkheid van observatieteams om de transporten te volgen ofwel bewust doorgelaten vanwege de veiligheid van een informant''. Op 5 september 1995, een dag voordat de openbare verhoren van de enquêtecommissie begonnen, deelde minister Sorgdrager (Justitie) in de Tweede Kamer mee dat onder regie van politie en justitie 100.000 tot 400.000 kilo softdrugs waren doorgelaten. Hoeveel daarvan op de markt was verdwenen werd nog onderzocht. Het doorlaten van verdovende middelen was de kern van het zogenoemde Delta-onderzoek van het IRT Noord-Holland/Utrecht. In een poging een van de grootste misdaadbendes op te rollen gebruikte de Haarlemse politie een informant die grote hoeveelheden drugs mocht importeren. Met een aantal succesvolle zendingen zou de informant het vertrouwen winnen van de leiders van de criminele organisatie. Het uiteindelijke doel was een grote partij harddrugs te onderscheppen en de kopstukken van de organisatie aan te houden. De commissie-Van Traa oordeelt overigens negatief over het doorleveren van grote partijen drugs. Het doorlaten van kleine proefzendingen moet in de ogen van de commissieleden bij uitzondering mogelijk blijven. ,,Daarbij gaat het om kilo's en niet om tonnen'', aldus de commissie. Het lid Koekkoek (CDA) vindt ook doorlating van beperkte hoeveelheden harddrugs aanvaardbaar.
|
NRC Webpagina's 1 februari 1996
|
Bovenkant pagina |
|