Burgemeesters overstag

Landelijk team voor IRT-cocaïne

Door onze redacteur MARCEL HAENEN
DEN HAAG, 15 JAN. Er wordt alsnog een landelijk politieteam geformeerd dat onderzoek gaat doen naar de erfenis van de zogeheten IRT-affaire: de grootschalige import van cocaïne met hulp van corrupte ambtenaren.

Minister Korthals (Justitie) zal dit volgende week meedelen aan de Tweede Kamer. Het parlement had zich ongerust getoond toen eind vorig jaar bleek dat de korpsbeheerders van Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Haarlem, Den Bosch en Zwolle weigerden gehoor te geven aan een verzoek van het openbaar ministerie om rechercheurs te leveren voor een onderzoek naar de bevindingen van de Kamercommissie Kalsbeek. Die commissie concludeerde vorig jaar dat criminele informanten in de jaren negentig met hulp van corrupte opsporingsambtenaren minimaal 15.000 kilo cocaïne Nederland hebben binnengevoerd. Dergelijke drugsimporten zouden mogelijk nog steeds doorgaan. De korpsbeheerders van de grote steden - waar zogeheten kernteams zijn gestationeerd voor de strijd tegen de zware misdaad - wilden geen agenten afstaan omdat dit lopende onderzoeken in gevaar zou brengen. Burgemeester Deetman van Den Haag schreef op 21 december "overwegende bezwaren" te hebben.

Een woordvoerder van het korpsbeheerdersberaad zegt dat afgelopen donderdag na overleg tussen Deetman en de voorzitter van het college van procureurs-generaal De Wijkerslooth alsnog is besloten de rechercheurs te leveren. Waarom de burgemeesters van mening veranderd zijn, wil ze niet zeggen.

Voor het onderzoek zal het nieuwe politieteam van twaalf rechercheurs gebruik mogen maken van het zogeheten IRT-materiaal. Deze dossiers waren eerder 'besmet' verklaard omdat ze mogelijk waren verzameld via het illegaal doorleveren van drugs door de politie. Minister Korthals vindt dat opnieuw moet worden bekeken of er niet toch inlichtingen bruikbaar zijn omdat ze op rechtmatige wijze zijn verkregen.De Commissie-Kalsbeek heeft eerder de Amsterdamse ex-commando Mink K. aangeduid als de belangrijkste crimimele informant achter de import van de cocaïne. Vorige maand bepaalde de Amsterdamse rechtbank dat Mink K., die in een andere zaak terechtstaat wegens wapenhandel, een proces achter gesloten deuren krijgt. Zijn advocaat had daar om gevraagd, omdat Mink in beslotenheid opheldering wil verschaffen over zijn informantenrol. Het weekblad Vrij Nederland heeft inmiddels een advocaat ingeschakeld om te eisen dat de pers de gelegenheid krijgt de zaak te volgen.

NRC Webpagina's
15 januari 2000