|
BAROK VOOR BOEREN EN VISSERS
|
Wanneer in de zeventiende eeuw een wet op het
cultuurbehoud had bestaan zou die eeuw niet als van goud, maar als van
platina te boek hebben ge staan. Wat een topstukken aan schil derijen en
toegepaste kunst, wat een verzamelingen zouden dan nu nog te zien zijn
geweest.
Friedrich III (1597-1659) Maar kunst was handel en dat was destijds al helemaal geen overheidszaak. Talloze culturele aderlatingen zijn bekend, vooral op het gebied van schilderkunst en teken kunst. Een minder bekende transactie vond plaats in 1651. Toen werd, in Enkhuizen, een van de belangrijkste collecties van Europa opgekocht door hertog Friedrich III van Sleeswijk- Holstein-Gottorf. Dit was geen kunst verzameling, maar een enorme collec tie naturalia en etnografica, gedurende zo'n dertig jaar bijeengebracht door de Enkhuizer arts Bernardus Paludanus. Deze Paludanus, die al in 1630 was overleden, had in zijn jonge jaren langdurig rondgereisd in het Na bije Oosten, in Egypte, Italië en Duits land. Op de terugweg bezocht hij de belangrijkste vorstelijke collecties in steden als Rome, Wenen, Praag en München en bestudeerde hij de verzamelingen van artsen en apothekers in Italië waar het accent vooral op bota nie en zoölogie lag. Eenmaal gevestigd in Enkhuizen breidde hij de verzame ling die hij op zijn reis had samenge steld uit tot enorme omvang. Hij bezat tientallen kasten die waren onderver deeld in schuifladen met vakjes, Daar in lagen de naturalia opgesteld, ge droogde planten en zaden, schelpen, koralen, gesteentes, kleurstoffen en medicijnen, terwijl de wanden behan gen waren met opgezette dieren, ge droogde vissen, huiden. De etnografica bestonden uit wapens, kleding, siervoorwerpen uit Brazilië, Noord- Amerika, West-Afrika, Indonesië, China en Japan. Decennialang was deze collectie een topper voor geleerden en vorstelij ke bezoekers die te paard, in karossen of per schip naar Enkuizen trokken om dit wereldwonder te aanschou wen. Het gastenboek van dokter Pa ludanus is bewaard gebleven en bevat de handtekeningen en opdrachtver sjes van duizenden bezoekers. Na zijn dood heeft de collectie achttien jaar te koop gestaan en het is een raadsel waarom geen Nederlander hem ge kocht heeft. De opgezette krokodillen en slangen, de schelpen en koralen zouden na drieëneenhalve eeuw waar schijnlijk tot stof en gruis zijn vergaan, maar ons land zou nu wel een van de oudste volkenkundige verzamelingen ter wereld hebben bezeten. Maar de hele zaak werd in 1651 in gepakt en naar Gottorf verscheept. Dit werd de kern van de "Gottorfische Kunstkammer', waarvan de bibliothecaris van hertog Friedrich III, Adam Olearius, de "antiquarius', de conser vator werd. Hij schreef er een uitvoerige, geïllustreerde catalogus bij, die het mogelijk maakt een indruk te krijgen van de collectie en van de denkbeelden die men destijds had over kunst en natuur. De collectie Gottorf werd later naar Kopenhagen gevoerd, maar is nu tij delijk, op de grote tentoonstelling Gottorf im Glanz des Barock, weer opge steld. We zien Egyptische beeldjes, schilden uit de Molukken, knotsen uit Brazilië, Westafrikaanse schortjes en Javaanse krissen, die ooit in het curio siteitenkabinet van de geleerde dokter van Enkhuizen stonden opgesteld en die alle functioneerden als een repre sentant van de culturen die in de vroe ge zeventiende eeuw in de wereld be kend waren. |
NRC Webpagina's
1 augustus 1997
|
Bovenkant pagina |