U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Computerbeveiliging

Nieuws

Lekken

Privacy

Hackers

Pentagon

Virussen

Tips

Boeken

Films

Links

Britse politie legt oor te luister op het internet


In Europa loopt Groot- Brittannië voorop bij het aftappen van internetverkeer. De nieuwe regels zorgen voor veel commotie.

Door MARIE-JOSÉ KLAVER

AMSTERDAM, 15 JULI. RIP heet de nieuwe Britse wet die het aftappen van internetgebruikers mogelijk moet maken. De afkorting staat voor Regulation of Investigatory Powers en de wet geeft de politie en andere opsporingsdiensten toestemming zonder rechterlijk bevel e-mail en andere soorten internetverkeer af te tappen. Ook moeten verdachten onder deze wet, die al is aangenomen door het Lagerhuis en komende week in het Hogerhuis wordt behandeld, wachtwoorden en versleutelingscodes afgeven als de politie daar om vraagt.

De nieuwe wet, in de Engelse media ook wel 'snooping bill' genoemd, heeft sinds de introductie voor veel commotie gezorgd in Groot- Brittannië. Bedrijven, juristen en privacy-activisten vinden de wet veel te ver gaan. Providers en andere internetondernemingen zullen verplicht worden voorzieningen in hun netwerken aan te brengen zodat de politie verdachten kan aftappen. De politie krijgt een rechtstreekse verbinding met het netwerk van elke provider zodat dag en nacht getapt kan worden.

Volgens de Engelse Kamers van koophandel kan de RIP-wet het land ruim 72,5 miljard euro aan e-commerce inkomsten kosten. Omdat andere Westerse landen niet de verplichting kennen dat verdachten wachtwoorden en codes hoeven af te geven aan de politie, vreest het Britse bedrijsleven dat de afluisterwet de elektronische handel in gevaar brengt. Steeds meer bedrijven maken gebruik van versleuteling (encryptie) om gegevens via internet te versturen. Enkele multinationale internetaanbieders hebben al gedreigd uit Engeland weg te gaan. Als resultaat van felle protesten van het bedrijfsleven en internetdeskundigen is er een amendement aangenomen dat hoofdcommissarissen verplicht om elektronische taps aan te melden bij een speciale surveillance functionaris die de rechtmatigheid van het afluisteren moet controleren. Juristen twijfelen aan de rechtmatigheid van de wet. Volgens het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM) kan een verdachte niet verplicht worden aan zijn eigen vervolging mee te werken. Als een verdachte gedwongen is de politie toegang te geven tot belastend materiaal op zijn computer werkt hij in feite mee aan zijn veroordeling.

De Regulation of Investigatory Powers-wet staat niet op zichzelf. De wet lijkt in sommige opzichten op de Nederlandse Telecommunicatiewet die in 1998 in werking is getreden. De Telecommunicatiewet verplicht providers, telecomoperators en andere bedrijven met toegang tot internet hun netwerken aftapbaar te maken. Er zijn wel enkele belangrijke verschillen met de RIP-wet. In Nederland zijn verdachten niet verplicht aan hun eigen vervolging mee te werken en hoeven ze dus geen wachtwoorden en versleutelingscodes af te geven. Nederlandse providers onderhandelen nog met politie en justitie over de manier van aftappen. Het is nog niet zeker of de politie zelf toegang krijgt tot al het internetverkeer van een provider of dat ze alleen de provider opdracht kan geven een bepaalde verdachte af te luisteren. Voor elke tap is een bevel van de rechter-commissaris nodig. Ook de Amerikaanse FBI mag niet zonder een rechterlijk bevel via het Carnivore-systeem bij internetproviders aftappen.

De RIP-wet sluit aan, zoals de Britse regering zelf uitvoerig uitlegt op een homepage (www.homeoffice.gov.uk/oicd/ripbill.htm), op Europese afspraken over afluisteren en misdaadbestrijding. Groot- Brittannië is het eerste land dat de voorstellen van de Europese Raad voor Justitie en Binnenlandse Zaken vrijwel letterlijk implementeert. Binnen de Europese Unie bestaat een werkgroep Politiële Samenwerking (een onderdeel van de Europese Raad voor Justitie en Binnenlandse Zaken) die zich sinds 1993 bezighoudt met de harmonisatie van aftapwetgeving en technische standaarden voor telecommunicatie. In 1995 heeft de Europese Raad voor Justitie en Binnenlandse Zaken, die veel overleg voert met de FBI, een resolutie aangenomen over de 'wettelijke interceptie van communicatie' met daarin technische eisen waaraan telecomaanbieders zouden moeten voldoen zodat internationaal aftappen mogelijk is. Ook de Verenigde Staten, Canada, Australië en Nieuw Zeeland hebben die resolutie aangenomen. Bij de bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit komt het voor dat bijvoorbeeld de FBI een Amerikaanse verdachte van drugshandel die in Bonn woont, wil afluisteren. Als het Duitse telefoonsysteem niet compatibel is met de in Amerika gebruikte apparatuur, is afluisteren bijna onmogelijk. De werkgroep voor Politiële Samenwerking van de Europese Raad voor Justitie en Binnenlandse Zaken heeft onder de naam Enfopol (Enforcement Police) enkele documenten gepubliceerd waarin wordt voorgesteld dat opsporingsdiensten real time toegang krijgen tot digitale netwerken zoals internetaanbieders en telecombedrijven die gebruiken.

Opvallend is dat de Europese afspraken over elektronisch afluisteren en standaarden in het geheim worden gemaakt. De nationale parlementen en het Europees Parlement hebben geen invloed op de afspraken. De meeste Enfopol-stukken zijn niet openbaar. Ze zijn uitgelekt via een groep journalisten uit Duitsland, Oostenrijk en Engeland, die goede contacten met parlementariërs hebben. De journalisten hebben vorige week de Netmedia-onderscheiding gekregen (gesponsord door Reuters en Deloitte & Touche) voor hun onderzoek naar Enfopol.

NRC Webpagina's
15 juli 2000

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad