|
|
|
NIEUWSSELECTIE Campagnesite Delanoe
|
De tweede ronde
Parijs' rechts doet aan automutilatie
PARIJS, 17 MAART. Of nu links of rechts wint in Parijs, de Franse hoofdstad gaat een merkwaardig weekeinde tegemoet. Morgen wordt de tweede en beslissende ronde van de Franse gemeenteraadsverkiezingen gehouden. Er worden zo'n half miljoen gemeenteraadsleden gekozen in bijna 37.000 gemeenten, waarna de partij die de meerderheid heeft verworven een week later haar lijsttrekker kiest als burgemeester. Als in Parijs verzameld links wint, dan wordt Bertrand Delanoë de eerste socialistische burgemeester sinds honderd jaar. De laatste linkse burgemeester is de al lang en breed vergeten Jules Joffrin geweest. Het zal dus wennen zijn. Maar nog vreemder wordt als het tot voor kort oppermachtige rechts wint. Want dan is de grote vraag wie er nu eigenlijk burgemeester wordt. De officiële kandidaat van de RPR, Philippe Séguin? Of zittend burgemeester Jean Tiberi, dissidente aanvoerder van een eigen lijst? Niemand die het weet. Het antwoord hangt helemaal af van het aantal zetels dat elk van hen in de gemeenteraad verwerft. "Wordt Séguin nu eerste wethouder van Tiberi? Of Tiberi van Séguin?", vroeg Delanoë zich van de week nog af. De gekscherende vraag was een treffende samenvatting van de verdeeldheid tussen twee kemphanen die op welhaast tragische wijze tot elkaar veroordeeld zijn. Als ze links even energiek bestreden hadden als ze elkaar te lijf zijn gegaan, dan werd rechts morgen glorieus winnaar. Geen wonder dat Delanoë zich nare grappen permitteert. Automutilatie - daaraan geeft rechts zich al een campagnelang over. Deze week nog gaf Séguin een verbluffend staaltje ten beste. In een interview met het dagblad Le Monde vroeg hij zich hardop af "of schandalen niet lonen", gezien de 14 procent die de in affaires gespecialiseerde Jean Tiberi afgelopen zondag heeft veroverd. Hij schreef het verrassend hoge resultaat toe aan "de doeltreffendheid van het systeem van vriendjespolitiek". Het systeem waarmee hij almaar zegt te willen breken. En hij mijmerde: "Misschien moet ik ook wel voor een schandaal zorgen..." Breeduit etaleerde hij zijn verbittering over zijn eigen partij, en over de leider-achter-de-schermen Jacques Chirac, president van de Republiek. Het is een publiek geheim dat volgens Chirac niet "het systeem" het probleem is van rechts maar een slechte kandidaat: Philippe Séguin dus. Door de president zelf tot lijsttrekker gepromoveerd maar nu zondebok. Die zich tegenover zijn interviewer manmoedig verweerde en nog wat vuurwerk in het vooruitzicht stelde: "Degenen die (..) alle zonden van Israël op mijn hoofd stapelen raad ik aan de uitkomst van de verkiezingen af te wachten. Tevens raad ik hen aan voorzichtig te zijn. Denkt u dat, als ik verlies na op deze manier behandeld te zijn, ik geen zin heb om mijn kant van de zaak even toe te lichten?" Een dreigement was het niet. "(..) Ik zal ze dat besparen. Door te winnen". Het is een mogelijkheid. Ondanks alles. Links leidt sinds de eerste ronde met 43 procent van de stemmen tegen 39 procent voor rechts. Dat verschil is klein. Omdat Séguin aan een eventueel electorale nederlaag niet ook nog een " moreel" failliet wilde toevoegen, heeft hij iedere lijstverbinding met Tiberi categorisch van de hand gewezen. Maar in een van de twintig arrondissementen die Parijs telt, het cruciale 9de , is Séguin-rechts ongehoorzaam geweest en toch op één lijst gaan staan met de plaatselijke Tiberist. In sommige andere arrondissementen heeft Séguin zijn lijsten ingetrokken, zodat die van Tiberi alle rechtse stemmen kan verzamelen, in enkele andere (maar veel minder dan Séguin gewenst had) heeft Tiberi hetzelfde gedaan. De verdeeldheid is dus enigszins ingeperkt, maar in nog altijd negen arrondissementen kunnen de kiezers stemmen op drie lijsten: één comfortabel eensgezinde linkse lijst en twee hopeloos verdeelde rechtse. De geplaagde Séguin heeft al hardop berekend, dat daardoor zes zetels aan de neus van rechts voorbij kunnen gaan. Precies de zes zetels, wel te verstaan, die links op het pluche kunnen helpen. Even terecht als hulpvaardig heeft Bertrand Delanoë geconstateerd dat Séguin - RPR-lid met een links hart en verleden - niet zozeer bestrijder van "het systeem" is als wel "gijzelaar" ervan. En Tiberi? Die schudt parmantig handen in "zijn" arrondissement, het vijfde, het Quartier Latin, ooit, in mei '68, de bakermat van de studentenopstand. Nu is het een chique bourgeoiswijk, waar Tiberi in de eerste ronde 40 procent van de stemmen vergaarde. Maar volgens velen is met de revolte van toen juist op deze plek wel het verval van rechts ingezet.
Zie ook:
'Parijzenaars zijn geen koude monsters' (15 maart 2001) |
NRC Webpagina's 17 MAART 2001
|
Bovenkant pagina |
|