U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
Klik hier
N R C   H A N D E L S B L A D  -  V O O R P A G I N A
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

 NIEUWSSELECTIE 
 KORT NIEUWS 
 RADIO & TELEVISIE 
 MEDIA 

S c h a k e l s
Dossier Midden-Oosten

Regering Israël geeft Palestijnen 24 uur

Door onze correspondent
TEL AVIV, 3 NOV. Ondanks aanhoudend geweld, waaronder een bomaanslag in Jeruzalem, heeft de Israëlische premier Ehud Barak de Palestijnse leider Yasser Arafat gisteren een etmaal de tijd te geven om een bestand van kracht te laten worden waarover minister Shimon Peres woensdagnacht in Gaza overstemming bereikte met de Palestijnse leider.

Dat Barak oproepen van de oppositie tot onmiddellijke vergelding negeerde, hield de hoop in stand dat het bestand zal werken. Barak stelde Arafat gisteren wel indirect verantwoordelijk voor de autobomaanslag bij een drukke markt in West-Jeruzalem waarbij gistermiddag twee Israëliërs het leven verloren en tien werden gewond. Onder de slachtoffers is de 24-jarige dochter van Yitzhak Levy, de leider van de zeer oppositionele Nationale Religieuze Partij. Haar begrafenis werd door talrijke Israëlische kopstukken bijgewoond. De Islamitische Jihad, een kleine extremistische groep, heeft vanuit Libanon de verantwoordelijkheid voor deze aanslag op zich genomen. Barak eiste gisteren de arrestatie van kopstukken van Hamas en de Islamitische Jihad die eerder door Arafat op vrije voeten werden gesteld. Volgens Barak zetten zij de terreur in Israël voort. De Palestijnse autoriteiten hebben van hun kant de aanslag veroordeeld.

Ondanks het bestand hielden gisteren op verschillende punten op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook botsingen tussen Israëlische troepen en Palestijnse demonstranten aan. Daarbij werden drie Palestijnen gedood. Gisteravond kwam de stadswijk Gilo in West-Jeruzalem opnieuw onder Palestijns vuur te liggen. Israël antwoordde met zware beschietingen.

Aan de andere kant erkende Israël vandaag dat de Palestijnse autoriteiten moeite doen om het bestand ten uitvoer te leggen. De Palestijnse politie probeert protesten in te dammen. Baraks veiligheidsadviseur Danny Yatom zei te hopen dat vandaag verdergaande veiligheidsmaatregelen worden genomen om het geweld te verminderen. Hij zei ook voor de legerradio dat niet te veel op de tijdslimiet moet worden gelet. "Ik suggereer dat we niet voortdurend op ons horloge kijken en niet elke minuut tellen."

De spanning is vandaag hoe dan ook hoger, rond het uitgaan van de moskeeën na het vrijdagse gebed. In Jeruzalem werden vandaag opnieuw alleen Palestijnen boven de 45 jaar oud tot het vrijdaggebed in de Aqsamoskee op de Haram al-Sharif/ Tempelberg toegelaten.

Het wachten was gistermiddag op een gezamenlijke verklaring van Barak en Arafat.

Israël vreest nieuwe aanslagen

Beide leiders zouden die gelijktijdig over de elektronische media afleggen. Uiteindelijk bleef het bij schriftelijke verklaringen waarin beide partijen het op zich namen het geweld in 48 uur af te bouwen. De Israëlische zijde toonde zich zeer ontvreden over de Palestijnse verklaring. Deze riep namelijk op tot voortzetting van de protesten tegen de Israëlische bezetting, zij het uitdrukkelijk met vreedzame middelen. De islamitische oppositie tegen Arafat heeft het bestand onmiddellijk verworpen, en in plaats daarvan tot escalatie van het geweld opgeroepen. De Islamitische Jihad heeft na de bomaanslag verdere aanslagen aangekondigd. Maar ook groeperingen binnen Arafats Al-Fatah liggen dwars. Het Palestijnse zelfbestuur riep Israël vanmorgen op tanks bij de steden terug te halen, het schieten op demonstranten te staken en een einde te maken aan de afsluiting en omsingeling van Palestijnse steden en gebieden als voorwaarden voor uitvoering van het bestand.

Intussen wordt de Israëlische bevolking opgeroepen uiterst waakzaam te zijn wegens mogelijke nieuwe terroristische aanslagen in Israël. In de grote steden, vooral in Jeruzalem, zijn uitgebreide veiligheidsmaatregelen getroffen.

Een heilige oorlog van aanslagen


De Islamitische Jihad in Palestina heeft de verantwoordelijkheid voor de bomaanslag van gisteren opgeëist.

Door een onzer redacteuren

ROTTERDAM, 3 NOV. De Islamitische Jihad in Palestina, die de verantwoordelijkheid voor de bomaanslag van gisteren in Jeruzalem heeft opgeëist, is een zeer kleine, extremistische groep die vecht voor de vernietiging van Israël door een heilige oorlog. De groep, concurrent van het veel grotere Hamas, eist de vestiging van een islamitische staat.

De Islamitische Jihad werd opgericht in 1980. De inspiratie was pro- Iraans, maar de later door Israël vermoorde Palestijnse leider Abu Jihad, een naaste medewerker van Yasser Arafat, speelde ook een belangrijke rol in haar totstandkoming. Nu bevindt de Islamitische Jihad zich in de oppositie tegen Arafat.

De Islamitische Jihad stond aan de oorsprong van de eerste intifada. Op 6 oktober 1987 ontketende de dood van vier leden van de Jihad in een hinderlaag door de Israëlische Shin Beth een eerste golf van protesten. Het formele begin van de cyclus van Palestijnse demonstraties die uiteindelijk naar het akkoord van Oslo zou leiden, kwam op 8 december.

De groep vecht haar oorlog in de vorm van aanslagen op Israëlische doelen, vaak burgers in Israël. Zij heeft verscheidene dodelijke aanslagen opgeëist: in juli 1989 de aanslag op een bus op de route Tel Aviv-Jeruzalem (14 doden), in januari 1995 de dubbele zelfmoordaanslag in Beit Lid (21 doden, van wie 20 militairen), in april 1995 de aanslag bij een joodse nederzetting in Gaza (7 doden, van wie zes Israëlische militairen en een Amerikaanse vrouw) en een zelfmoordaanslag in maart 1996 in Tel Aviv (12 doden). Een week geleden werd een strijder van de Islamitische Jihad gedood door de ontploffing van een bom die hij per fiets vervoerde naar een Israëlische militaire positie in de Gazastrook.

Veel meer dan Hamas, dat ook in de legaliteit opereert en op een uitgebreid sociaal netwerk steunt, opereert de Jihad militair en in de clandestiniteit. Haar leider, Fathi Shqaqi, werd in 1995 op Malta vermoord, naar wordt aangenomen door Israëlische agenten. Zijn opvolger is Ramadan Abdallah Shallah. Het hoofdkwartier van de groep bevindt zich in de Syrische hoofdstad Damascus, wat in zekere zin ironisch is gezien de ferme onderdrukking van de eigen moslim- fundamentalisten door het Syrische regime. Er zijn berichten over een toenemende samenwerking met de veel grotere Libanese fundamentalistisch- islamitische beweging Hezbollah. Wat dat betreft is illustratief dat Shallah de aanslag van gisteren opeiste en verdere aanslagen aankondigde voor de televisiezender van Hezbollah, Al-Manar.

NRC Webpagina's
3 NOVEMBER 2000


( a d v e r t e n t i e s )

Klik hier

Klik hier

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad