U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
Klik hier
N R C   H A N D E L S B L A D  -  S P O R T
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

 NIEUWSSELECTIE 
 KORT NIEUWS 
 RADIO & TELEVISIE 
 MEDIA 

S c h a k e l s
Dossier Tour de France 1998

Dossier Tour de France 1999


Tourdirecteur verdiept zich niet in dopingzaken


Tourdirecteur Jean-Marie Leblanc werd gisteren gehoord in het dopingproces over de wielerploeg Festina. "Nee, ik heb nooit doping gebruikt", zei de Fransman voor de rechtbank in Lille.

Door onze redacteur WARD OP DEN BROUW

LILLE, 3 NOV. In het dopingproces in Lille viel gisteren de naam van Jan Janssen, de eerste Nederlandse winnaar van de Tour de France. Voor de verandering ging het tijdens de rechtszaak in de Noord-Franse stad even over wielrennen en niet over het gebruik van verboden middelen in het peloton. Het was tijdens de getuigenis van Tourdirecteur Jean-Marie Leblanc, de man die in 1998 de ploeg Festina uit de Tour zette nadat in die editie van de Ronde van Frankrijk bekend was geworden dat in deze Franse ploeg structureel doping werd gebruikt.

Overigens werd Leblanc niet als verdachte ondervraagd: rechtbankpresident Delegove wilde de Tourdirecteur graag horen om de dopingaffaire in een "breder kader" te kunnen plaatsen. Aan het begin van de anderhalf uur durende getuigenis schetste Leblanc desgevraagd zijn loopbaan. Voordat hij wielerjournalist werd (bij La Voix du Nord en de sportkrant l'Equipe) en in 1989 Félix Lévitan opvolgde als Tourdirecteur, was Leblanc wielrenner; vijf jaar amateur, vijf jaar prof. Twee keer nam hij deel aan de Tour, voor het eerst in 1968, zijn tweede jaar als beroepsrenner, zo vertelde hij gistermiddag.

Dat was het jaar nadat de Engelsman Tom Simpson op een kilometer van de top van de Mont Ventoux dood van zijn fiets viel. Oorzaak: een combinatie van doping, alcohol en uitputting. Als gevolg van dat drama werd een jaar later in de Tour voor het eerst op amfetamine gecontroleerd, wist Leblanc zich te herinneren.

Even veranderde Delegove het proces in een sportquiz door Leblanc te vragen wie dat jaar de Tour won. "Jan Janssen", antwoordde de Tourdirecteur lachend. Leblanc en Janssen zijn nog even elkaars ploeggenoten geweest, bij Pelforth, overigens niet in het jaar waarin Janssen de Tour won.

Zelf kende Leblanc "een korte en bescheiden carrière". Op de vraag of hij ooit zelf verboden stimulerende middelen had gebruikt, antwoordde Leblanc aanvankelijk ontwijkend door te zeggen dat hem nooit zoiets was aangereikt. Niet de rechtbankpresident maar de advocaat van (verdachte) Bruno Roussel, oud-ploegleider van Festina, vroeg Leblanc om wat duidelijker te zijn. "Nee, ik heb nooit doping gebruikt", sprak de Tourdirecteur resoluut.

Leblanc vertelde dat hij zich in het voorjaar van 1994 zorgen begon te maken over het gebruik van het bloeddopingmiddel EPO in het peloton, op de dag van de Waalse Pijl, voor veel coureurs de generale repetitie voor de klassieker Luik-Bastenaken-Luik. Drie renners uit de Gewiss-ploeg stonden op het podium: de Italiaanse winnaar Moreno Argentin, landgenoot Giorgio Furlan (2) en de Rus Jevgeni Berzin (3). Hun ploegarts Michele Ferrari verklaarde tegenover de pers dat EPO, mits onder toezicht gebruikt, niet gevaarlijker is dan jus d'orange.

Leblanc hield de rechtbankpresident voor dat hij als Tourdirecteur weinig kan ondernemen tegen dopinggebruik. "Het is ook niet de taak van de organisatoren van wielerwedstrijden om de gezondheidstoestand van de renners te controleren. Wij stellen de instanties die dat wel moeten doen daarvoor de middelen beschikbaar." Juist die instanties, zoals de internationale wielerunie (UCI) en de Franse wielerbond, verwijt rechtbankpresident Delegove dat ze te weinig hebben gedaan in de strijd tegen de doping, vooral tegen het gebruik van EPO.

Sinds maandag had Leblanc op zijn beurt gewacht in het proces. Vorige week, toen drie ex-Festina-renners - onder wie Richard Virenque - voor het eerst in ruim twee jaar het gebruik van dopingproducten toegaven, woonde hij het proces al twee dagen bij. Ook de Tourdirecteur had in Lille enkele nieuwe dingen gehoord, zei hij gisteren, zoals over het wijdverbreide gebruik van le pot Belge, een gevaarlijke cocktail van stimulerende middelen.

Soms reageerde Leblanc geprikkeld op vragen van de rechtbankpresident over dopingprotocols en dopingproducten. "U ondervraagt me alsof ik een arts ben. Moet ik nu ook al farmacie gaan studeren voordat ik een koers organiseer? Als dat zo is, dan stop ik er morgen mee."

Leblanc nam het op voor Lance Armstrong, de Amerikaan die de laatste twee edities van de Ronde van Frankrijk won. Tijdens het proces in Lille werd de renner enkele keren in verband gebracht met dopinggebruik. Leblanc: "Schandalige suggesties zijn hier gedaan over een man die hier niet is en zich dus ook niet kan verdedigen."

Leblanc zei dat hij zich wel kan voorstellen dat wielrenners zich soms overgeven aan het gebruik van verboden middelen. "In het wielrennen moet je af en toe een beetje slecht zijn en bluffen. En wie gemeen is in de koers, kan er ook toe verleid worden om gemeen te zijn op het gebied van farmaceutische producten. Maar het staat iedere renner vrij om aan die verleiding toe te geven of de verleiding te weerstaan."

NRC Webpagina's
3 NOVEMBER 2000


( a d v e r t e n t i e s )

Klik hier

Klik hier

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad