|
|
|
NIEUWSSELECTIE Eindrapport commissie-Scholten (Ministerie van Financiën)
|
Vereffening
ZEKER ALS DE CLAIM bij de opvolger belandt, wordt de betekenis wel heel sterk symbolisch van aard. Dat is ook de term die de Commissie- Scholten gebruikt voor het uit te keren bedrag. De huidige generatie beurshandelaren kan moeilijk directe betrokkenheid bij het onrecht van de oorlogsjaren en de naoorlogse periode worden verweten. De compensatie loopt bovendien noodgedwongen steeds meer via fondsen en instellingen van het Joods maatschappelijk werk. "Maar de direct getroffenen", zo bracht een van hen vorig jaar in herinnering op de opiniepagina van deze krant, "waren individuele personen die niet noodzakelijk te maken hebben met deze collectiviteiten." Terwijl de Commissie-Scholten haar eindrapport presenteerde, kondigden Amerikaanse en Duitse onderhandelaars een akkoord aan over een schadevergoedingsregeling voor dwangarbeiders. Het gaat om een respectabel bedrag van miljarden, maar ook hier geldt dat het onrecht en het leed - en het uitstel - niet met geld vallen goed te maken. Het akkoord is - hoe cynisch dat ook klinkt - niet in de laatste plaats de uitkomst van een nuchtere handelspolitieke rekensom, want er dreigden allerlei maatregelen tegen het Duitse bedrijfsleven in met name de VS. Het nieuwe activisme voor teruggave is aangezwengeld door de dreiging van een Amerikaans groepsgeding tegen Zwitserse banken.
IN NEDERLAND IS tot dusver gekozen voor een overlegmodel, maar deze aanpak valt niet los te zien van de bewegingen op het internationale front. De confronterende lijn is overigens geen recept voor succes. In dezelfde week dat de Commissie-Scholten haar eindrapport uitbracht bleken de beperkingen van een juridische benadering in de zaak- Goudstikker. Het gerechtshof te Den Haag verklaarde de eis van de erfgenamen tot restitutie door de Staat van een belangrijke, na de oorlog van de Duitsers gerecupereerde schilderijencollectie niet- ontvankelijk. Het tijdsverloop was een belangrijke reden voor de beslissing van de rechters. In de morele en politieke discussie is de vraag veeleer: waarom komt de vereffening pas zo laat aan de orde? Voor een deel moet het antwoord worden gezocht in het begrijpelijke verlangen van de overlevenden na de oorlog de zwarte bladzijde om te slaan en alles te zetten op de wederopbouw. Deze inzet heeft ook resultaat gehad. Maar er was ook een erfenis van de onwelwillendheid die Presser signaleerde. Het is goed dat de Commissie-Scholten de dingen bij hun naam noemt. Maar tot een voor iedere partij bevredigende afronding zal het niet meer komen. Er is daarvoor te veel tijd verstreken. Nieuwe generaties zijn aangetreden; verjaring mag dan haar werk doen. De vereffening zal vooral gevonden moeten worden in de kracht van de woorden waarmee het kwaad van weleer nu door de commissie is vastgelegd. Zie ook: Zwarte bladzijde over de beurs (16 december 1999) Onenigheid over financiële compensatie joden (10 november 1999) Akkoord over joodse polissen (9 november 1999)
|
NRC Webpagina's
24 DECEMBER 1999
( a d v e r t e n t i e s )
|
Bovenkant pagina |