O P I N I E
|
NIEUWSSELECTIE Profiel Crisis in Azië
|
H O O F D A R T I K E L :
Indonesië en het IMF
In de ziekenboeg van Oost- en Zuidoost-Azië is Indonesië verreweg het ernstigste geval geworden. Voor het ontstaan van de Aziatische crisis is een groot aantal factoren aan te wijzen, die deels buiten het bereik van de getroffen landen liggen. Het internationale flitskapitaal kan door zijn beweeglijkheid een zwakke economie met een onderontwikkelde financiële sector gemakkelijk destabiliseren. Aan stelsels van gekoppelde wisselkoersen kleven risico's. De verlokking van de geliberaliseerde kapitaalmarkten kan voor 'opkomende landen' te groot worden. En financiële instellingen hebben de onuitroeibare neiging om te veel geld uit te lenen aan kwetsbare klanten. Al deze risico's hebben zich de afgelopen maanden gemanifesteerd in de 'Aziatische crisis'. Als de paniek eenmaal uitbreekt, is de schade niet te overzien. Maar daarnaast zijn er politieke factoren die de crisis verergeren. Indonesië is daarvan het schrijnendste voorbeeld. In Thailand en Zuid-Korea zijn de regeringen die de puinhopen mede hadden veroorzaakt weggestemd en nemen nieuwe politici de economische hervormingen voortvarend ter hand. Indonesië heeft een president die blijft. Soeharto zal in maart door zijn claque, het Indonesische parlement, voor de zevende keer worden herkozen als president. Daarmee staat hij persoonlijk een politieke verandering in de weg. Erger nog, minister van technologie B.J. Habibie is gekandideerd als vice-president en mogelijke opvolger. Deze vliegtuigingenieur staat in internationale kringen bekend als een economische ramp wegens zijn voorliefde voor geldverslindende, nationalistische industriële projecten. Ondanks twee IMF-akkoorden en een steunpakket van in totaal 43 miljard dollar is het financiële vertrouwen in Indonesië volkomen weggeslagen. En nu dreigt het IMF met opschorting van de toegezegde miljarden wegens onenigheid over het aanpassingsbeleid. DE KOERS VAN de roepia is de inzet van de confrontatie. Tegen de wensen van het IMF, de Verenigde Staten én de Europese Unie wil Soeharto een zogenoemde currency board instellen om de wisselkoers van de roepia te stabiliseren. Kort gezegd komt een currency board er op neer dat een lokale munt een vaste wisselkoers krijgt ten opzichte van de dollar en dat de uitgifte van het geld volledig wordt gedekt door harde deviezen. De centrale bank krijgt de ondergeschikte rol van administrateur van deviezen en verstrekker van de corresponderende hoeveelheid lokaal geld. Het systeem van currency boards functioneert met succes in Hongkong, Estland, Argentinië en nog enkele landen. De munten van die landen zijn stabiel en hebben tot nu toe speculatieve aanvallen afgeslagen. Het lijkt daarom dé oplossing om een aangeslagen munt in koers te stabiliseren. Of niet? In het geval van Indonesië zijn een aantal ernstige bezwaren. Ten eerste begon de crisis vorig jaar omdat de Aziatische landen te lang hadden vastgehouden aan binding van hun munten aan de dollar met onrealistisch hoge koersen als gevolg. Herstel van een vaste koers nu zou nieuwe inflexibiliteit betekenen. Een vraag is tegen welke koers de munt wordt vastgezet en of het binnenlandse financiële stelsel in staat is de discipline die hiervan uitgaat te dragen. En ten slotte moeten voor de dekking van de munt voldoende deviezenreserves in de kluis van de centrale bank liggen. Als de invoering van een currency board serieus wordt genomen, leidt dat aanvankelijk tot zeer grote aanpassingen. De hele economie zal zich moeten onderwerpen aan de beschikbaarheid van dollars bij de centrale bank. Geen dollars, geen roepia's, zo simpel is het. Waarom wil Soeharto toch doorzetten? De welwillendste redenering is dat hij hoopt hiermee in één keer hardhandig een einde te maken aan de valuta-onrust die van de roepia een willoze jojo heeft gemaakt. Een kwaadaardiger vermoeden is dat de president de roepia op een onrealistisch hoge koers wil vastleggen zodat de dollarschulden van zijn familie gemakkelijker kunnen worden afbetaald. De Indonesische bevolking zal in beide scenario's de economische pijn lijden. INDONESIE STAAT voor een politieke explosie en een financiële implosie. Zoals in de jaren tachtig Peru aan den lijve heeft ondervonden, zijn weinig dingen zo schadelijk voor een economie als internationaal isolement. Op één na het ergste wat een land in financiële nood kan overkomen is een IMF-programma. Het ergste is geen IMF-programma, maar de status van financiële paria. Zie ook:
Makro voelt terugval in
omzetten Azië (24 januari 1998)
Kim vraagt Koreanen te bezuinigen (19 januari 1998)
Zuid-Korea gaat grondig hervormen (14 januari 1998)
Licht herstel voor beurzen Verre Oosten (13 januari 1998)
Hongkong wankelt na val zakenbank (12 januari 1998)
Indonesië zegt hervormingen toe (9 januari 1998)
Wereldbank en IMF in conflict over beleid Azië (9 januari 1998)
Onrust in Indonesië na vrije val roepia (8 januari 1998)
Zuid-Korea wil 35 miljard dollar lenen (5 januari 1998)
|
NRC Webpagina's
17 FEBRUARI 1998
|
Bovenkant pagina |