U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    O P I N I E  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

HOOFDARTIKEL

Turken buiten
MET HUN MEDEDELING dat Turkije niet aanvaardbaar is als lidstaat van de Europese Unie hebben de Europese christen-democratische leiders dinsdag in Brussel in twee richtingen een boodschap verzonden. Turkije moet zich realiseren dat zijn dreigement de uitbreiding van de NAVO te blokkeren als het niet binnen afzienbare termijn tot de EU wordt toegelaten, geen indruk maakt.

De Amerikanen dienen te begrijpen dat hun aandringen de Turken in de Unie op te nemen als hinderlijke bemoeizucht wordt ervaren. De aanwezigheid van onder anderen de Duitse, Italiaanse en Spaanse regeringsleiders bij de bijeenkomst waar dit besluit viel toont de politieke draagwijdte ervan.

Een vraag is of hier geen oude beloften worden geschonden. Sinds 1963 heeft Turkije met de Europese Gemeenschappen een associatie-overeenkomst die bedoeld was in een volwaardig lidmaatschap uit te monden. De uitvoering van dat akkoord was van het begin af aan een lijdensweg. In de overeenkomst was voorzien in opruiming van handelsbelemmeringen en, uiteindelijk, in vrij verkeer van werknemers, diensten en kapitaal en vrije vestiging. Het geheel moest uiterlijk binnen 22 jaar uitmonden in een douane-unie, maar die is pas per 1 januari 1996 tot stand gekomen. Het beslissende punt was het vrije verkeer van werknemers. Europa meende dat het al genoeg Turken binnen zijn grenzen had. Dat dit een gevolg was van bewust beleid uit de jaren zestig, deed er niet meer toe.

De Turken hebben het de Europese beoordelaars in de loop der jaren steeds gemakkelijker gemaakt hen in de wachtkamer te laten. In 1974 bezetten zij een deel van Cyprus en stichtten daar een Turks-Cyprische republiek onder het voorwendsel een aansluiting van het eiland bij Griekenland te willen voorkomen en de Turks-Cyprioten tegen hun Griekse belagers te moeten beschermen. De gewelddadige onderdrukking van het Koerdische separatisme in Oost-Turkije sinds de jaren tachtig en de voortdurende schending van de rechten van politieke dissidenten hebben verder in Europa veel kwaad bloed gezet. Met grote tegenzin ging in 1995 het Europese Parlement akkoord met de instelling van de douane-unie.

OP DE UITSPRAAK van de christen-democraten is intussen wel het nodige af te dingen. Als argument voor hun besluit voeren zij aan dat de ,,culturele, humanitaire en christelijke waarden'' van Europa heel anders zijn dan de Turkse waarden. Niet alleen is het vreemd dat zij daar nu pas mee aankomen, maar bovendien is de argumentatie op zichzelf al merkwaardig. Voor een multiculturele samenleving als de Europese zijn de aanduidingen humanitair en christelijk te beperkt. Hoe staat het, bijvoorbeeld, met de humanistische waarden? En hoe moet Turkijes lidmaatschap van de Raad van Europa - behoeder van de democratie en van de beginselen van de rechtsstaat - vanaf nu worden begrepen?

Maar er zijn praktische redenen om de deur naar Europa niet in het slot te gooien. Turkije vervult als lid van de NAVO en als geassocieerd lid van de West-Europese Unie een functie in het Atlantische en Europese veiligheidsconcept. De Amerikaanse pressie op de EU moet daaruit worden verklaard. In een tijd waarin het Europese veiligheidsconcept volop in beweging is, kan het niet verstandig zijn om een betrouwbaar gebleken band door te snijden. Nog in de Golfoorlog en vervolgens bij de nasleep daarvan in Iraaks Koerdistan heeft Turkije het Westen belangrijke diensten bewezen. Het christen-democratische besluit leidt tot vervreemding van een staat die het Westen en Europa nog nodig kunnen hebben.

DE UITSPRAAK komt bovendien op een slecht moment. In Turkije zelf is een worsteling aan de gang tussen opkomende moslim-fundamentalistische en traditioneel seculiere en op Europa gerichte krachten. De fundamentalistische Welvaartspartij neemt sinds vorig jaar deel aan de regering (haar leider Erbakan is premier), de strijdkrachten zijn historisch de beschermers van het kemalistische erfgoed. De uitspraak van het christen-democratisch topberaad verzwakt in dit conflict de positie van de Turkse legeraanvoerders en van partijen die Turkijes afglijden naar het anti-Westers georiënteerde fundamentalisme nu juist trachten te voorkomen.

Ten slotte, Eurocommissaris Hans van den Broek spant zich in een oplossing te vinden voor het vraagstuk van de voorgenomen toelating van Cyprus tot de Unie. De verdeeldheid op dit eiland tussen Turks- en Grieks-Cyprioten mag naar het oordeel van de Commissie geen blokkade vormen voor het Cyprische lidmaatschap. Enigerlei vorm van medewerking van de kant van Turkije - en van Amerika - is hier noodzakelijk. De christen-democratische leiders zijn als olifanten door Van den Broeks diplomatieke porseleinkast gemarcheerd.

DE VOORZITTER van de Commissie, de Luxemburgse christen-democraat Santer, was bij de bijeenkomst in Brussel aanwezig. Wat dit betekent voor de positie van de Commissie in deze kwestie is onduidelijk. Zoals ook onduidelijk is wat de christen-democratische leiders heeft bewogen om juist nu met hun onverwachte en, zacht gezegd, voorbarige uitspraak naar buiten te komen.

NRC Webpagina's
6 MAART 1997


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)