R A D I O & T E L E V I S I E
|
NIEUWSSELECTIE Televisie
|
O O G I N O O G :
Het wrede lot van een hoornist
DOOR FRITS ABRAHAMS
Wie Jan Harshagen is? Dat wist tot voor kort alleen een kleine kring van ingewijden rond het Concertgebouworkest. Toen ontdekte Roel van Dalen hem terwijl hij bezig was met de research voor zijn vijfdelige documentaire over dit orkest: Een koninklijk gezelschap. Harshagen was als hoornist de vaste vervanger van andere hoornisten. Op Harshagen kon men altijd rekenen. Maar Harshagen wilde méér. Hij wilde in vaste dienst. Dat kon, maar dan moest hij in geval van een vacature, net als de andere gegadigden, aan een proefspel deelnemen. Harshagen beschouwde dit als zijn laatste kans. Hij meldde zich aan, speelde en faalde. Nou ja, falen is misschien een te groot woord: het was uiteindelijk een miniem verschil, legde iemand uit. Maar het verschil was groot genoeg om de muzikale carrière van Harshagen te torpederen. Héél pijnlijk, hield Van Dalen de leiding voor. Kon je dat iemand aandoen? Hem jarenlang als vervanger laten opdraven en hem dan aan audities laten deelnemen, die zó zenuwslopend zijn dat je er zelfs als simpele tv-kijker al met kloppende nieren naar zit te kijken? Nee, zei de diep teleurgestelde Harshagen. Hij vond het een waardeloos systeem. In proefspelen was hij nooit goed geweest. ,,Iemand kan zijn lesje goed afdraaien tijdens proefspelen, maar dan weet je nog niet of hij in het orkest past. Maar ja, dit is het systeem.'' De leiding vond het ook reuze spijtig, maar men kon niet anders. Mensen zonder proefspelen aannemen, daar kwam later alleen maar narigheid van, wist men uit ervaring. Een orkest met zo'n reputatie moet nieuwe leden in een openbare procedure werven. Als leek ga je dan in analogieën denken. Neem beroepssporters, dat zijn vaak ook performers in teamverband die grote belangen vertegenwoordigen. Koopt Ajax een speler op basis van één proeftraining? Liever niet. Als het even kan, zullen ze een jonge, onervaren speler een poosje door scouts laten volgen en hem dan voor een proeftraining uitnodigen. Louis van Gaal wil daarna bovendien een goed gesprek met de kandidaat om te zien of hij qua mentaliteit 'in de ploeg past'. Heeft Harshagen dus gelijk? Dat hangt nog. Want wat doet Van Gaal met een speler die volgens zijn scouts elke zondag de sterren van de hemel speelt, maar die tijdens de proeftraining tegenvalt? Zal hij misschien denken: als die jongen nú niet bestand is tegen de druk, dan is hij dat straks ook niet tijdens de grote wedstrijden? Ik ben er bijna zeker van dat hij dat zal denken - vooral na een recente miskoop als van de Argentijnse spits Gabrich die hij op advies van zijn scouts heeft gekocht. Heeft Harshagen dus ongelijk? Opgepast! Want Harshagen kan tegenwerpen dat hij als vervanger al meermalen heeft aangetoond onder druk tot goede prestaties te kunnen komen. Ik kom er niet uit. Voor beide standpunten valt iets te zeggen. Hooguit kun je vaststellen dat het verstandiger zou zijn van het Concergebouworkest om iemand niet jarenlang valse hoop te bieden door hem als vervanger te gebruiken. Aan de andere kant: Harshagen kende 'het systeem', hij moet al die tijd hebben geweten dat de auditie als een bloeddorstig monster aan het einde van de tunnel op hem wachtte. Niemand kon tevreden zijn over deze afloop, behalve Roel van Dalen: voor zijn film was het een schitterend verhaal.
T V V O O R A F : Een onzinnig Wagnerdrama
DOOR KASPER JANSEN
Wagnerdmmerung is gemaakt door de muscicoloog dr. Gottfried Wagner, achterkleinzoon van Richard Wagner en de zoon van Wolfgang Wagner, de leider van de aan Wagners opera gewijde Bayreuther Festspiele. Gottfried zag op jonge leeftijd onvoorbereid een film over het nazisme en de gruwelijke gevolgen ervan. In de film zag hij hoe ooit Hitler in het Festspielhaus - waar zijn vader werkte - werd ontvangen door zijn grootmoeder Winnifred Wagner. Zoals Gottfried Wagner zelf in Wagnerdmmerung zegt, was dat een 'traumatische ervaring', die niet goed werd opgevangen door zijn vader. Waartoe dat trauma leidde toont deze film: een warrig wereldbeeld, beheerst door blinde haat tegen alles wat samenhangt met het verschijnsel 'Wagner'. Wat hij beweert is óf geen nieuws óf totaal misvormd. Het 'drama' van Gottfried Wagner is hoogstpersoonlijk - zijn vader, die van zijn moeder scheidde, wil hem niet meer zien. De jonge Wagner projecteert zijn frustraties op vrijwel alles. Zo staat hij bij de Siegesthurm, een monument ter herinnering aan de Duitse overwinning op de Fransen in 1870. Hier speelde hij vroeger en nu staat er een hek bovenop om een eind te maken aan een serie zelfmoorden. Ook dit moet duidelijk maken dat Wagner niet deugt. Andere deskundigen hebben ook wat te vertellen. De een telde het kwalijks in de dagboeken van Richard en zijn echtgenote Cosima: 162 maal antisemitisme, 36 maal racisme, 78 maal anticlericalisme, 22 pro-Pruissische opmerkingen en 9 anti-Pruisische. De snelle conclusie: 'tegenstrijdig, dus opportunistisch'. Verder gaat het over het vrouwbeeld van Wagner: de 'vrouw' nam in de vorige eeuw de rol van 'verlosser' over van de 'man' maar de karakterisering van Kundry in Parsifal is 'vrouwvijandig'. Trouwens, psychologie, psychiatrie, gynaecologie en culturele antropologie zijn volgens Wagnerdmmerung ook al een eeuw lang in wezen 'vrouwvijandig'. De autoritaire vader Wolfgang Wagner deugt niet, de homoseksuele grootvader Siegfried Wagner en zijn nazistische echtgenote Winnifred evenmin, de egocentrische overgrootvader Richard Wagner al helemaal niet. Wie wel deugt was betovergrootvader Franz Liszt, de vader van overgrootmoeder Cosima. Dat Liszt, zelf een van de grootste kunstenaars uit de vorige eeuw, een van de hartstochtelijkste Wagnerbewonderaars aller tijden was, blijft onbesproken. Over één ding wil zelfs Gottfried niet twisten: het belang van Wagners muziek. Die muziek klinkt hier niet in originele vorm, uitsluitend in cabareteske popversies, geheel passend bij deze Wagnerkarikatuur. Close-up: Wagnerdmmerung, Ned.1, 22.52u.
|
NRC Webpagina's
17 DECEMBER 1996
|
Bovenkant pagina |