Spoor vrijwel nergens vrij
NS heeft monopolie op spoor terug
Door onze redacteuren JACO ALBERTS en FLORIS VAN STRAATEN
ROTTERDAM, 15 SEPT. Met het failliet van Lovers eindigt de episode van het geliberaliseerde
spoor in een anti-climax. Het hoofdnet blijft tot in lengte van jaren weer
exclusief van de NS.
Met zichtbare tegenzin moest minister Netelenbos (Verkeer ) de Kamer maandag
vertellen dat Lovers Rail nog altijd het recht had de trajecten Leiden-Den
Haag en Utrecht-Hilversum te berijden. Nog geen 24 uur later maakte Lovers
zelf bekend dat het van de enige concurrent van de NS allemaal niet meer hoefde.
Lovers had te veel tegenwerking ondervonden van de overheid en de NS. ,,Nu
verdwijnt het vanzelf'', stelde Netelenbos gisteren tevreden vast, alsof ze
zojuist van een hinderlijke kwaal was verlost.
Liberalisering en privatisering: het zijn belangrijke doelstellingen van
het paarse kabinet in diverse nutssectoren als afval, stroom, gas en openbaar
vervoer. Maar op de pogingen tot introductie van meer marktwerking op het
Nederlandse spoor rust bepaald geen zegen. Met het failliet van Lovers eindigt
de episode van het geliberaliseerde spoor al na drie jaar in een jammerlijke
anti-climax, zonder dat ze ooit echt op gang was gekomen.
Natuurlijk heeft Lovers met haar klachten over tegenwerking van de NS en
de overheid boter op het hoofd. De dertig miljoen gulden verlies die de treinvervoerder
naar verluidt de das hebben omgedaan zijn deels veroorzaakt door eigen falen.
Ondanks het onverbeterlijke optimisme van voormalig directeur Peter Sul en
plannen voor ,,leuke dingen'' als videofilms en bars in de trein bleek Lovers
niet in staat reizigers te trekken. De wagons die tussen Haarlem en Amsterdam
heen en weer pendelden, leken meer op een spooktrein dan op een echte concurrent
van de NS.
Toch blijft er voor Lovers nog voldoende om over te klagen. Voor het bedrijf
is het tamelijk zuur dat het drie jaar geleden door minister Jorritsma nog
triomfantelijk werd binnengehaald als een breekijzer om de monopolistische
NS 'vrije-marktdenken' bij te brengen. Zij was het ook die Lovers in de zomer
van 1997 in een onbewaakt ogenblik concessies gunde op enkele aantrekkelijk
geachte trajecten: Amsterdam-Haarlem, Leiden-Den Haag en Utrecht-Hilversum.
Tot dan had Lovers zich slechts beziggehouden met een in onbruik geraakt lijntje
tussen Amsterdam en IJmuiden. De komst van de Franse multinational CGEA als
meerderheidsaandeel in Lovers was precies waarop Jorritsma had gehoopt: voor
het eerst concurrentie voor de NS.
De NS deed intussen al het mogelijke om het de kleine concurrent zo moeilijk
mogelijk te maken. Zo weigerde het bedrijf de kaartverkoop te integreren.
Wie een Lovers-kaartje wilde bemachtigen, moest daarvoor naar een apart loket,
waaruit bleek hoe snel de NS zich het marktdenken eigen had gemaakt: welk
bedrijf helpt de concurrent immers een handje met de poging onder haar prijzen
te duiken? Maar er was een cruciaal verschil: De NS is niet een gewone partij
op de vrije markt, het bedrijf is vooralsnog de zittende monopolist met een
volledige greep op de infrastructuur.
Hoe de overheid samen met de NS van dat streven naar marktwerking een potje
had gemaakt, bleek in juni uit een vernietigend rapport van de Algemene Rekenkamer.
De publieke diensten zoals de organisatie die de capaciteit op het spoor moet
verdelen (RailNed) of de NS Verkeersleiding waren formeel weliswaar van de
NS gescheiden, maar zaten in de praktijk gewoon nog op schoot bij de raad
van bestuur van de NS. Railned presteerde het zelfs vertrouwelijke informatie
over Lovers door te spelen aan de NS. De Rijksverkeersinspectie was voorts
door conflicten niet meer 'on speaking terms' met Railned. En het ministerie
greep nauwelijks in. Tot overmaat van ramp voor Lovers draaide ook de politieke
wind en toonde ook Jorritsma zich in de vorige kabinetsperiode al wankelmoedig.
In het concept voor een beleidsnota over het spoor van begin vorig jaar sprak
zij plotseling weer over een exclusieve concessie voor de NS op het hoofdnet
tot 2008. ,,De vergunningen van Lovers Rail voor treindiensten op het hoofdrailnet
passen conceptueel niet binnen een systeem van concessies'', vond de minister.
Ze erkende dat ze Lovers en eventuele andere gegadigden daarmee ,,geen wenkend
perspectief'' bood. Nog donkerder wolken pakten zich samen na de komst van
minister Netelenbos vorige zomer. In het regeerakkoord was vastgelegd dat
de NS voor tien jaar exclusief op het kernnet met intercity's zou mogen rijden.
Het duurde niet lang of Netelenbos riep Sul op een bijeenkomst in het Kurhaus
toe dat ze Lovers ,,van de rails zou kieperen'', als hij niet onmiddellijk
ging rijden op de trajecten Leiden-Den Haag en Utrecht-Hilversum.
Nu Lovers zelf het veld heeft geruimd, blijft er weinig over van de plannen
voor marktwerking. Het hoofdnet blijft tot in lengte van jaren weer exclusief
van de NS. De overige, minder rendabele, lijnen zullen worden aanbesteed.
Maar zoals in de recent uitgekomen studie Marktwerking op Weg wordt opgemerkt:
doordat de NS voor die trajecten allianties aangaat met busmaatschappijen
bestendigt de NS zo haar monopolie en wordt het voor andere treinvervoerders
vrijwel onmogelijk nog de Nederlandse markt te betreden.