Lovers met Fransen op de eerste rij
Door een onzer redacteuren
AMSTERDAM, 5 JULI. Samenwerking was wat
zacht uitgedrukt - in termen van het grote bedrijfsleven is het kopen
van een belang van zeventig procent gelijk aan een overneming. En dat
doet de Franse multinational Compagnie Générale des Eaux:
via een dochterbedrijf neemt ze de meerderheid in Lovers, de Nederlandse
firma die rondvaartboten exploiteert en als eerste de concurrentie met
de NS aanging. Tot gisteren op bescheiden schaal. Maar vanaf vandaag met
op de achtergrond een miljardenconcern.
Op een persconferentie in Amsterdam gaven de directeur van Lovers Rail
P. Sul en zijn nieuwe Franse partner J. Jeauffroy gistermiddag een
toelichting op hun plannen. Jeauffroy is directeur voor de Benelux en
Duitsland van Compagnie Générale d'Entreprises
Automobiles. Deze dochteronderneming van CGE zal investeren in nieuwe en
,,goede tweedehandse'' treinen voor Lovers Rail en het bedrijf bijstaan
met de technische kennis over onder meer spoorveiligheid. Die heeft het
opgedaan in Groot-Brittanië, waar CGEA een aantal spoorlijnen
beheert. CGEA wil hier, net als in Engeland, aantonen dat ,,ook
politici'' zullen profiteren van de exploitatie van spoorlijnen door het
bedrijfsleven.
Hoeveel geld CGEA zal investeren in Lovers Rail en hoeveel reizigers
nodig zijn om de spoorverbindingen van Lovers te laten renderen, werd
gisteren niet duidelijk. Lovers-directeur Sul liet zich ook niet uit
over het land waar de treinstellen vandaan komen. ,,Dan stijgen prompt
de prijzen.'' Wel begint nu, aldus Sul, de echte concurrentie met de NS.
Juist deze week werd bekend dat zijn bedrijf op de drukke trajecten Den
Haag-Leiden en Utrecht-Hilversum mag gaan rijden.
Lovers begint volgende week al met campagnes om personeel te werven voor
de nieuw te exploiteren lijnen. Er zijn tussen de dertig en veertig
mensen nodig. Plannen heeft Lovers nog genoeg: als op de 'hoofdlijn' Den
Haag-Rotterdam geen ruimte is, wil het bedrijf de Hofpleinlijn
exploiteren, de onderbenutte verbinding tussen de Hofstad en de Maasstad
via Pijnacker.
Met de komst van de Fransen krijgt de NS te maken met een concurrent van
formaat. Compagnie Générale des Eaux is een conglomeraat
dat met een omzet van 55 miljard gulden en 220.000 werknemers in tachtig
landen tot de grootste concerns van Frankrijk behoort. CGE noemt zich
wereldleider op het gebied van nutsvoorzieningen (zoals afvalverwerking
en waterdistributie) en is ook werkzaam in de bouw en telecommunicatie.
Na de privatisering van de Britse spoorwegen betoonde CGE zich eveneens
actief op de nieuwe markt van personenvervoer per spoor. Via haar
dochterondernemingen South Coast Railways en Network SouthCentral heeft
CGE in korte tijd een stevig aandeel op de Britse markt. South Coast
Railways is actief op de lijnen in Kent en East Sussex die naar Londen
leiden. Lovers is de tweede expansie van CGE op de spoorwegmarkt buiten
Frankrijk waar de nationale spoorwegmaatschappij SNCF nog het monopolie
bezit.
CGE raakte de afgelopen jaren door het ineenstorten van de Parijse
vastgoedmarkt in problemen. Het leed in 1995 voor het eerst in zijn
140-jarig bestaan verlies. Sinds vorig jaar wordt het geleid door
Jean-Marie Messier, met 39 jaar een van de jongste bestuursvoorzitters
in Frankrijk. Messier wil de activiteiten van de onderneming
concentreren op twee sectoren: nutsvoorzieningen en telecommunicatie.
Tot de vele allianties die CGE de laatste twee jaar op het gebied van
telecom heeft gesloten, behoort een akkoord met de Franse nationale
spoorwegmaatschappij SNCF. In een gezamenlijke bedrijf gaan de twee een
kabelnet in Franse steden exploiteren.