Juridische basis voor OV-claims gezocht
Door onze redacteur ESTHER ROSENBERG
ROTTERDAM, 27 APRIL. De
ministers Netelenbos (Verkeer en Waterstaat) en Korthals (Justitie)
zoeken een juridische basis waarop ze bedrijven in het openbaar vervoer
aansprakelijk kunnen stellen voor de schade die de reiziger ondervindt
als gevolg van vertragingen. Dit zegt een woordvoerster van het
ministerie van Verkeer en Waterstaat.
De ministers hebben hiertoe een onderzoek uit laten voeren door de
juriste C.H. Sieburgh en de Leidse hoogleraar J.H. Nieuwenhuis,
getiteld 'Aansprakelijkheid door vertragingsschade'. De betrokken
vervoers- en consumentenorganisaties hebben het rapport ontvangen en
erop gereageerd. De reacties worden door de ministers bekeken en
betrokken bij de opstelling van een kabinetsstandpunt.
Door de wet aan te passen hoopt Netelenbos dat de vervoerders beter op
tijd gaan rijden. De consumentenorganisaties hebben hier vorig jaar al
bij de minister op aangedrongen. Door het laten vervallen van een
artikel uit het Burgelijk Wetboek (8:108) worden vervoerders
verantwoordelijk voor zowel de transactieschade (de prijs van het
kaartje) als de gevolgschade (het gemiste vliegtuig of concert door de
vertraging), zo blijkt uit het rapport. Op dit moment is het nog zo dat
als iemand met het openbaar vervoer reist en door vertragingen niet of
te laat op zijn bestemming aankomt, de vervoerder niet verplicht is de
schade die daarvan het gevolg is te vergoeden. Hij is juridisch niet
aansprakelijk.Omdat de kosten voor de spoorweg-, bus-, metro- en
trambedrijven vooral door die gevolgschade flink kunnen oplopen,
adviseren de juristen om de verplichting voor de vervoerder enigszins
te beperken. Dat zou inhouden dat de vervoerder moet opdraaien voor de
kosten van het vervoerskaartje. In geval van een stranding moet de
vervoerder ook de kosten van vervangend vervoer of van een hotel,
voedsel en het plegen van een telefoontje met thuis vergoeden.
De Nederlandse Spoorwegen hebben vooruitlopend op de wetswijziging al
een vergoedingsregeling. Die is echter nog niet zo uitgebreid als in
het rapport wordt geadviseerd. Voor enkele openbaarvervoerbedrijven zou
de vergoedingsregeling bovenop de bonus/malusregeling komen, die ze al
met de provincie hebben afgesproken.