Lijn van duizend gulden per centimeter
Door onze redacteur FLORIS VAN STRAATEN
DEN HAAG, 16 SEPT. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat maakte gisteren een lijst bekend
van bedrijven die willen meedingen naar de exploitatie van de HSL-Zuid. Na
jaren van voorbereiding begint de lijn gestalte aan te nemen.
Met grote voldoening verwelkomde de projectdirectie van de Hogesnelheidslijn-Zuid
in Utrecht onlangs het nieuws dat het Britse Arriva en de Deutsche Bahn een
gezamenlijk bod willen uitbrengen op de contracten voor het vervoer op de
Hogesnelheidslijn-Zuid. Daarmee stond niet langer vast dat de winnaar van
de strijd om de lucratief geachte contracten automatisch de Nederlandse Spoorwegen
zouden zijn.
De komende maanden zal er nu onvermijdelijk een serieuze concurrentiestrijd
ontbranden om het recht vanaf 2005 als eerste met flitstreinen van Amsterdam
naar het zuiden te rijden. En dat is precies waar minister Netelenbos (Verkeer
en Waterstaat) en de projectdirectie HSL-Zuid in Utrecht aldoor op hebben
gehoopt. De NS mag meedingen, maar het bedrijf moet het contract wel op eigen
kracht in de wacht slepen. Het contract, dat waarschijnlijk voor de zomer
van volgend jaar wordt toegekend, moet minimaal 1,8 miljard gulden opbrengen.
De zaak ligt echter zeer gevoelig in Den Haag. De Tweede Kamer heeft nog
altijd ambivalente gevoelens over de wijsheid om het HSL-vervoerscontract
openbaar aan te besteden. De kans bestaat immers dat de NS zo buiten de prijzen
valt en daarmee zou het concern voortaan tot een betrekkelijk marginaal bestaan
zijn veroordeeld. Volgens ingewijden is er echter inmiddels, ook juridisch
gezien, nauwelijks meer een weg terug.
Hoewel Netelenbos bij het vervoerscontract vertrouwt op de weldadige effecten
van marktwerking, is de minister al ten minste één keer bedrogen
uitgekomen in haar verwachtingen. Ze had erop gerekend dat er ook voor de
vijf contracten voor de zogeheten onderbouw - de funderingen, de talrijke
bruggen en andere 'kunstwerken' - volop concurrentie zou ontstaan onder
binnenlandse en buitenlandse bouwondernemingen.
Daarvan kwam echter weinig terecht. De buitenlanders mengden zich slechts
zijdelings in de strijd en Nederlandse ondernemingen konden de buit min of
meer onderling verdelen. Ze weigerden eenvoudigweg hun offertes naar het niveau
te brengen dat Netelenbos in gedachten had. Zo kon het gebeuren dat de minister
deze zomer ten slotte tandenknarsend akkoord moest gaan met contracten die
zo'n 600 miljoen gulden duurder uitvielen dan aanvankelijk was begroot.
Aangezien ook enkele andere posten beduidend duurder uitvielen dan eerst
gedacht, groeit het HSL-Zuid project ook in financieel opzicht hoe langer
hoe meer uit tot een waar megaproject. De kosten van het circa 100 kilometer
lange spoor zijn inmiddels opgelopen tot iets boven de tien miljard gulden.
Dat is alweer ruim een miljard meer dan de 8,9 miljard waarvoor de HSL-Zuid
vorig jaar nog in de boeken stond. Daarmee kost de lijn nu zo'n duizend gulden
per centimeter, zoals een brievenschrijver in deze krant onlangs verontwaardigd
opmerkte.
Ingewijden voegen er echter aan toe dat de moeilijkste periode in dit opzicht
wel achter de rug is. Minister Netelenbos heeft kans gezien met medewerking
van haar collega Zalm (Financiën) alle tegenvallers van de afgelopen
maanden in de nieuwe begroting op te nemen, waardoor ze weer even met een
schone lei verder kan.
Intussen zijn de graafwerkzaamheden voor de onderbouw van de HSL-Zuid op
diverse plaatsen in volle gang. Binnenkort volgt nog een contract voor enkele
aanvullende stukken spoor zoals een aftakker richting Breda. Ook hiermee is
overigens nog zo'n vijfhonderd miljoen gulden gemoeid. Vervolgens is het wachten,
behalve op de omstreden contracten voor het vervoer, op de toekenning van
een contract voor de zogeheten bovenbouw voor onder meer de rails en de bovenleiding.
Dit laatste zal het kabinet echter in eerste instantie weinig kosten. Het
bedrijf of het consortium dat dit contract krijgt moet de aanleg van de bovenbouw
zelf bekostigen. In ruil hiervoor zal de overheid de komende dertig jaar jaarlijks
een vergoeding betalen aan het bedrijf. De hoop is dat beide partijen hierdoor
per saldo beter af zijn.
Als alles goed gaat, zal het traject Antwerpen-Rotterdam medio 2005 gereed
zijn, een half jaar later gevolgd door het stuk tot Amsterdam. De projectdirectie
sluit echter niet uit dat er zich enkele maanden vertraging zullen voordoen.
De Belgen hebben op dit moment nog een achterstand op Nederland, maar aangezien
het stuk Antwerpen-Nederlandse grens technisch gezien niet bijzonder veeleisend
is, zullen de Belgen zich vermoedelijk wel aan de afspraken kunnen houden.