Frivole aanhef troonrede
Door een onzer redacteuren
DEN HAAG, 21 SEPT. Hij is
anders, de troonrede die koningin Beatrix dit jaar in de Ridderzaal
heeft voorgelezen. Het is de laatste van de eeuw en dat is te merken.
"Mijne heeren", zijn net als een eeuw geleden de eerste woorden van de
troonrede. Gevolgd door de eerste zin van de troonrede van 19 september
1899, uitgesproken door koningin Wilhelmina: "Het is Mij aangenaam U
bijeen te zien tot hervatting Uwer werkzaamheden." Een frivoliteit van
auteur Kok. De premier gisteren tijdens een toelichting: " Het citaat
van de vorige eeuw mocht niet te lang zijn, anders zijn de dames in de
zaal opgestapt voordat de echte troonrede begint."
De troonrede is wat Kok betreft dit jaar veel meer dan alleen een
opsomming van beleid. Ook is het niet langer een opeenvolging van
departementale alinea's, waarbij elk ministerie aan de beurt moet komen
en naar rato van budget een aantal zinnen krijgt toegewezen. "Er staan
ook minder cijfers in", zei Kok over de troonrede van vandaag. Drie om
precies te zijn: de negen miljard voor nieuw beleid, het ene miljard
lastenverlichting en het halve procent financieringstekort. Ook worden
er niet meer nota's en wetsontwerpen in het vooruitzicht gesteld en is
het jargon goeddeels verdwenen uit de troonrede. In plaats daarvan is
de troonrede dit jaar een verhaal over de samenleving van de volgende
eeuw. Het lijkt alsof de laatste troonrede van de eeuw niet tot de
leden der Staten-Generaal is gericht, maar over hun hoofden
rechtstreeks tot de burgers.
Dat Kok het in de voorbije jaren wel eens anders heeft aangepakt, blijkt
uit de ervaringen van Wil Sterenborg, die namens het Genootschap Onze
Taal de troonredes van 1987 tot 1996 onder handen heeft genomen. "Wij
moeten de foutjes eruit halen", vertelt Sterenborg, "grammaticale
foutjes, stijlfoutjes, spellingsfouten en zo." Ook is het nog steeds de
taak van medewerkers van Onze Taal om te checken dat er niet teveel
herhaling in de troonrede zit, dat het gemakkelijk is uit te spreken en
dat moeilijke woorden eruit worden gehaald. "Er valt van alles aan te
fatsoeneren."
"Wat bedoelt u hier eigenlijk?", vroeg Sterenborg ooit aan Kok. "Hij zei
'geen idee, maar laat het maar staan'. 'Ja, maar', zei ik, 'dat begrijpt
toch geen mens'. 'Dat hoeft ook niet', zei Kok." De huidige premier is
volgens Sterenborg zelden tot enige aanpassing van zijn oorspronkelijke
tekst bereid. "Lubbers gaf ons altijd gelijk, maar met Kok valt niet te
discussiëren."