De Soustons werd als jaarling vorig jaar 2de provinciaal en 4de
nationaal op Soustons en 12de provinciaal en 23ste nationaal op Dax.
KOPPELS
Duiven worden gemiddeld 14 à 15 jaar oud. Jonge duiven zoe ken na
een jaar een partner voor de rest van hun leven. Doorgaans worden
doffers en duivinnen door hun baas gekoppeld, die ook uitmaakt wanneer
zij kunnen paren. Zonder ingreep zou het paar vijf tot zes keer per
jaar een nest van twee jongen grootbrengen. Om dat te voorkomen, worden
de paren na de eerste broedronde gescheiden.
Tien dagen na het paren legt de duivin het eerste ei, twee dagen later
het tweede. Na 17 dagen broeden ('s nachts door de duivin, overdag door
de doffer) komen de jongen uit het ei. Ze worden 25 dagen door hun ouders
gevoed, al zijn er duivenmelkers die na twee weken de vader weg
halen. Na drie à vier weken kunnen de jongen zich zelf voeden en
worden ze apart gezet. Dan leren ze vrij snel vliegen en weer een maand
later begint de navigatietraining: de melker laat hen steeds verder van
huis los.
Er bestaan verschillende manieren om bij de duif de drang te vergroten zo
snel mogelijk naar huis te vliegen. De meest gebruikte methode is het
weduwschap: de doffer wordt door de week gescheiden van zijn duivin en
mag alleen in het weekeinde bij haar zijn. In de week voor de wed
strijd heeft de doffer veel rust nodig. Zijn hok wordt half verduisterd,
hij mag alleen 's morgens en 's avonds een uurtje vliegen, en vlak
voordat hij wordt ingekorfd mag hij tien minuten alleen maar kijken naar
zijn duivin. Hij weet dat hij wordt beloond met een uurtje (na een
korte vlucht) of een nachtje (na een lange vlucht) samenzijn.
Het
effect kan volgens sommige melkers nog worden verhoogd als de duivin
behalve haar eigen doffer nog een tweede doffer te zien krijgt.
Daardoor wordt haar eigen doffer jaloers en zet hij er nog harder de
slagpennen in om zo snel mogelijk de rivaal te komen verjagen.
Bij
totaalweduwschap wordt zo wel de duivin als de doffer na het tonen
ingekorfd en naar de los plaats gebracht. Hoewel er tussen doffers en
duivinnen geen principieel verschil in snelheid is, kan het voorkomen
dat de doffer eerder thuis is dan de duivin, zo dat hij teleurgesteld
wordt en het effect bij een volgende vlucht is verdwenen.
Voor het
nestspel blijven de koppels bij elkaar tijdens het broeden. De beste
periode om deel te nemen aan een wedstrijd is dan voor een doffer twee
dagen voor het uitkomen van de eieren; hij weet dat de jongen uit zijn
als hij thuiskomt. Voor de duivin ligt het gunstigste moment vier dagen
na het uitkomen van de eieren. Bij het nestspel moet het moment van
paren dus exact worden uitgekiend.