Overzicht eerdere afleveringen
VLEES
KOE ALS PRODUKTIEFACTOR
INSPECTIE
VEEZIEKTES
CIJFERS & GRAFIEKEN
LINKS
|
In de veterinaire literatuur wordt een onderscheid gemaakt tussen twee
typen veeziektes: ziektes die schadelijk kunnen zijn voor de mens,
zoönosen, en ziektes die mensen niet kunnen
infecteren,niet-zoönosen. In beide gevallen wordt het vlees
ongeschikt verklaard voor menselijke (en dierlijke) consumptie.
VEEZIEKTES
ZOÖNOSEN
BSE Bovine spongieuze encephalopathie. Ook: gekkekoeienziekte.
BSE is een zogeheten prionziekte, veroorzaakt door een stapeling in de
hersenen van eiwitten die van vorm zijn veranderd. Men vermoedt dat
het eten van vlees van een gekke koe (vooral: ruggenmerg en hersenen) de
ziekte van Creutzfeldt-Jakob (CJD) veroorzaakt, een zeer zeldzame vorm
van dementie die uiteindelijk de dood tot gevolg heeft. Runderen krijgen
BSE waarschijnlijk door het eten van besmet voer waarin rundereiwit is
verwerkt.
Scrapie Een schapenziekte die vergelijkbaar is met de
runderziekte BSE. Een verband met CJD is niet aangetoond.
Brucellose Er zijn vier soorten brucellose-bacteriën:
- B. abortus (bij runderen en schapen);
- B. canis (honden);
- B.
melitensis (schapen en geiten);
- B. suis (varkens).
Voor
Nederland is alleen B. abortus ("abortus bang") van belang. De ziekte
doet zich vooral voor bij geïmporteerde runderen of bij mensen die
in het buitenland geïnfecteerd zijn geraakt. Verschijnselen bij de
mens: gewrichtspijnen, zwellingen van de milt, lever en lymfeklieren,
uitputting en psychoneurose. Minder dan twee procent van de
patiënten die niet behandeld worden, overlijdt. Bij vee treedt bij
infectie spontane abortus op.
Campylobacteriose Bacterie-infectie die bij de mens
gastro-enteritis veroorzaakt, een ontsteking van de maagwand (gastritis)
die gepaard gaat met een darmslijmvliesontsteking (enteritis). De ziekte
kenmerkt zich door diarree met of zonder bloed, pijn in de onderbuik en
koorts. Meestal gaat de ontsteking na 5 tot 7 dagen over. De
belangrijkste bron van de ziekte is kippenvlees, maar ook runderen,
varkens en schaal- en schelpdieren kunnen besmet zijn. In Nederland
raken jaarlijks circa 300.000 mensen besmet.
Escherichia coli De bacterie E. coli is deel van de
gewone darmflora van de mens, maar sommige stammen zijn
ziekteverwekkend. Deze zogeheten enterohaemorragische E. coli
kunnen bij de mens een ontsteking aan de dikke darm veroorzaken die soms
gepaard gaat met een ernstige nierfunctiestoornis. Deze complicatie komt
in Nederland circa 30 maal per jaar voor. Onlangs raakten in Schotland
velen geïnfecteerd met de ziekteverwekkende E. coli.
Salmonellose De Salmonella-bacterie is met
Campylobacter de belangrijkste veroorzaker van voedselinfecties.
De symptomen: diarree en buikkrampen, met soms uitdrogingsverschijnselen
die tot de dood kunnen leiden. Het aantal humane besmettingsgevallen in
Nederland is circa 110.000 per jaar. Vooral kip en eieren zijn
besmettingsbronnen. Gerechten waarin rauwe eieren zijn verwerkt kunnen
leiden tot golven van infecties.
Miltvuur of anthrax. Komt vooral bij runderen voor.
Veroorzaakt door bacillus anthracis. Irak beschikte tijdens de
Golfoorlog over miltvuur als biologisch wapen.
Listeriose Infecties met de bacterie listeria
monocytogenes kunnen voor de mens in eenvijfde van de gevallen
dodelijk zijn. Symptomen: van koorts, hoofdpijn en overgeven tot abortus
en hersenvliesontsteking. Bijna alle dieren kunnen besmet zijn, maar ook
kazen die zijn gemaakt van niet- gepasteuriseerde melk kunnen de
besmetting overdragen.
NIET-ZOÖNOSEN
Klassieke varkenspest Heerst nu in delen van Nederland, heeft
voor de mens geen gevolgen. De ziekte kan op vier manieren optreden:
- peracuut (plotselinge dood bij biggen);
- acuut (koorts,
constipatie gevolgd door diarree en braken en weigeren van voedsel; huid
en staart kleuren paars; staart, oren en vulva kunnen afsterven -
sterfte bijna honderd procent);
- chronisch (verlies van gewicht en
haren; huidontsteking; verkleuring van buik en oren);
- subklinisch
(de varkens vertonen geen symptomen, maar ze kunnen wel besmettelijk
zijn - komt vooral voor bij biggen die al voor de geboorte
geïnfecteerd raakten en bij gevaccineerde dieren).
Overig Er zijn nog vele andere niet-zoönosen, zoals mond-
en klauwzeer, runder- en vogelpest.
|
NRC Webpagina's
27 maart 1997
|