NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE 





POLITIEKE PARTIJEN
STILTE VAN HET MIDDEN
FINANCIËN
LEDENWERVING
CONTRIBUTIES
PARTIJLEDEN
PARTIJKADER
FUNCTIES EN KANDIDATEN
PARTIJ OPRICHTEN
TOEKOMST
INTERNET
PARTIJEN
LINKS



Overzicht eerdere
afleveringen Profiel

Een zoektocht buiten de deur

Een kleiner reservoir aan leden dwingt partijen steeds vaker buiten de eigen kring te werven. Met het cafetaria-model op zoek naar vrouwen en allochtonen.

Kees van der Malen

EEN NIEUWE EEUW, een nieuwe test. Politieke partijen staan nog dit jaar voor de vraag of ze hun lokale kaders daadwerkelijk kunnen activeren. De inzet: voldoende deelname aan de eerstvolgende gemeenteraadsverkiezingen.

De situatie is betrekkelijk alarmerend. Sterk afgenomen ledentallen stellen de oude massapartijen voor forse problemen. Lokale afdelingen, van oudsher het fundament en de kweekvijver van de nationale partijen, lopen terug in omvang. En de kleiner wordende kring van actieve leden moet ook nog eens geschikte kandidaten voor de gemeenteraad vinden.

Bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen besloot een aantal afdelingen van verschillende partijen niet deel te nemen, omdat er geen geschikte kandidaten voorhanden waren, zo signaleerde het Instituut voor Publiek en Politiek in een vorig jaar verschenen studie.

Het ging nog om een beperkt aantal gevallen, maar partijen weten dat het menens is. Kandidaten kunnen niet langer via de ouderwetse kaartenbak of het lijstje in de binnenzak van de voorzitter worden gevonden. Er moet actief worden geworven, en vooral buiten de deur. Op zoek naar gekwalificeerde mensen en dan ook nog eens naar gekwalificeerde mensen die beschikbaar willen zijn.

Want de calculerende burger is tegenwoordig ook een calculerende vrijwilliger. Ouderwetse dienstbaarheid aan de publieke zaak is een uitstervend verschijnsel. Burgers willen zich nog wel inzetten, maar hanteren toch vooral het criterium: 'wat betekent het voor mij', zo ervaren politieke partijen in toenemende mate.

Zo ontdekte het CDA dat de klassieke kadertraining - een leergang van een jaar, waarbij partijleden in de avonduren politiek en ideologisch werden bijgeschoold - niet meer werkt. Tegenwoordig hanteren christen-democraten het 'cafetaria-model': informatie in 'hapklare brokken', toegesneden op verschillende functies. En zonder een lange zit in de avonduren.

Hoe kom je aan goede mensen? Door vroegtijdig te zoeken. Op de nationale partijbureaus is een proces in gang gezet dat lokale bestuurders moet stimuleren eerder te werven. Niet een jaar voor de verkiezingen, maar al dit jaar moet worden gezocht naar geschikte mensen. En eigenlijk is dat nog te laat. ,,In feite moet je een hele periode van vier jaar gericht zoeken en mogelijke kandidaten op de voet volgen'', zegt een wervingsfunctionaris op het PvdA-bureau.

De werving en selectie moet professioneler en voorzichtig aan gebeurt dat ook al. De VVD overweegt een adviesbureau in te schakelen dat de partij ter zijde staat bij de werving van vertegenwoordigers en partijfunctionarissen. De partij voert al gesprekken met professionals, zij het voorlopig alleen nog oriënterenderwijs, vertelt partijvoorzitter Bas Eenhoorn.

Hoe kom je aan geschikte mensen? De vijf grote partijen - PvdA, VVD, CDA, D66 en GroenLinks - hebben daarvoor de hulp ingeschakeld van een 'diva'. Diva staat hier voor diversiteitsaudit, een computerprogramma dat partijafdelingen bijstaat om gericht te zoeken naar mensen die onvoldoende zijn vertegenwoordigd in gemeenteraad. Te weten: vrouwen en migranten.

Het aantal vrouwelijke raadsleden is slechts 22 procent en migranten - mannen én vrouwen - zijn nog mondjesmaat doorgedrongen tot de raadszaal. ,,Het is hartstikke moeilijk om goeie vertegenwoordigers uit allochtone kring te vinden. Aan die mensen wordt overal getrokken'', zo is de ervaring bij GroenLinks. ,,We gaan vaak ook niet goed met ze om. Of we laten de mensen zwemmen of we verwachten meteen te veel van ze'', wordt op het partijbureau van de PvdA geconstateerd.

En vrouwen, die moeten nog steeds de dominantie van de mannenwereld overwinnen. VVD-voorzitter Eenhoorn: ,,Het lokaal bestuur is vaak nog een grijze-pakkencircuit. Ik sprak onlangs een vrouwelijke wethouder, die klaagde dat zij zich in gesprekken met ondernemers niet serieus behandeld voelde. Op haar mannelijke collega reageerden de heren ondernemers heel anders. Zoiets werkt natuurlijk niet echt motivererend.''

,,Hoe wij een grotere deelname van vrouwen moeten realiseren? Heel simpel: er niet te veel over praten, maar gewoon doen. Als het goed is het nieuwe hoofdbestuur van de VVD straks fiftyfifty samengesteld. Dat is een kwestie van gericht scouten.''

Bij hun speurtocht naar nieuwe mensen stellen de grote partijen zich noodgedwongen steeds losser op. Een loopbaan in de partij wordt niet meer geëist. Dat is een duidelijke breuk met het verleden. Bij de PvdA doorliep bijvoorbeeld iemand als de huidige minister van Verkeer en Waterstaat, Tineke Netelenbos nog alle rangen van de partijhiërarchie en van iemand als de vroegere fractieleider in de Tweede Kamer, de Groningse burgemeester Jacques Wallage is bekend dat hij al op 14-jarige leeftijd partijfolders rondbracht. Maar bij de selectie van kandidaten voor de huidige Tweede-Kamerfractie van de PvdA waren enkele aangezochte kandidaten geen lid van de partij.

Sterker, bij het CDA kwam de vroegere directeur van Artsen zonder Grenzen, Jacques de Milliano, hoog - op een achtste plaats - op de kandidatenlijst voor de Tweede-Kamerverkiezingen van 1998, terwijl hij geen echte partijverwantschap had. Enkele maanden na zijn aantreden verklaarde hij in een interview in deze krant dat hij lang had geaarzeld of hij zou toetreden tot de PvdA of het CDA. De Milliano bleef uiteindelijk slechts zes maanden Kamerlid. Hij vertrok na een conflict met de fractie over het vreemdelingenbeleid.

Alleen D66 hanteert de regel dat nieuwelingen minimaal een jaar lid moeten zijn voor ze een vertegenwoordigende functie kunnen uitoefenen. Die regel moet gelukszoekers weghouden bij de partij die in haar bestaan een aantal keren sterk in omvang fluctueerde en begin jaren tachtig een reeks affaires kende met nieuw aangetreden lokale bestuurders.

,,D66 is voor ons het schrikvoorbeeld'', zeggen ze bij GroenLinks. Deze betrekkelijk jonge fusiepartij, waarvan met name de vroegere CPN strenge toelatingscriteria kende, werft ook buiten de eigen kring zonder dat onmiddellijk naar een partijboekje wordt gevraagd. Een partijfunctionaris: ,,Wij hebben goeie ervaringen met burgergroepen waar veel deskundigheid zit. Die mensen hebben vaak dezelfde uitgangspunten.''

Aan het aantrekken van buitenstaanders zit een zeker risico. Ad Dunning, voormalig hoogleraar cardiologie en voorzitter van de commissie die voor de Tweede Kamer PvdA-kandidaten wierf: ,,Het blijft mensenwerk. Je weet nooit of iemand, hoe goed die ook lijkt, toch niet mislukt. Hier geldt bij uitstek: the proof of the pudding is in the eating. In mijn vroegere werk was dat niet anders. 'Ach dokter wees niet treurig', zei het hoofd personeelszaken van het AMC als ik me soms beklaagde over de tegenvallende kwaliteiten van iemand die was aangenomen. De wijsheid is: als 51 procent goed blijkt te zijn, heb je niet slecht gescoord.''

NRC Webpagina's
27 JANUARI 2000


Tweede-Kamerleden

Van de 150 Tweede Kamerleden zijn 129 leden hun politieke carrière begonnen met een andere functie binnen of namens hun partij. Dit blijkt uit hun cv. De weg naar het Binnenhof begint over het algemeen in de eigen gemeente, vaak met een functie als wethouder of 'gewoon' gemeenteraadslid. Ook afdelingsvoorzitter en secretaris van een partijgewest zijn functies die dikwijls aan het Tweede Kamerlidmaatschap voorafgaan. Ook zijn veel leden eerst lid van Provinciale Staten geweest. Opmerkelijk is het aantal Tweede-Kamerleden van de PvdA die niet eerder dan na hun benoeming een rol in de politiek hebben gespeeld: van de 45 leden waren er 13 eerder niet actief als partijlid. Bij de VVD is het juist andersom. De 38 Tweede Kamerleden van deze partij waren op 2 na allemaal actief binnen de politiek. D66, SP, RPF, SGP en GPV hebben geen Tweede-Kamerleden geleverd zonder ervaring in de politiek. Tien jaar geleden hadden 135 leden al ervaring in de politiek opgedaan voordat zij Tweede-Kamerlid werden. Het CDA was de grootste partij met 8 van de 54 leden die niet actief waren geweest. Deze aantallen lagen bij de VVD en PvdA lager: van de 49 PvdA-leden waren er 4 niet actief en van de VVD maar 2. Kees van der Malen

   Bovenkant pagina


NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) JANUARI 2000