|
BELASTING
|
Voor de rechter De belastingbetaler kan tegen een aanslag protesteren met een bezwaarschrift. Daar heeft hij zes weken de tijd voor. De inspecteur zal alle aangevoerde argumenten beoordelen. Houdt hij vast aan zijn standpunt, dan kan de belastingbetaler de zaak voorleggen aan de rechter. Deze procedure begint als de belastingbetaler een beroepschrift indient. Hiervoor heeft hij zes weken. Deze termijn luistert nauw. Alleen bij bijzondere omstandigheden kan de rechter een termijnverlenging toekennen.
De rechter stuurt alle stukken die hij ontvangt in kopie door naar de
andere partij. Vervolgens stelt de inspecteur zijn betoog op: het
vertoogschrift. Het komt herhaaldelijk voor dat beide partijen het in
dit stadium toch nog met elkaar eens worden. Wat de rechter betreft is
de schriftelijke fase van de procedure afgerond als de inspecteur zijn
vertoogschrift heeft ingestuurd. Het kan dan nog een half jaar of
langer duren voordat beide partijen een oproep krijgen op de zitting te
verschijnen. Een fiscale procedure mag zonder rechtsbijstand worden
gevoerd. Voor een eenvoudige zaak is dat doorgaans goed te doen.
Elseviers belastingalmanak biedt een goede voorbereiding. Voor meer
ingewikkelde kwesties is de assistentie van een belastingadviseur geen
luxe. Wie ervoor kiest zich te laten bijstaan, is het beste af met een
adviseur die ervaring heeft met fiscale procedures. Het is zeker de
moeite waard enkele adviseurs af te gaan en hun te vragen wat ze voor
hun werkzaamheden rekenen. Een goedkopere tussenweg kan zijn het
beroepschrift vóór inzending door een belastingadviseur te
laten beoordelen. Van die advieskosten ziet de belastingbetaler - zelfs
als hij wint - niet veel terug. Anders dan in een burgerlijk proces
hoeft de verliezende partij niet op te draaien voor een deel van de
kosten van de tegenpartij. Wie (gedeeltelijk) wint, krijgt het
griffierecht, een bedrag van 75 gulden, terug.
|
NRC Webpagina's
27 FEBRUARI 1997
|
Bovenkant pagina |