Het gebeurt de laatste jaren
regelmatig in Groningen en Drenthe: bewoners van dorpen en gehuchten
voelen de aarde trillen. Geen grote en verwoestende schokken _ zoals die
van 13 april 1992 in Roermond en omstreken, toen seismologen van het
KNMI een kracht van 5,6 op de schaal van Richter noteerden _ maar wel
door het menselijk zintuig waarneembaar. De eerste Noordnederlandse
aardbeving deed zich voor op tweede kerstdag 1986 bij Assen en sindsdien
is het aantal tot honderdtwintig gestegen, inclusief twee gevallen in de
buurt van Alkmaar en een bij Purmerend. De zwaarste was de "eerste van
Alkmaar' op 6 augustus 1994 met een kracht van 3,2 op de schaal van
Richter. Bij aardbevingen in Groningen en Drenthe zijn de seismometers
nooit zo ver uitgeslagen. Daar werd als hoogste waarde 2,9 (Middelstum,
30 juli 1994) bereikt. Zeer recent zijn nog schokjes gevoeld in
Roswinkel (achter Emmen) en Langelo.
Bij al die bevingen of trillingen, uitgezonderd Roermond, is een
oorzakelijk verband met aardgaswinning op z'n minst waarschijnlijk.
Groningen staat onder invloed van het omvangrijke gasveld Slochteren,
geëxploiteerd door de Nederlandse Aardoliemaatschappij (NAM). Wat
Drenthe betreft is dezelfde maatschappij in veel kleine velden actief;
rondom Alkmaar wordt aardgas gewonnen door Amoco en bij Purmerend is het
weer de NAM die de brandstof naar boven haalt. Daarom zijn de bevingen
als schadelijk effect van de gaswinning te beschouwen, net als een
langzame maar continue bodemdaling, die zich vooral in Groningen
voordoet.
Het causaal verband tussen aardgas en
aardschok is voor dr. M.W. van de Sluis uit Assen een vaststaand feit.
Als economisch geograaf, gespecialiseerd in energie en milieu, en lid
van Provinciale Staten (PvdA) is hij al jaren bezig zijn standpunt uit
te dragen dat de NAM, althans in Groningen en Drenthe, volledig
aansprakelijk is voor de schokken en de schade die eruit voortkomt.
Bij het KNMI in De Bilt is men iets minder stellig. Volgens dr. H.W.
Haak, hoofd seismologie, is alleen bij een serie trillingen in het
Eleveld (1991 en 1992) de gaswinning als bron van het geofysisch
"incident' wetenschappelijk bewezen. ,,In alle andere gevallen'', zegt
hij, ,,was sprake van circumstantial evidence, soms een
opeenhoping daarvan, wat betekent dat het oorzakelijk verband
waarschijnlijk tot zeer waarschijnlijk is.'' De seismoloog baseert zijn
uitspraak onder meer op een uitvoerig onderzoek van diverse instituten
(ook het KNMI zelf) naar de bevingen, nadat het socialistische Kamerlid
Zijlstra, geïnspireerd door Van der Sluis, hierover schriftelijke
vragen aan de minister had gesteld. Het desbetreffende rapport verscheen
in 1993.
Haak: ,,Bij de eerste schokken van 1986 in Assen en 1987 in Hooghalen
stonden we voor een raadsel. Nog nooit eerder hadden we zo noordelijk in
Nederland een aardbeving meegemaakt. We dachten wel aan het
Slochterenveld, maar dat leek ons toch te ver weg. Bovendien werden wel
vaker knallen en trillingen vernomen, maar die bleken vrijwel zonder
uitzondering afkomstig van supersonische vliegtuigen boven de Noordzee.
De relatie tussen aardschokken en gaswinning is pas aan het licht
gekomen toen er rondom Assen een serie seismometers was geplaatst. Meten
is immers weten.''
Schade door aardschokken, vaak bestaande uit scheuren in muren, plafonds
en vensterbanken of gebroken glaswerk, wordt niet door de gangbare
opstal- of inboedelverzekering gedekt. Wie meent gedupeerd te zijn door
de gaswinning, kan een claim indienen bij de betrokken maatschappij of
concessionaris. Dat is zowel in Groningen en Drenthe als in
Noord-Holland veelvuldig gebeurd, maar met wisselend succes. Van der
Sluis: ,,Amoco in Noord-Holland heeft de affaire naar behoren
afgewikkeld, maar de NAM traineert de zaak en heeft nog geen cent
uitgekeerd.''
Na de twee schokken van 1994 rondom Alkmaar zijn bij Amoco 28
schadeclaims ingediend. Daarvan heeft de maatschappij er circa tien
gehonoreerd, aldus woordvoerder P. Verburg. Hoeveel geld daarmee in
totaal gemoeid was, wil hij niet zeggen, wel dat het per geval om
,,enkele duizenden guldens'' ging. Verburg: ,,Het oorzakelijk verband
tussen gaswinning en aardschokken is destijds naar onze mening juridisch
niet aangetoond. Dat we toch tot uitkering zijn overgegaan, heeft te
maken met goed nabuurschap. We zijn hier al meer dan dertig jaar actief
en hechten aan een goede relatie met gemeenten en bewoners, vandaar.''
Bij de NAM in Assen zijn in de loop der jaren tientallen schadeclaims uit
Groningen en Drenthe binnengekomen. Volgens woordvoerder F. Duut is
daarvan één gehonoreerd: ,,Het betrof een woning in
Middelstum, waar een vitrinekast met waardevolle attributen was
omgevallen, kosten 1.750 gulden. Volgens onze bouwkundige expert een
twijfelgeval, maar we hebben de reclamant het voordeel van de twijfel
gegeven.''
In alle andere gevallen is inderdaad geen cent uitgekeerd, tot ergernis
van een groep bewoners in Roswinkel, die sinds maart vorig jaar, toen
daar een schok van 2,6 op de schaal van Richter werd geregistreerd, een
conflict met de NAM hebben. De bewoners schrijven de scheuren in hun
huizen toe aan gaswinning in die buurt, maar volgens het door de NAM
ingeschakelde architectenbureau Klein is de oorzaak van bouwkundige
aard. Statenlid Van der Sluis voert in het belang van de reclamanten aan
dat bureau Klein te zeer aan de NAM is gelieerd om het predikaat
"onafhankelijk' te verdienen. ,,Onzin'', reageert woordvoerder Duut,
,,Klein is wel degelijk objectief en zou het niet in zijn hoofd halen
zijn onafhankelijkheid prijs te geven. Trouwens, bij twee nieuwe
gevallen in Roswinkel hebben we nog een ander bureau ingeschakeld en dat
kwam tot dezelfde conclusie.''
Duut noemt het beleid dat de NAM in deze kwesties voert een
,,rechtvaardig'' beleid: ,,Als miljardenbedrijf gaat het ons niet om het
geld, maar om zuiverheid in de omgang met burgers. Bij twijfel laten we
de balans in het voordeel van de burger omslaan, maar we willen geen
ongewenste precedenten scheppen.'' En over Van der Sluis: ,,Wat hij
doet, is stemmingmakerij. Nog nooit heeft hij iets onderbouwd.''
Het oorzakelijk verband tussen gaswinning en bodemdaling alsook de
(waterstaatkundige) schade die het continue proces teweegbrengt, wordt
door de NAM niet betwist. Als consequentie daarvan neemt de maatschappij
haar financiële verantwoordelijkheid. In Groningen, het
Slochterenveld, doet de daling zich voor in de vorm van een platte
schotel, die zich over het grootste deel van de provincie uitstrekt.
Volgens de prognoses zal in het centrum van de schotel de bodem
omstreeks het jaar 2050 met 38 centimeter zijn gedaald. Voor de
waterhuishouding heeft dit een reeks nadelige gevolgen, die moeten
worden gecompenseerd door aanpassing van dijken, kaden, beschoeiingen en
de bouw van diverse gemalen. Hiervoor heeft de NAM 650 miljoen gulden in
een speciaal fonds van de provincie gestort.
Ook in Noord-Friesland, een ander
concessiegebied van de NAM, moet de maatschappij voor de kosten
opdraaien, met dit verschil dat hier de zaak in de concessievoorwaarden
is geregeld. Om in Friesland de gevolgen van de bodemdaling te
compenseren, zou bijna 170 miljoen gulden nodig zijn.
Een geval apart is het Zuidlaardermeer op de grens van Groningen en
Drenthe, dat als gevolg van de bodemdaling in Noord-Nederland dreigt
leeg te stromen. Ook dit is een probleem waar het statenlid Van der
Sluis al jaren aandacht voor vraagt: door de gaswinning loopt het 660
hectare grote meer schuin af richting Slochteren met als gevolg dat er
water via het Drentse Diep naar het noorden wegvloeit. Inmiddels hebben
beide provincies samen met de waterschappen een plan ontworpen om het
water door middel van een stuw met sluis in het Drentse Diep tegen te
houden, een voorziening die ook weer op rekening komt van de NAM.
Maar dat alles is volgens Van der Sluis nog niet voldoende: ,,Door de
bodemdaling zakt ook het grondwater in Drenthe, dat nu eenmaal hoger ligt
dan Groningen. Daardoor heeft de Drentse natuur extra te lijden onder
verdroging _ een schadepost die we voorlopig op meer dan honderd miljoen
gulden taxeren. Maar daarover hoor je verder niemand praten.''
Het ministerie van Economische Zaken, de provincies
Groningen en Drenthe, het KNMI en de NAM hebben een folder "Gaswinning
en Aardschokken' uitgebracht met informatie over eventuele
schadevergoeding. De folder is verkrijgbaar bij de provincies Groningen
((050) 3 16 41 60 en Drenthe (059) 2 36 52 65), alsmede bij de gemeenten
en de openbare bibliotheken in deze provincies.