Overzicht eerdere
afleveringen
AARDGAS
BATEN
ZAKKEN
BASBOOR
BOREN NAAR GAS
Bij het boren naar gas wordt - om de vervuiling van grondwater te
voorkomen - tot een diepte van 30 meter eerst een stalen buis de grond
ingeheid, de conductor (1). Om het bovenste deel van de buis wordt een
betonnen putkelder (2) gebouwd en daarboven de boortoren. Aan de
bovenkant van de putkelder zit een draaiende stalen schijf (3) die ervoor
zorgt dat de boorkop (4) wordt aangedreven. Onder de conductor zit de
boorstang (5), die kan worden verlengd met pijpen. Door de holle
boorstang wordt continu vloeistof gepompt, die zorgt voor koeling van de
boorkop en die het vermalen gesteente naar de oppervlakte brengt (zie
pijlen). Deze spoeling voorkomt ook dat gas door het boorgat naar de
oppervlakte ontsnapt. Het boren gaat in het begin snel, tot zestig meter
per uur, maar in dieper gelegen, hardere aardlagen kan het tempo dalen
tot soms maar twintig centimeter per uur. Een boring duurt vier tot acht
weken. De aangeboorde aardlagen en het boorgruis bevatten aanwijzingen
over de aanwezigheid van gas. Soms kan er recht naar beneden worden
geboord, maar meestal, zoals in natuurgebieden of onder woonwijken, wordt
schuin geboord.
GEOLOGIE
De oorsprong van aardgas gaat terug tot de geologische periode Carboon
(360-286 miljoen v.C.). In dit tijdvak ontstaan moerassen waaruit
vervolgens steenkool voortkomt, het moedergesteente van aardgas. Onder de
Nederlandse bodem ligt, diep verscholen, een dikke laag kolen. Door
breuken in de aardkost en verzakkingen komen de kolen steeds dieper te
liggen. Onder invloed van hoge druk en aardwarmte gaat de steenkool
vergassen. In het tijdvak Perm (286-248 miljoen v.C.) vormt zich onder
het Groningse Slochteren de grootste gasbel van West-Europa. Het aardgas
zit verstopt in miljoenen kleine gangetjes in het Rotliegendes,
zandsteenlagen. Daarboven zit een zoutlaag, Zechtstein, die niets
doorlaat en dus ook het gas in de gangetjes vasthoudt. Behalve
'Slochteren' ontstaan zo ook velden in Noord-Drenthe en Noord-Friesland
en de meeste velden onder de Noordzee.
In de periode Trias (248-213 miljoen v.C.) ontwikkelt het Bontzandsteen
zich tot een potentieel reservoir voor aardgas. Onder meer voor de kust
van Zuid-Holland ontstaan velden. Jura (213-144 miljoen v.C.) is vooral
belangrijk voor het ontstaan van aardolie in de Noordzee.
Door breukvorming in de aardkorst in de Noordzee ontstaan gedurende het
Krijt (144-66 miljoen v.C) gesteenten die zich tot reservoir voor aardgas
kunnen ontwikkelen. Rondom Den Haag en in Friesland ontstaat gas in
samenhang met aardolie ('geassocieerd' gas of 'nat' gas).