Gay Games 1998
Nieuws
Achtergronden
Opinie
Agenda
Links
|
Aan Gay Games surseance verleend
Door onze Amsterdamse redactie
AMSTERDAM, 14 AUG. Het verwachte tekort van de Stichting Gay Games is
opnieuw opgelopen, nu tot zes miljoen gulden. Het bestuur van de
stichting heeft gisteren surseance van betaling aangevraagd. Vanmorgen
zijn M. Wolters en L. van Eeghen van advocatenkantoor Hocker Rueb &
Doeleman in Amsterdam aangesteld als bewindvoerders.
Afgelopen vrijdag, een dag voor de sluiting van de homospelen, stopte de gemeente Amsterdam
alle betalingen aan crediteuren van de Gay Games. Van het eerder
beschikbaar gestelde overbruggingskrediet van vijf miljoen gulden was
toen 3,5 miljoen gebruikt. Volgens een woordvoerder van de gemeente is
het ,,nog maar zeer de vraag'' of er meer geld ter beschikking zal
worden gesteld. ,,Dat heeft niets met terugkrabbelen te maken. Wij zijn
gewoon zakelijk. De Gay Games zijn tot een goed einde gebracht, nu
willen we eerst weten hoe de financien in elkaar zitten alvorens we er
meer geld in steken'', aldus de woordvoerder. Naar het zich nu laat
aanzien bedraagt het verlies van de Gay Games meer dan veertig procent
van de oorspronkelijke begroting. De Amsterdamse wethouder van
Financien, H. Groen, wil een onafhankelijk onderzoek naar de oorzaken
van het financiele debacle. Op dit moment is accountantskantoor KPMG
bezig met een onderzoek. Maar de rol van KPMG staat inmiddels ter
discussie. Het kantoor zou te nauw bij de organisatie betrokken zijn
geweest. Een medewerker van het kantoor, W. Ploos van Amstel, is
bestuurslid van de Stichting Gay Games. Enkele weken voor de start van
het evenement voorspelde het accountantskantoor nog een winst van vier
ton.
KPMG constateerde in mei reeds een tekort
Naar nu blijkt heeft KPMG in mei 1998, twee maanden voor de start van
de Gay Games, een tussentijdse controle uitgevoerd waarbij wel degelijk
tekortkomingen in de administratie en de boekhouding werden
geconstateerd. Deze zijn medio juni door toenmalig directeur M. Janssens
meegedeeld aan het bestuur van de Gay Games. Janssens werd kort voor het
begin van de homospelen op non-actief gesteld omdat hij zijn budget had
overschreden zonder het bestuur daarover in te lichten.
Het tussentijdse onderzoek van KPMG richtte zich op de balans over de
eerste vijf maanden van dit jaar, maar ook op ,,de zekerheid van
inkomsten en uitgaven'' over de rest van het jaar. Het
accountantskantoor constateerde twee belangrijke lacunes: de procedures
met betrekking tot de geldstromen tijdens de Gay Games zijn niet
vastgelegd en ,,ten tijde van het onderzoek was er geen actuele
liquiditeitsbegroting''. Janssens meldt in zijn brieven aan het bestuur
dat deze tekortkomingen zijn hersteld. Het bestuur van de Gay Games
wordt door critici, waaronder oud-bestuursleden, verweten dat het niet
goed heeft opgelet en dat het door middel van brieven gewaarschuwd was
voor de onbetrouwbaarheid van Janssens. Een rapport van KPMG uit mei
1996 is bovendien kritisch over de ex-directeur. Op de punten
liquiditeitsbeheersing, budgetten maken, beheren en communicatie met het
bestuur scoort hij slecht. Ondanks dat het rapport vermeldt dat Janssens
,,de indruk wekt met een dubbele agenda te werken'' is het eindoordeel
dat hij het aardig doet. Een groot deel van het bestuur vertrekt. Leden
met meer kennis van financiele zaken treden toe. Voorzitter P. Segaar
van het bestuur zegt dit rapport nooit onder ogen te hebben gekregen. In
totaal zijn er sinds de oprichting van Stichting Gay Games negentien
personen uit het bestuur vertrokken. De financiele afwikkeling zal nog
enkele weken in beslag nemen. Het is inmiddels wel duidelijk waardoor de
tekorten ontstaan zijn. De inkomsten, vooral uit kaartverkoop, vielen
tegen. Er kwam slechts 12 miljoen gulden binnen, terwijl de organisatie
14 miljoen begroot had. Voor de sluitingsceremonie werden slechts 10.000
kaartjes verkocht. Bij de sportactiviteiten zaten nauwelijks betalende
bezoekers op de tribune, op het body-builden en het ballroomdansen na.
De overschrijdingen van het budget zijn vooral veroorzaakt door alles
dat rondom de organisatie van de kernactiviteiten gebeurde. De auto's,
opbouw, beveiliging, de telecommunicatie, de versiering van de stad en
het uit de grond stampen van het Friendship Village bleken vele malen
duurder dan gedacht. Ook het dagelijkse krantje en de programmakrant, alsmede de
personeelskosten drukten te zwaar op de begroting.
|
NRC Webpagina's
14 AUGUSTUS 1998
|