Gay Games 1998
Nieuws
Achtergronden
Opinie
Agenda
Links
|
Erotische genotscultuur duidt op verval
Micha Kat
De canal parade, de optocht van
homoseksuelen op boten door de Amsterdamse grachten, kenmerkte zich door
scènes van een extravagante decadentie. De felle kleuren van de
kleding, de overheersende erotische symboliek en het koortsachtig
extraverte gedrag van de deelnemers zijn typerend voor decadent gedrag
en doen sterk denken aan beschrijvingen van vergelijkbare scènes
uit het oude Rome en Byzantium.
Zo lezen we in Petronius Satyricon ,,Er kwam een schandknaap binnen, een
uitermate stupide figuur die volkomen bij het milieu paste. Nadat hij in
zijn slappe handjes geklapt had, brak hij uit in het volgende lied: Komt
hierheen, lekkere knaapjes, komt naar het feest getogen / Ja rept u, zet
er de pas in, licht als een veer gevlogen / Met soepele, wiegelende
billen, driest met uw zachte handen / Volleerd in zinlijke kunsten, puik
van Delos' ontmanden.''
Richard Gilman beschrijft in zijn boek Decadentie (uit 1975) welke
beelden bij hem opkomen als hij op een bank ligt, zijn ogen sluit en aan
decadentie denkt: ,,Elegante opiumkitten met minzame, gracieuze
gastvrouwen, slaapkamers met spiegels aan het plafond en zwartsatijnen
lakens op keizerlijke bedden; vrouwen met hoge hakken, zwarte kousen en
jarretels, Marlène Dietrich in De blauwe engel met Emil Jannings
die kraait als een haan; badkamers met violette tegels of met een
zebramotief; Tanger, Pompeï; een Zwarte Mis; Turkse pasja's in hun
speelzalen; Les Fleurs du Mal; een gekostumeerd nichtenbal; een voyeur
met een dure verrekijker gericht op de vensters van een
meisjeskostschool; Oscar Wilde en de groene anjer; Onassis' jacht met de
paparazzi die vanaf de kust plaatjes schieten; een Romeinse orgie met
Nubische slaven die waaiers wuiven en karmijnrode wijn die uit sensuele
mondhoeken sijpelt; douches met vruchtenaroma en eetbare broekjes.''
Decadentie en erotiek zijn sterk verweven, zoals uit Gilmans associatie
blijkt. Niet alleen de erotiek van de grachtenparade brengt mij tot de
conclusie dat deze tijd voldoet aan alle klassieke kenmerken van een
decadent tijdperk, maar ook de opkomst van 06-lijnen, van kinderporno op
Internet, van seksvakanties, van parenclubs, van seks in reclame en de
media (de fixatie op Paula Jones en Monica Lewinsky), van luxe badkamers
met felgekleurde tegels, van de Viagrapil, van de plastische chirurgie,
van erotiek in de mode, van tal van nieuwe drugs en afrodisiaca, van
ongewenste intimiteiten op het werk, in uitgaansgelegenheden en in
zwembaden, enzovoort. De extravagantie waarmee homoseksuelen zich in een
samenleving kunnen uiten en nadruk kunnen leggen op hun seksualiteit, is
wel een duidelijk en typerend kenmerk van een samenleving in verval.
Met 'verval' bedoel ik hier een samenleving die wordt gekenmerkt door
'bederf van de traditionele waarden', uiteraard niet alleen in seksuele
zin. Voor onze samenleving geldt dit bederf zeker, precies zoals het
gold voor de nadagen van het oude Rome. Wat Cyprianus schreef in 250, is
zelfs naadloos van toepassing op onze tijd: ,,Er is geen onschuld meer
in de politiek, geen rechtvaardigheid meer in de rechtbanken, geen
meesterschap meer in de kunsten en geen discipline meer in het moreel
gedrag.''
De letterlijke vertaling van het woord decadent is neerstorten. Onze
samenleving stort neer. De vraag of dat erg is, doet niet ter zake. De
geschiedenis leert immers dat ook samenlevingen een eigen levensloop
hebben. Wij zitten met de onze nu duidelijk in de laatste fase. Er komt
altijd weer iets na. In het geval van Cyprianus, zelf een product van de
traditionele Romeinse waarden, was dat het christendom, waaraan hij zich
geheel overgaf; hij werd bisschop van Carthago en een erkend martelaar
van het geloof. De opkomst van New Age en spiritualiteit in onze
samenleving toont aan dat we in een decadente fase zitten, maar deze
stromingen missen de kracht van 'het grote verhaal' om de functie te
kunnen vervullen die het christendom een kleine 2000 jaar geleden had.
De constatering dat onze tijd decadent is, maakt veel van de huidige
ontwikkelingen begrijpelijk en inzichtelijk. Het zinloos geweld
bijvoorbeeld blijkt allerminst zinloos. Het is een gevolg van het bederf
van traditionele waarden en heeft als functie de degeneratie van de
samenleving te versnellen, waardoor ruimte wordt geschapen voor iets
nieuws. Voor de opkomst van kinderporno en andere seksuele
perversiteiten geldt hetzelfde.
Ook de crisis in de rechtsstaat, die Cyprianus noemt, blijkt een gevolg
van decadentie. Hoe kan een samenleving in verval tenslotte nog weten
wat rechtvaardig is? Hetzelfde geldt voor de toenemende corruptie en
gezagsloosheid. In een decadente periode denkt de mens louter aan
zichzelf en jaagt zijn eigen genot na. Het geld dat daar voor nodig is
verklaart de ongebreidelde geldzucht van nu. Met recht worden de Gay
Games ook wel de Pay Games genoemd.
Fascinerend is wat Cyprianus zegt over het verval in de kunsten. De
critici van nu zullen deze artistieke decadentie waarschijnlijk niet
onderschrijven, want zij zoeken hun helden vooral uit eigenbelang. Maar
voor onbevangen buitenstaanders (zoals ik) is de artistieke decadentie
van nu onmiskenbaar. Welke jonge schrijver krijgt nog de kans rustig te
werken aan een oeuvre, een woord dat al bijna een atavisme is?
Niet alleen worden tal van actuele ontwikkelingen inzichtelijk, ook de
toekomst kan met meer zekerheden worden voorspeld. Zo zal de afbraak van
de gevestigde structuren nog wel even doorgaan, kalft onze rechtsstaat
nog verder af, krijgt de politiek nog minder greep op de samenleving en
zal ook het niveau van literatuur en beeldende kunsten verder dalen.
Maar ook de redding is nabij. De peuters van nu zullen worden
geconfronteerd met een samenleving met nieuwe en onbedorven waarden die
weer een richtsnoer zullen geven. Maar ook zij krijgen op hun beurt weer
te maken met verval. De cyclus der samenlevingen stopt immers niet. Dat
zag de Romeinse dichter Horatius reeds, die één van zijn
beroemdste oden besluit met: ,,Wat al niet wordt aangetast door de tand
des tijds? / De tijd van onze ouders, slechter al dan grootvaders tijd,
bracht ons voort die weer slechter zijn maar beter zelfs nog dan ons
kroost?''
Micha Kat is freelance journalist en classicus.
|
NRC Webpagina's
6 AUGUSTUS 1998
|