Cahier Derde Woensdag

Nieuws

Achtergronden

Opinie

Profiel

Documenten

Toespraak van de voorzitter van de Tweede Kamer

Het is de eerste keer dat dit geschiedt en het is de bedoeling dat dit het begin van een traditie is. Daarvoor is het niet meteen nodig, een bepaling over de derde woensdag in mei in de Grondwet op te nemen, zoals dat het geval is voor prinsjesdag. Wel is het nodig, dat wij allen de verantwoording over het verleden serieus nemen, op zijn minst even serieus als de plannen voor de toekomst.

In zijn boekje De Tweede Kamer, lam of leeuw sprak mijn voorganger Vondeling zijn droefheid uit over het feit, dat de Kamer het onderzoek van het verleden tot iets uitzonderlijks had gemaakt, tot iets voor enquêtes en voor andere onderzoekscommissies. Een andere voorganger van mij, Wim Deetman, heeft in de door hem voorgezeten vraagpuntencommissie die discussie opnieuw opgepakt. Ik denk dat Vondeling vandaag tevreden zou zijn en dat ook Wim Deetman tevreden zal zijn, wanneer vaste commissies in de komende weken met hun bewindslieden nagaan wat het realiteitsgehalte is geweest van de diverse plannen die op prinsjesdag 1998 aan ons werden voorgelegd. Het is daarbij niet ons hoogste doel om de ministers en de staatssecretarissen moeilijkheden te bezorgen. Ons doel is de verantwoordingsprocedure tot een even normaal instrument van parlementaire controle te maken als de begrotingsprocedure. Ik roep u allen op daaraan mee te werken.

Ik dank nogmaals de minister van Financiën en de president van de Algemene Rekenkamer. Ik dank de collega's Van Zijl en Van Walsem voor hun inzet bij dit proces tot nu toe. Ik dank alle medewerkers, zowel hier bij de Kamer als op de departementen, in het bijzonder dat van Financiën, en bij de Algemene Rekenkamer, dat men toch in een vrij geringe tijdspanne dit proces op zijn minst, zo zeg ik tot de president van de Algemene Rekenkamer, vandaag tot een start weet te brengen. Als je die start niet neemt, zul je never - zo heet dat tegenwoordig in goed Nederlands - de finish bereiken. Nogmaals, wij gaan er naar ik aanneem allemaal mee aan de slag in de komende weken. Wij zullen half juni in ieder geval een afronding van het vandaag gestarte gesprek hebben.