|
|
J. L. HELDRING
|
Reacties en opmerkingen naar: dezerdagen@nrc.nl
Afscheid van de illusies
Ook het hoofdstuk waarin de 'uitdagingen' geschetst worden die de Unie te overwinnen heeft, is gespeend van alle illusie. Het begint al met deze zin: "Naarmate het integratieproces voortschrijdt en de Unie steeds meer landen zal gaan omvatten, wordt de potentiële kwetsbaarheid van de Unie scherper zichtbaar." Immers, "naarmate de heterogeniteit van de Unie toeneemt en de beleidsterreinen waarop zij zich begeeft complexer zijn, wordt het moeilijker de eesamenhang te bewaren." Ja, dit roept de vraag op 'hoe de Unie haar eenheid kan bewaren zonder haar ambities te verloochenen'. De lezer dreigt de moed te verliezen bij deze - op zichzelf volkomen juiste - observaties. Maar het wordt nog realistischer: de vraag wordt gesteld 'in hoeverre er werkelijk sprake is van een gezamenlijke visie en belangen van de lidstaten' (mooi Nederlands is dit niet). Het is natuurlijk een cruciale vraag - die lange tijd niet gesteld mocht worden - en de regering heeft er eigenlijk geen overtuigend antwoord op. Nauw verbonden hiermee is de vraag 'naar de legitimiteit van het optreden van de instellingen van de Europese Unie'. Ook een cruciale vraag, want 'het gaat er ook om in hoeverre de uitkomsten van het Europese besluitvormingsproces worden gedragen door de samenleving'. Ook daarover zegt de Staat zeer juiste dingen:"De vraag naar de legitimiteit [...] reikt verder dan de vraag naar het democratisch karakter van de besluitvormingsprocedures. [...] Formele democratie is nog geen levende democratie. [...] Als de legitimiteit onvoldoende is, houdt dat een direct gevaar in voor de Unie. De samenleving kan zich van de Unie en van wat zij voorstaat gaan vervreemden." Ook deze vraag blijft zonder direct antwoord. Kortom, een voortreffelijke analyse, maar niet een die mobiliseert tot geestdrift voor de Europese zaak. Voor de waarnemer die objectief probeert te zijn, is de analyse genoeg. Van de politicus wordt meer verwacht. In elk geval mag een beleidsverhaal worden verwacht dat naadloos aansluit bij de analyse. De conclusie waartoe de analyse van de Staat van de Europese Unie dwingt, zou eigenlijk moeten luiden: Wij doen mee aan 'Europa' - niet omdat wij erin geloven, maar omdat Nederland geen eiland is en bovendien van de economische integratie profijt heeft. Dat zou eerlijk zijn, maar regeringen kunnen, ja mogen, niet altijd eerlijk zijn.
Erratum - In mijn artikel van 17 oktober schreef ik dat Duisenberg zijn uitlatingen die de euro tot nieuwe diepten hadden doen kelderen, tegenover The Financial Times had gedaan. Dit had moeten zijn: The Times.
J.L. Heldring
|
Bovenkant pagina |
|