T V V O O R A F :
Kolonie onverschrokken soldaatjes
SANDER VOORMOLEN
Voor filmmaker Josephine Hamming
vormt de mierenkolonie een directe afspiegeling van de menselijke
maatschappij. In haar documentaire The War of the Ants toont ze
het wel wee van de rode bosmier. "Het zijn dan wel mieren die ik film,
maar het gáát over mensen."
Soms is het oorlog onder de mieren. Het is een zeldzaam fenomeen, maar
als het voedsel schaars is, trekken de legers van naburige mierenhopen
tegen elkaar ten strijde. In een massagevecht dat veel weg heeft van een
middeleeuwse veldslag vallen de werksters uit concurrerende nesten
elkaar aan. Hoewel zij uiterlijk hetzelfde zijn, herkennen mieren
feilloos de tegenstander uit het andere nest. Ze grijpen elkaar met hun
sterke kaken, sjorren aan poten en voelsprieten en spuiten bijtend
mierenzuur vanuit hun achterlijf. De strijd gaat door tot laat in de
avond, zo lang de temperatuur het toelaat. De volgende ochtend vroeg
verzamelen de troepen zich alweer op het slagveld, en dat kan zo dagen
doorgaan. Inzet van de strijd is eiwit (rupsen, luizen, kevertjes), dat
hard nodig is om de larven te voeden die net uit het ei zijn gekropen.
Het strijdgewoel vormt het hoogtepunt van de natuurdocumentaire The
War of the Ants, waarin de Amsterdamse filmmaker Josephine Hamming
een fascinerend beeld geeft van het leven van rode bosmieren in
Nederland. Hamming werkte vijf jaar aan de film (onderbroken door
allerlei andere projecten) en riep de hulp in van wetenschappers en
amateurs om het gedrag van mieren beter te begrijpen en om de juiste
plekjes te vinden waar de mierenkolonies zich in de natuur bevinden. Met
macro-apparatuur en opnamen door een endoscoop weet Hamming de
krioelende insecten heel dichtbij te brengen. Een levensechte
computeranimatie brengt een scène in beeld die niet gefilmd kon
worden: een verzorgende mier die een larve rechtop houdt terwijl deze
zich inspint om te verpoppen.
Hamming stortte zich volledig op het onderwerp. In een glazen bak in
haar studio hield ze jarenlang een kolonie van vierduizend rode
bosmieren. "Ik zette er een zwartwit-camera op en verbond die met een
monitor op mijn bureau. Zes uur per dag, bij het behandelen van de post,
onder het bellen met mensen, tijdens het schrijven van scripts, continu
kon ik in de gaten houden wat de mieren uitvoerden."
"Zo ontdekte ik op een dag dat sommige mieren met hun achterlijfjes
bewogen. Ik zag duidelijk dat ze iets te vertellen hadden. Ik meldde
mijn waarneming aan Gert Jan de Bruijn, een van de biologen die mij
adviseerden, en hij vond het heel interessant. Zoiets was nog nooit
waargenomen. We weten nog verdomd weinig van de communicatie van mieren.
Misschien scheiden ze tijdens dat zwieberen met hun achterlijf
geurstoffen af, een soort cocktail stel ik me voor waarbij stof A zegt
'het is tien meter ver', stof B 'het is groot' en stof C 'het ligt in
het noordwesten'. Of zoiets. Het lijkt op wat bijen doen om soortgenoten
duidelijk te maken waar voedsel is."
In de film komt de ontdekking van Hamming terug, maar het blijft bij een
waarneming, waarvan de betekenis onduidelijk is. "Plotseling klimt er
een mier op de zeepkist en schudt met zijn achterlijf. Wetenschappers
zijn er net achter dat dit een onderdeel van hun taal is. Daar zouden we
wel meer van willen weten." Harmke Pijpers levert prachtig commentaar,
maar het blijft een beetje onbevredigend. Hier is nog een taak weggelegd
voor entomologen.
In 1997 kreeg The War of the Ants de Japanse Best Nature
Education Award, één van de drie topprijzen op het
gebied van natuurfilms. Hamming: "In Japan bestaat grote waardering voor
dit soort films. Japanners kunnen er zelf ook wat van! Maar in Nederland
ben ik nauwelijks bekend. Tussendoor maak ik bedrijfsfilms om het geld
te verdienen waarmee ik andere films kan maken. Ik heb nog nooit
subsidie gehad. En dat terwijl Nederland toch een documentaireland is.
De IDFA (International Documentary Festival Amsterdam) heeft alleen
ruimte voor maatschappelijk betrokken films. Mijn film viel buiten de
criteria. Daar ben ik het niet mee eens: het zijn dan wel mieren die ik
film, maar het gáát over mensen."
Want de wereld is één grote mierenkolonie, vindt Hamming.
"Als je vanuit de ruimte op de aarde neer zou kijken, ziet de
mensenmaatschappij er net zo uit: een belachelijk krioelend vervoer, zo
oneconomisch. Maar dat zien we niet omdat we zo zijn ingezoomd op onze
eigen leefmethode. Ik herken mezelf in een mier. Niet dat ik dieren
menselijke eigenschappen toedicht, maar het gedrag van mieren komt in
sommige aspecten duidelijk overeen met dat van mensen. En juist om dat
terug te zien bij die kleine beestjes, is interessant."
Hamming gaat ver in het doortrekken van de parallel. Subtiele
achtergrondgeluiden bij de beelden van de mierenkolonie refereren aan
menselijke activiteiten: drilboren bij het herstellen van het nest,
tromgeroffel bij de stammenstrijd. Het maakt de film bijzonder in het
genre, waarin het doorgaans not done is om zo emotioneel
betrokken te raken en waar de wetenschapppelijke objectiviteit hoog in
het vaandel staat. "Maar ook de wetenschapper is subjectief, daar
ontkomt geen mens aan. Film is een en al poppenkast, dat wil ik ook niet
onder stoelen of banken steken. Het is een knipoog naar de
werkelijkheid. Er zijn zoveel mogelijkheden om de waarheid te vervormen.
Ik vind dat mensen dat moeten weten."
Ja, natuurlijk, zaterdag, NCRV, Ned.1, 17.05-17.55u.