U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
Klik hier
N R C   H A N D E L S B L A D  -  B U I T E N L A N D
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

 NIEUWSSELECTIE 
 KORT NIEUWS 
 RADIO & TELEVISIE 
 MEDIA 

S c h a k e l s
Ministerie van Buitenlandse Zaken Duitsland

Stern
(Interview met J. Fischer)

Nadir
(Informatie over de RAF)


Fischer is de lust tot koketteren wel vergaan


De Duitse minister van Buitenlandse Zaken, Joschka Fischer, wordt achtervolgd door zijn revolutionaire verleden. Hij dreigt echter eerder onderuit te gaan door zijn reactie op de affaires, dan door de affaires zelf.

Door onze correspondent MICHÈLE DE WAARD

BERLIJN, 20 FEBR. Joschka Fischer, de Duitse minister van Buitenlandse Zaken, is het lachen vergaan. Aanvankelijk koketteerde de leider van de Groenen met zijn revolutionaire verleden, inmiddels overheerst nervositeit. Het gaat er allang niet meer om of hij in zijn jonge jaren met stenen naar agenten heeft gegooid. Fischer dreigt in de val te lopen van zijn eigen tegenstrijdigheden.

Nog in januari dirigeerde Fischer het debat over zijn verleden, maar hij is de regie kwijt. Sinds gisteren onderzoekt de officier van justitie in Frankfurt officieel een mogelijke valse verklaring van Fischer in het proces-Klein, voormalig lid van de Rote Armee Fraktion (RAF) en vroegere vriend van Fischer. Tegelijkertijd hangt de minister een parlementair onderzoek boven het hoofd vanwege deelname aan een PLO-congres en wat hij daarover heeft gezegd.

De inzet van beide onderzoeken is eigenlijk bizar. Wat doet het ertoe of Fischer bijna dertig jaar geleden met een RAF-lid heeft ontbeten of deelnam aan een congres van Arafat in Algiers?

Maar Fischer heeft zichzelf de problemen op de hals gehaald. De politieke routinier had kunnen weten dat het handiger is in de rechtszaal open kaart te spelen; net als in het parlement en in interviews. Want wat Fischer in het proces-Klein zei, klonk anders dan wat hij enkele dagen later journalisten bekende. En de manier waarop zijn ministerie van Buitenlandse Zaken kond deed van Fischers activiteiten in Algiers was pijnlijk paradoxaal.

In het proces-Klein vroeg de officier van justitie of er "in uw woongemeenschap mensen hadden gewoond of tijdelijk hadden gewoond" die tot de RAF of andere terroristische groepen konden worden gerekend. Fischer kon het zich niet herinneren en zei dat hij niet in één, maar in vele woongemeenschappen had geleefd. "Trefwoord Margrit Schiller", probeerde de officier nog eens. "Nee, met haar heb ik niet samengewoond", zei Fischer.

Enkele dagen later moest de minister zijn uitspraken corrigeren, nadat in de pers fragmenten waren opgedoken uit Schillers autobiografie. Daarin schrijft ze destijds enkele dagen in de kamer van Daniel Cohn- Bendit, in hetzelfde huis, te hebben gewoond, en met 'Dany' en Joschka te hebben ontbeten en op kroegentocht te zijn geweest. Fischer belde een tv-journalist en zei dat het toch mogelijk kon zijn geweest dat Schiller in hun huis was en met hen had ontbeten.

De PLO-zaak dreigde vorige week uit de hand te lopen, toen Fischer zijn uitspraak door de staatssecretaris liet corrigeren en deze weer op de vingers werd getikt door Fischers woordvoerder. Tegen Der Spiegel had Fischer gezegd, dat hij destijds een "apolitieke trektocht" in het Midden-Oosten maakte en pas in de jaren negentig weer naar Israël en de Arabische landen terugkeerde, als minister van Buitenlandse Zaken. Vorige week stuurde Fischer staatssecretaris Ludger Volmer, ook een groene, naar het vragenuurtje in het parlement om te verklaren, dat hij in 1969 één uurtje bij een solidariteitsbijeenkomst van de PLO was geweest en "uit verveling" weer was vertrokken. Maar een Duitse deelneemster aan het congres zegt in het jongste nummer van Der Spiegel, dat Fischer er van het be gin tot het eind bij was, ook toen de resolutie werd voorgelezen waarin de bewapende strijd van de Palestijnen "tot de slotoverwinning" werd gesteund, tegen het "racistische, expansionistische en kolonialistische systeem van het zionisme" in Israël.

In de PLO-zaak staat de politieke geloofwaardigheid van de minister op het spel. Guido Westerwelle, partijsecretaris van de liberale FDP, verwijt Fischer over deelname aan het PLO-congres te hebben gelogen. Westerwelle vermoedt een samenhang tussen Fischers zwijgen over de Amerikaans-Britse militaire actie in Irak en Fischers zwijgen in verband met de verwijten van justitie. Een "beangstigend teken" van gebrek aan handelen van de minister in de Duitse buitenlandse politiek, vindt Westerwelle. Duitsland loopt het gevaar een politiek lichtgewicht te worden. De Beierse minister-president Edmund Stoiber (CSU) heeft daarom gepleit voor een parlementaire commissie die Fischers verleden moet onderzoeken. Als blijkt dat Fischer op de PLO-conferentie de radicale opvattingen van de Palestijnen heeft ondersteund, is hij als minister niet meer te handhaven, meent Stoiber.

De oppositie wil munt slaan uit de zaak-Fischer. SPD en Groenen weten hoe dat spel gespeeld wordt zoals blijkt in het nog lopende parlementaire onderzoek tegen oud-kanselier Helmut Kohl. Fischer zelf doet nu alsof hij slachtoffer is van een publieke drijfjacht. Maar de SPD is bezorgd over Fischers gebrekkige crisismanagement - iets waarover minister van Landbouw Funke en CDU-voorzitter Schäuble zijn gestruikeld. Er kunnen nieuwe compromitterende feiten opduiken, maar Fischer kan zich geen nieuwe tegenspraken meer permitteren.


Zie ook:

Stappen justitie tegen Fischer (16 februari 2001)
Fischer: niet, wel RAF-lid in huis (25 januari 2001)
Druk op Joschka Fischer neemt toe (25 januari 2001)
Joschka Fischer staat even oog in oog met eigen verleden (17 januari 2001)
Kruistocht Meinhof jr. tegen Joschka Fischer (16 januari 2001)
Joschka Fischer raakt de Duitse ziel (15 januari 2001)
Fischer brengt zichzelf in opspraak (4 januari 2000)

NRC Webpagina's
20 FEBRUARI 2001


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad