|
|
|
NIEUWSSELECTIE
|
Ha, daar is de schoolagent!
Diefstal, mishandeling, pesterijen, vernieling, seksuele intimidatie. Om dit soort zaken in te dammen zijn in Leeuwarden vier schoolagenten actief. Karin de Mik 'Hallo, hoe is het?' Schoolagent Richard Dijkstra, in uniform, begroet drie jongens die in een gang zitten van de Montessori scholengemeenschap in Leeuwarden. ''Jij mag hier eigenlijk niet komen hè?'' zegt hij tegen de middelste. De leerling lijkt even te schrikken, maar antwoordt snel: ''Ik heb net mijn boeken ingeleverd.'' Dijkstra geeft hem het voordeel van de twijfel. ''Ik zag dat hij loog'', zal hij later zeggen. De knaap werd onlangs van school gestuurd nadat hij tot twee keer toe uit de tas van een leerkracht geld en een portemonnee had gestolen. Dijkstra beent met stevige passen naar zijn werkkamer. De telefoon gaat. Een moeder van een leerling. De fiets van haar dochter is gestolen. ''Had ze hem op slot staan?'' wil Dijkstra weten. ''Welk merk is het? Weet je wat ze moet doen? Even bij die louche fietsenhandelaar kijken.'' Dijkstra hangt op. ''Die fiets is hier gisteren bij de stalling gejat'', licht hij toe. ''Hij stond op slot.'' Over zijn schouder kijkt hij naar buiten. ''Zometeen maar hier in de wijk in de bosjes kijken. Vaak nemen dieven een op slot gezette fiets mee, zetten hem weg en halen hem later weer op. Ver weg kan hij niet wezen.'' Richard Dijkstra (43), bijna 25 jaar politieagent, is sinds twee jaar een van de vier schoolagenten op de zes scholen voor voortgezet onderwijs in Leeuwarden. De gemeente stelde hen als experiment van vier jaar aan na de gewelddadige dood van Meindert Tjoelker, in september 1997 in de Leeuwarder binnenstad. Zijn dood leidde tot een storm van protest tegen 'zinloos geweld'. De gemeente Leeuwarden nam in overleg met horeca-ondernemers, politie, openbaar ministerie, scholen en wijkorganisaties direct een serie maatregelen om geweld tegen te gaan. Intensief politietoezicht en gedragsregels voor de horeca waren enkele actiepunten uit de campagne. Waarden en normen terugbrengen is het uitgangspunt. Dat willen gemeente, politie en scholen ook in het voortgezet onderwijs met de veiligheidsregels, die onlangs werden gepresenteerd. De regels moeten nog eens onderstrepen dat spijbelen, pesten, ongewenste intimiteiten, discriminerend gedrag, geweld, wapenbezit, vandalisme, diefstal, handel in drugs, alcohol- en drugsgebruik op school niet getolereerd worden en dat grenzen van anderen gerespecteerd moeten worden. zelfde sancties ''Leerlingen moeten aanspreekbaar zijn op hun gedrag'', meent directeur Hans Doodkorte van Montessori. Hij verwacht dat de 'gedragscode' bijdraagt aan een veilig schoolklimaat. Doodkorte: ''Het voordeel ervan is dat alle 9.000 leerlingen van het Leeuwarder voortgezet onderwijs nu weten dat bepaald gedrag op geen enkele school in de stad getolereerd wordt. Overal gelden dezelfde sancties. Dat schept duidelijkheid.'' De veiligheidsregels zijn inmiddels op posters en via folders verspreid. Voor veel leerlingen is de schoolagent inmiddels een vertrouwde verschijning. De meesten vinden het een geruststellend idee dat hij aanspreekbaar is. ''Een aardige man'', vinden de 4-havo-leerlingen Merle Kooistra, Miranda Blümers en Marsja van der Ven Dijkstra. ''Het geeft een veilig gevoel dat hij hier rondloopt'', zeggen ze. ''Er wordt nog wel eens een tas gestolen, maar je hoeft nu tenminste niet meer naar het bureau om aangifte te doen.'' Merle stapte twee jaar geleden voor advies naar Dijkstra omdat een paar vriendinnen van haar werden gepest door een klasgenoot. ''Dat was voor hen heel irritant en vervelend'', herinnert ze zich. Dijkstra zei haar dat haar klasgenoten die last hadden van de jongen, zich zelf moesten melden. Dat kwam er niet van, maar doordat in de klas bekend werd dat Merle met Dijkstra over de kwestie had gesproken, veranderde de jongen zijn irritante gedrag en het pesten hield op. ''Daarna was hij heel aardig'', zegt Merle. Schoolagenten zijn inmiddels een bekend verschijnsel op alle Leeuwarder scholen. Het zijn ervaren dienders die het merendeel van hun tijd zijn vrijgesteld om op de scholen te zijn. Ze fungeren als aanspreekpunt voor leerlingen, leerkrachten en ouders, kunnen verdachten en getuigen horen, proces verbaal opmaken en mensen aanhouden. Maar ze geven ook klassikale voorlichting aan leerlingen. ''Je kunt ze beschouwen als wijkagent in de school'', zegt de Leeuwarder burgemeester Loeki van Maaren-van Balen. ''Ze voelen zich sterk betrokken bij jongeren, zijn zichtbaar aanwezig en aanspreekbaar bij problemen.'' Dijkstra en zijn collega's voeren hun gewone politietaak uit. Ze worden door de docenten ingeschakeld bij mishandeling, diefstal, maar ook bij verbaal geweld, bedreigingen, pesterijen of seksuele intimidatie. Bij uitwassen, zegt Doodkorte, seint hij of een leerkracht Dijkstra in. Doodkorte: ''Als een leerling ernstig over de schreef gaat, stuur ik hem naar Richard.'' Vroeger handelde de school overtredingen zelf af. Kan dat nu niet meer? Doodkorte: ''Van sommige dingen vraag ik me af of je ze als school moet afhandelen. Een leerling moet beseffen dat hij ook als burger in de maatschappij aansprakelijk is voor grensoverschrijdend gedrag.'' Hij noemt het voorbeeld van een 14-jarige leerling die een ander in elkaar slaat. ''Dan is een grens overschreden. Aangifte doen is een grote stap. Je kunt in zo'n situatie de schoolagent inschakelen als veilige tussenstap. Die zal de dader onderhouden en kan hem direct doorsturen naar het HALT-bureau.'' HALT staat voor 'het alternatief', namelijk doorverwijzing naar de officier van justitie. Wie een HALT-straf krijgt, moet de aangerichte schade vergoeden, excuses maken en een leer- of werkstraf verrichten. afgeperst Een ander voorbeeld: een 12-jarige leerling werd ernstig bedreigd en afgeperst door een 16-jarige. De ouders van het slachtoffertje, dat met nachtmerries kampte, belden Doodkorte. Die riep de dader op het matje en stuurde hem door naar Dijkstra. Volgens Doodkorte moet de gang naar de schoolagent de leerling bewust maken van de ernst van zijn gedraging. ''Hij beseft eerder dat er grenzen zijn en dat bepaald gedrag consequenties heeft. Richard had een gesprek met hem en koppelde de zaak terug naar de ouders. Die waren blij dat hun zoon gecorrigeerd werd.'' Normen en waarden vervagen ook op school, meent de directeur. ''Zonder schoolagent moet je je als school zien te redden met alle uitwassen van dien en maar hopen dat wangedrag voldoende gecorrigeerd wordt door docenten. Agenten bellen of bezoeken ouders, waar docenten geen tijd voor hebben. Bellen en afwachten of de wijkagent komt, hoeft niet meer. Verder kunnen we nu gemakkelijker advies vragen en geeft Richard ook voorlichting. Leerlingen weten nu dat wanneer ze een ruitje ingooien hun dat 1.500 gulden kost.'' De school schuift de verantwoordelijkheid niet af. Doodkorte: ''Wij blijven verantwoordelijk voor de orde.'' Een 17-jarig meisje stapte naar Dijkstra, omdat ze op het schoolplein seksueel geïntimideerd werd. ''Hé lekker stuk, vanavond ga ik lekker met je wippen'', riep een jongen haar toe, en hij werd ook handtastelijk. Doodkorte: ''Het meisje zag uiteindelijk van aangifte af en accepteerde de excuses van de jongen. Voor hem was duidelijk dat deze taal en dit gedrag op school niet worden getolereerd.'' Bij diefstal wordt Dijkstra altijd ingeschakeld. De dader gaat vrijwel altijd naar het HALT-bureau. Richard Dijkstra heeft de indruk dat zijn 'geheven vingertje' meer indruk maakt dan dat van een docent. Hij schuwt soms niet een leerling die zich schuldig maakte aan ernstig wangedrag voor het oog van de hele school te laten afvoeren in een politie-auto. Toch is hij geen boeman, zegt hij. ''Ik benader leerlingen met respect, probeer eerlijk en een goed scheidsrechter te zijn.'' Straffen vindt hij zinvol. ''Ouders beseffen dat te weinig. Een ernstige waarschuwing en een goed gesprek zijn meestal niet voldoende. Leerlingen schatten hun pakkans in. Als die groter wordt, halen ze minder snel iets uit. Ze weten: als ik steel ga ik naar HALT. Word ik binnen een jaar weer gesnapt, dan moet ik naar de officier van justitie en heb ik een strafblad. Dat werkt preventief.'' Dijkstra verzekert dat schoolagenten de school veiliger maken. ''Zodra er een klap valt zit de dader bij mij. Laatst nog had ik twee meiden, die hadden gevochten. Ruzie om een flutreden, maar het was ècht knokken, de een had een gebroken jukbeen. De aanstichtster was erg agressief. Die heb ik verhoord en naar justitie gestuurd.''
|
NRC Webpagina's 3 FEBRUARI 2001
|
Bovenkant pagina |
|