T V V O O R A F :
Op de drempel van het paradijs
DICK WITTENBERG
Trage beelden van een vliegveld.
Een Vlaamse stem die zonder een spoor van emotie het radionieuws leest.
"Op Zaventem zijn twee dode kinderen gevonden in het landingsgestel van
een Sabena-vliegtuig uit Afrika. Ze zijn wellicht doodgevoren in de
lucht."
Net daarvoor zagen we het silhouet van een opgeschoten jongen uit
Guinee-Conakry, maar dat zullen we later pas ontdekken. Een jongen die
zich volledig vereenzelvigt met de twee jonge doden die hij nooit heeft
gekend. Hij las het begin van de brief voor die de 14-jarige Yaguine
Koïta en de 15-jarige Fodé Tounkara op hun lijf droegen
toen hun lijken op 2 augustus 1999 in Brussel werden gevonden. Gericht
aan "zijn excellenties, leden en leiders van Europa". Een noodkreet.
"Help ons. Wij in Afrika lijden verschrikkelijk." Ingeborg Beugel en
Cees Overgaauw maakten een aangrijpende documentaire over de twee
jongens die naar Europa trokken maar het vermeende paradijs nooit
levend bereikten. Jongens zoals er in Afrika miljoenen langs de straten
dolen. Verdoofd door geweld en uitzichtloze armoe. Dromend van de
ontsnapping door emigratie. Waren ze in een asielzoekerscentrum beland,
dan had niemand acht op ze geslagen. Maar ze stierven als
pleitbezorgers van een verontachtzaamd continent. Het lied dat de
Guinese rapper Bill the Sam over hen maakte, werd in hun eigen land
verboden. "Fodé en Yaguine, kinderen van Guinee, kinderen van
mijn land. Rust zacht."
Toch is het daar waar de documentaire zich vertilt: door de jongens tot
martelaren te willen maken, tot symbolen. Daarvoor is de informatie die
over Guinee en Afrika wordt verschaft te algemeen en te fragmentarisch.
Terwijl het persoonlijk drama volstaat. Hartverscheurend is de vader
van Yaguine die zich de laatste ogenblikken van de jongens voor de
geest haalt: hoe ze baden voor een veilige aankomst, hoe de angst hen
bekroop, en hoe ze het bewustzijn verloren op het laatst. Ontroerend is
ook de moeder van Yaguine die het cowboyliedje zingt waarvan haar zoon
zo hield. Anders dan haar zoon is zij het Europese paradijs wel
binnengetreden. Door onder druk van familie te trouwen met een man van
wie ze niet hield. Maar daarvoor heeft ze wel haar zoon moeten
verlaten.
De moeder van Fodé vertelt hoe haar zoon altijd met het planten
van de maniok en de aardappels hielp. Haar tranen vloeien, telkens als
ze aardappelloof ziet.
De tragiek van de kinderen raakt ook de Vlaamse griffier die hun brief
aan de Europese leiders bewaart. "Vol met taalfouten in het Frans",
zegt hij eerst nog formeel. Om meteen te ontdooien: "Maar de inhoud is
ongelooflijk." Wat hij tegen de makers van de documentaire verzucht als
hun camera zwijgt, krijgen de kijkers niet te horen: "Eigenlijk zou
deze brief terecht moeten komen bij diegenen aan wie ze geadresseerd
is. Bij de bestuurders van Europa. " Zij zouden de brief moeten lezen
met de bewogenheid waarmee deze documentaire is gemaakt.
Netwerk, Ned.1, zondag, 20.16-21.16u.