T V A C H T E R A F :
Nieuwsrubriek met groeipotentieel
DANIELLE PINEDO
De eerste reacties op 7
dagen, het nieuwe actualiteitenprogramma van de VPRO, liegen er niet
om. "Oud nieuws, maar dan krejatief sienematografisch vertaald",
oordeelde deze krant, een dag nadat het programma ten doop werd
gehouden.
Het Algemeen Dagblad sprak de hoop uit dat 7 dagen niet vlak voor de deadline zou worden overvallen door een catastrofe
la Enschede "want voor razende reporters, improvisatie en actuele
berichtgeving is de jongste nieuwsrubriek van de VPRO natuurlijk niet
geschapen." De Volkskrant vergeleek het initiatief een nieuwe
wekelijkse actualiteitenrubriek, naast NOVA en Netwerk -
met het tekenen van een eigen doodvonnis.
Erger kan het niet, zou je zeggen.
Maar John de Zwart en Rudi Boon, eindredacteuren van 7 dagen,
laten zich niet gemakkelijk uit het veld slaan. "Nieuws wordt op een
bepaalde manier gepresenteerd in Nederland", weet De Zwart (Lopende
zaken, Middag Editie). "Wijk je daarvan af, dan lok je bij
voorbaat kritiek uit. Dat is niet erg, daar leren wij als
programmamakers van." Zijn collega Boon (Groene Amsterdammer, Lopende
Zaken) omschrijft 7 dagen als "een programma met
groeipotentieel". "De redactie onderkent de eigen tekortkomingen, maar
weet dat we qua toon en sfeer op de goede weg zitten. Aan dat laatste
hechten wij grote waarde filmpjes maken kunnen we bij de VPRO wel."
Dat is ongetwijfeld waar, maar met nieuws heeft de VPRO minder goede
ervaringen. Programma's als Kwesties, Een Winter aan Zee
en Berichten uit de Samenleving hielden het niet langer dan
één of twee seizoenen vol. "Nog steeds halen VPRO'ers hun
neus op voor een item van vier minuten", denkt De Zwart. "Maar met de
komst van Hans Maarten van den Brink (hoofdredacteur van de VPRO-tv,
red.) is het tij voorgoed gekeerd. De VPRO mag nu op zondag een actueel
gezicht laten zien." Maar kun je als wekelijkse nieuwsrubriek wel
actueel zijn? Of, meer specifiek: wat kan 7 dagen op zondagavond
toevoegen aan de beelden die de dagen ervoor bij Netwerk,
Nova, en het Journaal de revue al zijn gepasseerd? Het
homohuwelijk, rechtsextremisme in Duitsland het zijn nieuwsitems die -
op het eerste oog - al van alle kanten zijn belicht. "Maar", riposteert
Boon, "u vraagt toch ook niet wat De Groene Amsterdammer of
Vrij Nederland nog kunnen toevoegen aan de berichtgeving in de
dagbladen? Het antwoord op die vraag is ook van toepassing op 7
dagen: polemiseren, aanzetten tot nadenken, de diepte in gaan." De
makers veronderstellen daarbij wel de nodige voorkennis van de kijker.
De Zwart: "Iemand die geen kranten leest, geen Journaal kijkt,
begrijpt waarschijnlijk niet waar wij het over hebben." Boon: "Wij gaan
niet op de knieën zitten."
Om hun doel - polemiseren - te bereiken schuwen de programmamakers
atypische nieuwsgaringmethoden niet. Beleidsmakers worden bijvoorbeeld
een week lang gevolgd met een videocamera, sommige geïnterviewden
worden tijdens het gesprek gefotografeerd ("om hun uitspraken beeldelijk
te cursiveren", aldus Boon) en twee antagonisten krijgen de vrije hand
in het maken van een filmisch betoog. "We zoeken naar een nieuwe
beeldtaal om dingen anders te belichten", verklaart De Zwart. Het begrip
'nieuws' wordt door de makers soms wel ruim geïnterpreteerd. In een
item over de 83-jarige Graad Janssen ontmaskerden zij de media. De
Gelderlander zou volgens een aantal kranten en nieuwsrubrieken zijn
dagen in een wachthokje slijten als protest tegen de Betuwelijn. Een
maand later ontdekt een redacteur van 7 dagen dat de man helemaal
niets met de Betuwelijn te maken heeft, maar voor politieke
doeleinden wordt gebruikt. Hoort iets dat vier weken geleden speelde,
wel thuis in een programma dat 7 dagen heet? "Ja", vindt Boon.
"Wíj onthulden dat de berichtgeving kant noch wal raakte."
Nadenkend: "Al is de toon van zo'n item wel tongue-in-cheek."
De vraag is of de zappende nieuwsjunk zit te wachten op deze wat
filosofische presentatie van nieuws. "Hij zal eraan moeten wennen",
geeft De Zwart toe. "Maar het prikkelt wel." Of er ook
véél mensen kijken is een tweede. "Maar gelukkig is dat
voor de VPRO niet doorslaggevend."