|
|
NIEUWS
TEGENSPRAAK
SUPPLEMENT
DOSSIERS
ARCHIEF
ADVERTENTIES
SERVICE
|
NIEUWSSELECTIE
|
Media hielden FDR en JFK de hand boven het
hoofd
Harry van Wijnen
Uit Vidals geschriften is ook bekend dat president Kennedy een maniakale veroveringsdrift had en ondanks zijn legendarisch zwakke rug een seksuele veelvraat was. Over die eigenschap heeft Marlene Dietrich zojuist postuum een pikant boekje opengedaan. Haar ervaringen met J.F.K. zijn opgetekend in de dagboeken van de in 1980 overleden toneelschrijver en theatercriticus Kenneth Tynan, die de New Yorker van deze week heeft gepubliceerd. Tynan releveert een kortstondige ontmoeting tussen Kennedy en Marlene Dietrich die binnen het veroveringsoeuvre van J.F.K. waarschijnlijk een record op zichzelf vormt. Het verhaal komt rechtstreeks van de bron zelf en is door de met Dietrich bevriende Tynan in het origineel pregênanter en geestiger opgeschreven dan de pers in de samenvatting ervan gemaakt heeft. Het gaat als volgt: in de herfst van 1962 zingt Dietrich in een nachtclub in Washington, waar de broers Bobby en Teddy Kennedy haar horen optreden. Tot haar spijt stelt de beroemde actrice in de pauze vast dat de president met wie ze onlangs nog in New York heeft gedineerd er niet bij is. Bobby en Teddy, geroutineerde scouts voor de president, weten daar wel wat op. Dietrich ontvangt per omgaande een uitnodiging om de eerstvolgende zaterdag om 6 uur 'smiddags op het Witte Huis een glas te komen drinken. Ze neemt de uitnodiging aan, maar ze kan slechts een uur blijven. Om 7 uur moet ze aanwezig zijn bij een diner dat de joodse oorlogsveteranen in het Statler hotel hebben georganiseerd om haar te eren voor de hulp die zij in de oorlog aan joodse vluchtelingen heeft gegeven. Dietrich laat zich punctueel op tijd bij de president aandienen, maar deze is verlaat. Pas om kwart over zes arriveert hij. Hij kust Dietrich, onder het uitspreken van excuses, neemt haar met intussen gevulde glazen mee naar de balustrade en begint een gesprek over Lincoln. Dietrich begrijpt dat alle gesprekken op de balustrade zo beginnen. "Ik hoop dat je geen haast hebt", zegt J.F.K. Dietrich legt hem uit dat er 2.000 joodse oorlogsveteranen op haar zitten te wachten die haar over een half uur een gedenkplaat willen overhandigen. J.F.K. concludeert dat ze dan "geen tijd meer kunnen verliezen". De klok wijst dan half zeven. In een paar komische zinnen releveert Tynan wat zich vervolgens afspeelt. En vooral hoe het zich afspeelt. De diva zelf heeft zich naar het schijnt meer verbaasd dan vermaakt. J.F.K. heeft zich zo vermoeid dat hij onmiddellijk in slaap valt. Vijf minuten later (douche, opmaak enzovoorts) wekt Dietrich de president omdat het al vijf voor zeven is en zij niet weet hoe zij uit het Witte Huis moet komen. "Jack, opstaan! Er zitten 2.000 veteranen op me te wachten!" Kennedy springt uit bed, knoopt een handdoek om zijn middel en brengt haar via een gang naar een van de liften. Hij geeft - nog steeds gekleed in handdoek, maar every inch a gentleman - de liftboy de opdracht om zijn gaste uitgeleide te doen en naar een taxi te brengen. Die zorg om een taxi maakt de hele geschiedenis het vertellen waard. In heel Amerika was in de jaren zestig geen journalist die niet wist dat zijn land geleid werd door een president die in deeltijd werkte: slechts tweederde was hij beschikbaar voor zijn werk, de rest van zijn tijd had hij nodig om bij te komen van zijn veroveringsinspanningen. Maar nooit verscheen er een woord over in de pers. Het siert de Amerikaanse media dat zij zonder uitzondering de vriendschappen van J.F.K. tot de particuliere aangelegenheden van het presidentschap rekenden. Maar het siert ze allerminst dat zij op dat standpunt bleven staan toen in Washington allang bekend was dat John en Bobby allebei seksuele relaties hadden die de president en de minister van Justitie van de Verenigde Staten met maffiose chanteurs in aanraking brachten. Aanbevolen literatuur: Seymour M. Hersh: The dark side of Camelot (New York 1997).
|
NRC Webpagina's 10 AUGUSTUS 2000
|
Bovenkant pagina |
|